dinsdag, februari 28

Sukkels

Ik vind het niet te geloven. De minister van Onderwijs laat de minister van Integratie vallen als een baksteen over het onderwerp Taïda. Maar dan wordt er gebabbeld in de minsterraad en zijn ze op eens weer dikke vriendjes. Vervolgens komt er een minister van Financiën die ons adviseert de OZB niet te betalen als de gemeente hiervoor te veel geld vraagt. De minister president spreekt de magische woorden: 'Foei!', excuses worden aangeboden en de crisis is weer voorbij. De minister van Jusititie maakt een hele coole, vlotte rap over het drugbeleid of zo! Omdat hij kennelijk niks beters te doen heeft. Dit hele kabinet is een lachtertje.

Maar dan komt ijzeren Rita en neemt ze deze beslissing.. omdat ze zich nu zo nodig opeens wel wil gaan houden aan de wet. Overigens is het helemaal nog niet zeker dat het standpunt van Rita, vermeende fraude, een juist standpunt is. Zie hier.

Ik heb het nog nooit eerder gedaan maar ik moet nu toch een negatief stemadvies geven. Stem niet op de VVD. Verder maakt het me niet uit. En stemmen moet wat mij betreft nog steeds (al heb ik zelf nog geen idee wat ik zal kiezen op 7 maart), maar stem géén VVD! Dit soort beleid moet gestraft worden. En laten we eerlijk zijn, de kans dat de tweede kamer haar over de vingers tikt is ongeveer net zo groot als de kans dat ik heel veel geld terug krijg van de fiscus.

En verder hoop ik van harte dat de advocaat van Taïda het proces weet te rekken. In hoger beroep. Uitstel aanvragen omdat een A-viertje ontbreekt. Lastig doen over bijlages. Alles aanpakken wat er te pakken valt. Rekken, rekken, rekken. Als het kan zo'n maand of vier. Dan kan Taïda alsnog haar examen doen.

maandag, februari 27

Snelle fiscus

Vorige week donderdag maakte ik hem af, onze aangifte. Klik. Klik. Klik. Klaar. Wég met dat ding.

Zaterdag kwam er post. Van de gemeente. Onroerendzaakbelasting. En daar zag ik het, op die aanslag... ik had de verkeerde WOZ-waarde ingevuld op de belastingaangifte. Peer werd meteen helemaal enthousiast. 'Dat kun je nog van vijf jaar terugvragen hoor! Dat is goed nieuws!' Ik heb hem voorzichtig uitgelegd dat je, als je WOZ-waarde omhoog gaat, ook meer belasting moet betalen. Niks niet extra terug krijgen. Minder terugkrijgen dus. Zucht. Maar wat te doen. Want die blauwe envelop, die was al op de virtuele brievenbus. Ik had hem heel in de verte op de virtuele mat van de fiscus horen ploffen.

Vanavond besloot ik dus dat ik dan toch maar even moest bellen. Vanuit mijn werk weet ik, als geen ander, dat 'even' bellen met de Belastingdienst om deze tijd van het jaar net zoiets is als 'even binnenlopen bij een boekwinkel'. Dat ging een lange zit worden.

Ik belde met 0800-nogwat en worstelde me door het keuzemenu. Nee, geen T-biljet. Nee, geen huur- en/of zorgtoeslag. Nee, geen dit, geen dat, geen niks. Ik wilde een mens aan de lijn. 'Hebt u een andere vraag, toets vijf.' Dat was hem! Mijn optie! Ik toetste vijf en ging met de benen omh...
'Waarmee kan ik u van dienst zijn?'
Ik schrok. Ik geef het eerlijk toe. En wist even niet meer wat te zeggen. En dat is, dat kan ik u verzekeren, behoorlijk bijzonder.
'Hallo? Halloooo??' klonk het aan de andere kant van de lijn.
Ik grabbelde mezelf bij elkaar en stamelde: 'eh... ja... nou.... ik ben een beetje van slag omdat u zomaar opnam!' Ze moest er hard om lachen. 'Ja, het kán wel hoor, dat je ons meteen aan de lijn krijgt, dat ziet u!'

Binnen dertig seconden had ik antwoord op mijn vraag. 'Gewoon aanpassen en opnieuw uploaden mevrouw, dan wordt de oude versie overschreven'. En bedankt! Klik. Klik. Klik. Klaar. En dan dit keer écht klaar!

zondag, februari 26

Lokkerij









We waren in het Zuiden van Drenthe vanmiddag. In de buurt van het pittoreske dorpje De Wijk vind je daar landgoed De Havixhorst. Daar kun je eten (als je een dikke portemonnee meeneemt), wandelen en De Lokkerij bezoeken; een ooievaarsstation.

Wij hadden het vermoeden dat daar wellicht al een paar ooievaars te zien zouden zijn. Nou, dat hadden we mooi mis. Niks niet een paar ooievaars. Het stikte er van! Terwijl ik op één plek bleef staan en langzaam om mijn as draaide telde ik er zo maar 23 stuks. Ze klepperden dat het een lieve lust was en zo af en toe kwam er eentje laag overvliegen. Je hebt indrukwekkend en indrukwekkend. Nou maar hopen dat ik er niet bezwangerd ben geraakt met zo'n overdosis ooievaars om me heen...





PS: De Lokkerij is nog niet open, 1 april pas. Maar je kunt er wel omheen lopen en dan valt er ook genoeg te zien. En waar de andere foto's zijn, ach, dat weten jullie nu toch wel? Toch?

zaterdag, februari 25

Opaal-les

Afgelopen maandag ging ik naar de juwelier omdat de offerte van mijn hanger er was. De vrouw achter de toonbank liet me toen het handgeschreven briefje zien dat de goudsmit geschreven had waarin hij uitlegde hoe dat nou zat, met dit soort opaal. Leuk! Ze liet me daarna de offerte zien. Ik trok niet wit weg maar zei: 'Dat is goed, doe maar!' 'U wordt gebeld als de hanger klaar is,' zei mevrouw de juwelier.

Vanmiddag was ik met Peer in de stad. We lunchten, we slenterden, we kochten wat en toen besloten we even langs de juwelier te lopen. We hadden nog geen telefoontje gehad maar ach, we waren er toch. Toen we binnenkwamen zat mevrouw de juwelier achter een grote tafel met allemaal papieren zakjes om zich heen. Van die zakjes waarin de spullen van de goudsmid binnenkomen...

'Kan ik u helpen?,' vroeg ze terwijl ze op stond. 'Nou...' zei ik, 'ik hoop eigenlijk dat mijn opaal ergens in één van die zakjes zit.' 'Ja, hij is er hoor, ik heb hem nèt ingeboekt'. Even later liet ze mij mijn hanger zien. Prachtig is hij geworden. Precies wat ik wilde. En toen zag ik, in het zakje, een stukje papier zitten. 'Is dat die verhandeling van de goudsmid?' vroeg ik. Dat bleek inderdaad zo te zijn. Op het briefje staat deze tekst:

"Je hebt 'grote' brokken opaal, vaak is dit de zgn. melkopaal. Dan heb je de zgn. boulder-opaal, dit zijn dunne laagjes die te dun zijn om een steen van te slijpen, daarom plaatsen ze dit tussen een laag onyx (bodem) en een toplaag van kwarts. De drie lagen vormen een opaal triplet. Een opaal bestande uit twee lagen is een opaal doublet. Tot zover de verkorte cursus edelstenen."

Ik kreeg het briefje mee naar huis, als leuke toevoeging aan een mooie hanger. In Australië noemen ze het overigens 'second class opal'. Dus ik wist al een beetje hoe het zat. Maar van die onyx en de kwarts, dat wist ik dan weer niet! Ik zocht er een mooie ketting bij en hij hangt te glimmen om mijn hals. En dat allemaal vanwege een boek én gezellig bezoek.

Pretpost

De postbode bracht vandaag:
de tickets voor Portugal....
én de tickets voor Brussel!

dubbele voorpret op een grijze zaterdagochtend.

vrijdag, februari 24

Verhuisdozen en pizza

Toen ik om acht uur vanochtend binnenkwam hadden collega's de nieuwe keuken al ingericht. We moesten een tijdje wachten tot onze kamer aan de beurt was maar toen gingen we los. Alle blauwe visbakken werden leeggepakt. Alle dozen uitgepakt. Bureau's gingen op hun plek. Computers werden aangesloten. De telefoon deed het weer. We 'deden' zelfs de post alsof er niks aan de hand was.

En aan het eind van de dag, toen bijna alles weer op z'n plek stond, was er pizza, cola en bier. Prima verhuisdag. Prima verhuisploeg. Maar wel lekker dat het nu weekend is. En ook erg lekker dat we volgende week weer 'gewoon' aan het werk kunnen...

donderdag, februari 23

Klik, klik, hoera!

Peer z'n jongste zoon studeert internationale communicatie. De afgelopen maanden zat hij, vanwege die studie, in het Noorden van Portugal. Twee jaar geleden zat hij in hartje Finland en vandaag, zo vernam ik via de MSN, zit hij in Barcelona. 'Wat doe jij nou in Barcelona?' vroeg ik hem verbaasd. Hij schreef dat hij Barcelona altijd al had willen zien en dus was hij, op de terugweg naar het Noorden, daar gestopt om bij een paar vriendinnen te logeren en de stad te bekijken. Daarna gaat hij naar België. Niet naar Nederland, nee... hij gaat nu voor een stage een aantal maanden in Brussel wonen.

'He, gelukkig!' riepen wij in koor toen we dat hoorden. 'Dan kunnen we bij je op bezoek komen. Want Finland was te koud en Portugal nét te duur voor een weekendje weg'. En dus trok ik de laptop op schoot en deed van...

Klik... op de NS-site boekte ik twee weekendretourtjes...



Klik... op de site van Bookings reserveerde ik een hotelkamer in hartje Brussel...
Klik.. ik zwaaide virtueel met mijn creditcard om de treinkaartjes te betalen en de hotelkamer vast te leggen en toen...

Hoera! Van vrijdag 21 april tot zondag 23 april zitten Peer en ik in Brussel. Alwaar subzoon M. die er dan al een aantal weken woont, ons de mooiste plekjes van de stad zal laten zien.

Vuurtje?

'En?' de tandarts keek me verwachtingsvol aan toen ik vanochtend haar praktijk binnenstapte.
Ik schudde mijn hoofd.
Ze keek teleurgesteld. 'Gaat u maar zitten hoor,' zei ze terwijl ze zich omdraaide naar het computerscherm en daar de hele serie foto's opvroeg van die bijzonder onwelwillende kies. Ze dacht lang na en nam toen een besluit.
'Ik probeer het nog één keer,' zei ze vastberaden. 'Nog één keer, en als het dan nog niet goed is dan zijn er twee mogelijkheden. Dan moet hij er uit of u moet er mee naar de kaakchirurg. Want dan weet ik het écht niet meer.' Het stond haar niet aan, dat was wel duidelijk. De frustratie droop uit haar stem. 'Je vindt dit niet leuk,' constateerde ik. 'Ik zal u zeggen, ik heb nog nooit zoiets meegemaakt! Het had al lang klaar moeten zijn met die kies! Ik dacht echt dat de laaste behandeling in januari het opgelost had maar hij blijft maar vervelend doen!' Ze deed haar mondkapje voor en liet de stoel zakken tot ik weer bijna ondersteboven hing. 'Daar gaan we dan, ik ga alle kanalen nog een keer schoonmaken, dan maak ik ze helemaal droog en dan doen we er een definitieve vulling op.'

Een dik half uur later lag ik nog steeds ondersteboven met kramp in mijn kaken. Ze is nauwkeurig, die tandarts van mij. En ze wilde zich niet op haar kop laten zitten door deze kies. Dit keer moest het beter dan goed. Ze spoelde, spoot de kanalen vol met verdovingsmateriaal (want nog steeds pijnklachten), depte, stopte er ikweetniethoeveel papiertips in om de boel te drogen en spoelde nóg een keer. En toen...

'Heb jij een vuurtje?' vroeg ze aan de assistente. Vanwege mijn bijzondere positie kon ik niet zien wat er gebeurde. Even later hoorde ik het geluid van stromend gas. 'Klik', de aansteker werd er bij gehouden en toen hoorde ik het onmiskenbare geluid van een gasbrander. En ik hoorde het niet alleen, ik voelde de warmte ook. Wat was dit? Ik probeerde mijn hoofd iets omhoog te doen en zag, werkelijk waar, op de instrumententafel, een brandende gasbrander. Nou ja zeg!
'Geen paniek!,' zei de assistente. 'Het is niet eng hoor, we branden alleen de eindjes van de definitieve tips weg, zodat u daar geen druk op krijgt tijdens het kauwen'.

Een metalen strip werd gloeiend heet gemaakt en even later kwamen er rookwolkjes uit mijn mond, de geur was niet om blij van te worden. Maar het luidde wel het eind in van de behandeling. Vier keer branden. Afdichten. Vullen. Slijpen. Klaar.

En nou maar hopen dat het ook écht, écht, écht klaar is...

woensdag, februari 22

Genieten

'Hmmm... Ik weet het niet hoor'. Ik draaide me nog een keer om. Keek. Keek nog een keer. Hield mijn hoofd schuin. Twijfelde hard.
'Hij is prachtig' zei Peer.
'Ja, dat wel maar als ik dit doe,' zei ik terwijl ik voorover hing, 'kijk... zie je het!'
Peer kreeg twinkeltjes in zijn ogen. 'Ja, én of ik het zie!'
'Hij is dus te groot Peer.' Mijn ogen glommen van pure vreugde. 'Weet je wel wat dat betekent? Dat ik een maat kleiner moet bestellen. Of misschien wel twee maten! Je wilt toch niet dat alle mannen mijn volledige voorgevel uit mijn veel te grote shirt zien vallen? Nee? Nou dan!' Ik deed een klein dansje om het te vieren.

We stonden in onze slaapkamer. Eerder die dag had ik hard gebufferd op het werk in verband met de op handen zijnde verhuizing. Samen met Kronkels pakte ik veel in, sleepte met de grote blauwe bakken en we namen, als echte bouwvakkers, een heuse koffiepauze! Zwaar werk hoor, dat verhuizen. Ik kreeg ter plekke grote bewondering voor de ruggen van professionele verhuizers.

Om half vijf was ik dus behoorlijk moe maar toch ging ik met mijn andere collega naar de sportschool alwaar we ons een uur in het zweet werkten. Applaus, applaus.

Toen ik thuiskwam had mijn eigen Peer tortilla's gemaakt. Met kip, groente en een heerlijk sausje. Ik kon zo aanschuiven. Als dat niet genieten is weet ik het ook niet meer.

En toen, na het toetje, gingen we naar de slaapkamer om te winkelen. Wehkamp had een zak vol spullen gebracht. Een helemaal geweldig shirt voor Donder, een geweldig leuk shirt voor Peer, drie prima hemdjes voor Peer én dat bijna-helemaal-geweldig-maar-echt-te-groot shirt (zie foto) voor Donder. Morgen komt de man van Wehkamp voorrijden. Hij neemt dan de retourtjes mee en om de service compleet te maken brengt hij dan meteen een nieuwe versie van dat mooie-maar-te-grote-shirt voor me mee. Een maat kleiner. Over genieten gesproken!

En om het genieten nog completer te maken is er nu de laptop. De nota van Wehkamp ligt naast me. Voor al die spullen (3 shirts, 3 hemdjes) betalen we maar € 27,42. Op tafel staat een kopje koffie. Een blokje pure chocola ligt er naast. Zucht. Donder is moe maar voldaan.

dinsdag, februari 21

Herkansing

Onze stagiaire met de gezonde angst voor het fenomeen 'bellen' ging vandaag in de herkansing. Door allerlei omstandigheden was het er niet eerder van gekomen dus toen ik vanochtend zei: 'Zou je deze twee zaken even voor me uit willen zoeken?' knikte ze, nietsvermoedend, enthousiast dat ze dat wel wilde. Pas daarna besefte ze dat ze voor dat uitzoekwerk zou moeten bellen.

Ik moest even, in verband met die op handen zijnde verhuizing, in een andere ruimte zijn en toen ik terug kwam in onze kamer zat ze met de rug naar me toe aan de telefoon. Ik liep langs haar heen naar mijn eigen bureau en ze gebaarde driftig dat ze nu echt aan het bellen was. En of ik maar, deed ze haar vinger tegen de lippen, goed stil wilde zijn. Pretogen met een zweempje angst. Mooie combi.

Dit keer werd er wel opgenomen. Ze deed het perfect. Ze noemde haar naam, de naam van onze organisatie, en gaf, zonder ook maar één hapering, de reden waarvoor ze belde. Even was ze stil en toen zei ze: 'ja hoor, dat heb ik...' en gaf toen vlekkeloos het kenmerk door dat op de brief van de organisatie stond. Ze controleerde de gegevens door ze te herhalen en bedankte daarna vriendelijk.

Triomfantelijk legde ze de telefoon neer, keek me aan en zei: 'Zo, daar kun jij vanavond mooi een stukkie over schijven!' Bij deze.

maandag, februari 20

On the move...

Vandaag is het officieel begonnen: onze verhuisweek. Op het werk hebben ze de hele benedenverdieping van het gebouw ingrijpend verbouwd. Een architect werd losgelaten op stijl en kleur wat leidde tot paars en limegroen. Ik vind het mooi. Fris. Modern. Maar er zijn ook collega's die daar anders over denken. Ach, over smaak...

Aanstaande vrijdag gaan we officieel verhuizen. Van boven naar beneden. Maar donderdag moet het spul al ingepakt zijn want dan komen er sterke mannen om onze enorme stelling uit elkaar te slopen. In die stelling staan al onze lopende dossiers. Zo'n 170 ordners. Daarnaast staan er ook nog zo'n 170 archiefordners. Veel volume dus. En daarop hebben de verhuismannen iets bedacht: speicale ordnerbakken. Ze brachten vanmiddag zo'n 50 stuks binnen. Grote blauwe kunstof bakken zijn het. Ze staan geparkeerd in de gangen. En daardoor lijkt onze bovenverdieping zo langzamerhand op de Urker visafslag.

Wij staken vandaag de handen uit de mouwen en werkten alle oude dossiers weg die nog boven stonden maar naar het archief in de kelder moesten. Tientallen dossiers werden omgebouwd en in archiefdozen gestopt. Er werd gestickerd en genummerd. Er werden karrevrachten van die archiefdozen naar beneden versleept. En daar begon een echte puzzel want onze archiefruimte is eigenlijk te klein. Om de ene voorraad archief kwijt te raken moet je andere archiefdozen eerst verplaatsen. Kortom: ik zag veel, heel veel papier vandaag. Maar we gingen allemaal tevreden naar huis.

Nog vier dagen te gaan tot V-day. Eén collega verzuchtte al 'wat zal ik blij zijn als het volgende week maandag is'. Ik heb haar voorzichtig verteld dat dát nog een hele week duurt.

zondag, februari 19

Stilstaan

Ik hou van plaatsen waar de tijd stil lijkt te staan. Je kunt me ook wel een plezier doen met moderne architectuur hoor, echt wel, maar de plekken waar de tijd stil lijkt te staan, plaatsen waar duizenden voetstappen de straatstenen uitgesleten hebben, die plaatsen hebben meer ziel vind ik.

Orvelte is één van die plekken. We komen er graag. Niet tussen april en oktober, dan is Orvelte van de toeristen die er in grote getale rondlopen. Maar in de wintermaanden is Orvelte voor ons. Dan slenteren we over de Drentse keienstraatjes en kijken we even binnen bij de schaapskooi. We gaan, na ons rondje door het dorp, naar café Warmolts waar de deurbel luid klingelt als je er binnenstapt. Dan nemen we, gezeten aan een krakkemikkige tafel mét zwilk, koffie met een plak krentenwegge. En daarna lopen we terug naar de auto en gaan we achter onze frisse neuzen aan, weer richting huis.

In onze tas zit dan altijd een camera vol
foto's en, heel soms, zelfs een filmpje. Een voorjaarsfilmpje. Om nog even na te kunnen genieten.

zaterdag, februari 18

Bookcrossing

Het hele idee achter bookcrossing is dat boeken reizen, gelezen worden, en dan verder reizen. Alsmaar door. Zonder dat dat geld kost. Een geweldig idee. En dus werd ik, een tijdje geleden alweer, bookcrosser.

Tijdens de officiële uitreiking van mijn eigen boek kreeg ik van mevrouw Taaldoos ook een bookcrossboek uitgereikt. 'De kat die bergen verzette' van Lilian Jackson Braun. Ik begon er in tijdens de treinreis naar huis maar kwam er niet verder mee. En later begon ik er nog een keer in maar kwam er weer niet verder mee. En omdat bookcrossboeken moeten reizen besloot ik dat vandaag het moment was om de kat weer op reis te sturen.

Bij de Vrijbuiter zou het gebeuren. Maar om te voorkomen dat er iemand achter je aankomt en roept: 'Mevrouw, u vergeet uw boe-hoek!' moet dat wel een beetje stiekum. En dat is een soort extra bookcrossbonus; dat stiekume gedoe.

Ik zette Peer dus op de uitkijk bij een grote bungalowtent en sloop naar binnen. Op het kooktoestel plaatste ik het boek. Niet te missen voor oplettende lezers. Op de kaft staat duidelijk vermeld dat iedereen het zo maar mee mag nemen, gratis en voor niks. Ik sloop de tent uit en liep samen met Peer snel verder. Zonder achterom te kijken. De kat van mevrouw de Taaldoos is weer op reis. Nou maar hopen dat hij een leuke(re) lezer treft...

vrijdag, februari 17

Vriend en vijand

We hebben een stormachtige relatie; hij en ik. Iedere ochtend stap ik er op. Soms durf ik niet te kijken. Soms hoop ik, tegen beter weten in. Soms, heel soms, juich ik zachtjes in mezelf. En af en toe ben ik geneigd hem uit het raam te mieteren. Zoals gisterochtend.

Ik stapte met mijn duffe hoofd op de weegschaal. Ik was al weken op dieet. Althans, 'tussen mijn oren' was ik al weken op dieet. Mijn handen en mijn mond voerden een heel ander beleid. Olijfjes, blokjes kaas, een crackertje, chocolaatje hier en daar. Alles ging gewoon door. Wel minder. Wel met beleid. Maar een dieet kon je het echt niet noemen. En toen werd het gisterochtend. Ik keek naar beneden en trok wit weg. Dit kón toch niet waar zijn!?! Okee, ik had wel gesnoept, maar niet echt veel. Niet zoveel kilo teveel!! Ik was er, dat mag u best weten, even verdrietig van. Al die moeite voor niks geweest. Het roer moest, voor de zoveelste keer in mijn leven, om. Niks niet balansdag. Balansmaand zou het worden!

Ik gedroeg me voorbeeldig gisteren. At een heel magere lunch. Nam één biscuitje (okee, okee, je hoeft niet zo te kijken, het waren er inderdaad twee!). Het diner bestond uit gegrillde tonijn met worteltjes en puree. Daarna fruit, want dat moet. En verder niks. En vanochtend stond ik weer op mijn vijand; de weegschaal.

'Lo' zei de weegschaal tegen me. Niet 'hallo!' maar 'Lo'. 'Zo, die is kortaf vandaag', was mijn eerste gedachte. Maar toen dacht ik: '
Lo?', bedoelt hij nou echt: 'Zo, zo, how low can you go?' of is het misschien: 'Lo eens even, dit kán zo niet langer!' Hij is immers in China gemaakt deze schaal dus 'Lo eens even' is dan heel goed mogelijk. Maar opeens snapte ik het. 'Lo, Lo, Lo.... joehoe... Donder?... my batteries are low!' Dat probeerde hij me te vertellen. En dus ging ik richting supermarkt en kocht batterijen.

Eenmaal thuis gingen de batterijen in mijn vijand. Ik draaide hem weer op zijn pootjes en het scherm knipperde me toe. 'Kom maar, stap er maar op, ik kan je precies vertellen wat de stand van zaken is' zei hij tegen me. Ik overwoog het niet te doen. Ik kon ook nog wel een paar balansdagen wachten. Of een hele balansweek. Voor de zekerheid zeg maar. Maar ik deed het natuurlijk toch.

En toen werd, in een fractie van een seconde, mijn vijand weer mijn vriend. Vijf kilo lichter dan gisteren. Vijf kilo! En dat ben ik echt niet afgevallen in één dag. 'Lo' betekent dus eigenlijk 'stap maar niet op me, het resultaat kon wel eens DIK tegenvallen!' Pfffft. Ik ben helemaal opgelucht.

En dan kan ik nu, met een gerust hart, me storten op de voorbereiding van de Piri Piri. Maar ja, ik heb gisteren alle ingrediënten gekocht met in mijn achterhoofd het teleurstellende gewicht. Dat wordt dus mager eten vanavond. Mager, maar wél lekker! Ik denk dat ik twee porties neem.

donderdag, februari 16

Vers

'Kip, Spaanse pepers, limoen, rode ui, sla, tomaten, olijven, wortel, courgette, aardappel...' schrijf ik op mijn boodschappenlijstje. Morgen komen de heer en mevrouw Skwebbel en Henny hier eten en dus hou ik me vandaag al bezig met de voorbereiding van de Piri Piri. Ik mag graag koken en ik vind het vooral heerlijk om te koken voor mensen die van lekker eten houden. En dat komt morgen helemaal goed. 'Stokbrood,' denk ik, en voeg het toe aan het lijstje, 'oh... en vers fruit, voor het toetje...' ik schrijf door en verheug me alvast op straks.

Want straks stap ik in de auto en dan ga ik naar Albert Heijn. Daar hebben ze alles wat ik zoek en alles vers. Daar vind ik de limoenen die ik nodig heb, en de aardappels die je in de schil kunt bakken in de oven. Straks loop ik door de winkel en pak ik op, knijp ik, ruik ik, leg terug, pak nieuwe. Op de groenteafdeling wordt ik blij van alle kleurtjes. Ik heb alle tijd van de wereld. Geen plannen verder. Alleen maar dit. Slenter, slenter. Zal ik sinaasappels of toch meloen? Ik kijk verlekkerd bij alle lekkere olijfolie en slenter door. Net zo lang tot ik met een mand vol kleurige verse spullen aansluit in de rij bij de kassa.

Ik hou van koken, dat was wellicht al duidelijk. Maar het halen van al die verse boodschappen... vind ik eigenlijk bijna net zo lekker!

woensdag, februari 15

Meneer Ooievaar

Afgelopen zaterdag, Peer en ik waren in de auto onderweg naar Vries, zei ik dat ik gelezen had dat de eerste ooievaar al weer gesignaleerd was in Nederland.
'Nou,' zei Peer, 'onze eigen ooievaar is ook al terug hoor!' Ik keek hem verbaasd aan. Wij zitten toch behoorlijk Noordelijk en het leek me rijkelijk vroeg voor ooievaarsbezoek. We spreken overigens over 'onze ooievaar', dat is natuurlijk niet zo. Maar ze zitten altijd wel vlak bij ons huis, hemelsbreed een kilometer ten Noorden van ons, in een gehucht dat Rhee heet.
'Kijk!' wees Peer vanuit de auto, 'daar zit ie!' En door het land liep onze ooievaar te stappen, op zoek naar voedsel.

En vandaag haalde diezelfde ooievaar de krant. Een klein artikeltje werd aan hem gewijd met de kop 'Ooivaar vroeg terug in Rhee'. In het artikeltje las ik dat het mannetje dit jaar twee dagen eerder is dan vorig jaar. Dat hij op zoek gaat naar voedsel en dat hij dan, over een paar weken, visite krijgt van de vrouwtjes. Vorig jaar waren dat er maar liefst acht. Die allemaal hun best deden om zijn favoriet van dat jaar te worden. De uiteindelijke keus en meneer Ooievaar zelf zorgden voor vier eieren waar twee gezonde jongen uit kwamen.

Voor sommige van mijn lezers zegt dit blogje misschien niet zoveel. Ooievaars, duh... wat is daar nou aan? Maar ik ben van een generatie die het mee heeft gemaakt dat er zo goed als geen ooievaars meer waren in Nederland. Vroeger, in de jaren zestig, hadden we een nest in ons dorp. Maar die ooievaars verdwenen en kwamen nooit meer terug. Ze wilden hier niet meer zijn. In 1977 waren er in heel Nederland nog maar negen ooievaarsparen over! Dat is, dankzij allerlei broedprojecten, inmiddels weer opgelopen tot 400 paren! Hoera.

Ik ben dus erg blij dat ze terug zijn. Omdat ze het voorjaar komen brengen, maar ook omdat het prachtige vogels zijn. Als je ooit een ooievaar hebt horen klepperen in het voorjaar dan weet je wat ik bedoel.

dinsdag, februari 14

Valentijns film

De bioscoop van Assen gaat tegen de vlakte. En in afwachting van de bouw van de nieuwe bioscoop, annex theater, annex weetikveelwatnogmeer, hebben ze een tijdelijke bioscoop gemaakt. De tijdelijke bios is ondergebracht in een grote hal op het industrieterrein. En hij ging vandaag open. Op Valentijnsdag. En dus hadden ze een Valentijdsaanbieding!!: een speciale voorpremiére van Brokeback Mountain, kaartjes voor maar € 3,50 per persoon, een glas champagne voor alle Valentijnsbezoekers én alle dames kregen een roos. Ik mag zelfs wel zeggen een prachtige roos.

De film was bijzonder. Het is in ieder geval gewaagd te noemen dat iemand een dergelijke film in Amerika uit heeft durven te brengen en dat hij daar ook nog eens lovende kritieken krijgt. Want het homosexuele aspect wordt niet verdoezeld of vervaagd. Het is zeer aanwezig. Prachtig acteerwerk. Maar een beetje meer snelheid had van mij wel gemogen. Kortom: een aanrader, althans een beetje.

maandag, februari 13

Eerlijk duurt...

Bijna een jaar geleden kochten we een nieuwe tafel. Nou ja, nieuw. Een mooi tweedehandsje. Op marktplaats. Grenen. Lekker groot. Met rieten stoelen. Helemaal goed. Ik ben er tot op de dag van vandaag blij mee.

Door die actie hielden we ook iets over; onze oude eettafel. En dus werd hij geplaatst op Marktplaats. Er gebeurde niets. Ja kijkers, dat wel. Maar alleen maar kijken, kijken en niet kopen. De tafel ging dus van Marktplaats af. En een paar maanden later er weer op. In de herkansing. Weer niks. Kijkers, kijkers...

Een paar weken geleden dacht ik: 'Drie keer is scheepsrecht!' En dus ging de tafel voor de derde keer richting Marktplaats. En weer kijkers, kijkers... maar geen kopers. Tot er gisteravond een mailtje binnenkwam. €15,00 werd geboden. 'Kom maar halen dat ding,' mailde ik terug, want ik was die sta-in-de-weg op de bovenverdieping meer dan zat.

En toen, vanavond, ik was net thuis van mijn werk: 'Plink,' klonk de computer. Een mailtje. Met nóg een bod. Veertig euro. 'Aàààààhhhhhhhhh!!!!' Mensen hebben werkelijk wékenlang kunnen bieden op die tafel, en dat deden ze niet. Dat wilden ze niet. Ze peinsden er niet over! En nu, nog geen dag nadat we akkoord gingen met 15,00 euro, grrr....

En heel even spookte het door mijn hoofd. 'Zal ik die eerste mensen mailen? Dat de tafel van de trap is gedonderd? In de fik is gevlogen? Aangevreten is door houtwormpjes?' Maar nee. Ik kán het niet. Ik ben opgevoed met de slogan dat eerlijk het langst duurt. En dus gaat de tafel weg. Voor 15 euro. Vanwege mijn opvoeding. Met oprechte dank aan mijn vader en moeder.

zondag, februari 12

Zondag...


halverwege de dijk Enkhuizen - Lelystad

zaterdag, februari 11

Sil

Vaste lezers van dit blog kennen mijn liefde voor Terschelling. Ik kom er al sinds mijn 16e ieder jaar en dan mag je toch wel van liefde spreken. Toen deze week op het nieuws was dat er containers aangespoeld waren op het Terschellinger strand ging ik er handenwrijvend voor zitten.

Ja hoor, daar was het al. 'De burgemeester van Terschelling heeft extra politie ingezet om het jutten tegen te gaan' sprak de nieuwslezer van het acht uur journaal. Ik gierde van het lachen. Alsof die jutters te stoppen zijn. Alsof je op zo'n eiland met zo'n enorm groot strand de boel tegen kunt houden. Ik herinnerde me het verhaal van een eilander over een aangespoelde container met speelgoed en overhemden. Heel de mannelijke Terschellinger bevolking liep járen later nog in die overhemden. Jutten hoort erbij. Het is leuk en je houdt er nog eens iets aan over.

Vanochtend stond er een hilarisch artikel in het Dagblad van het Noorden over de aangespoelde containers. Ik las het en de lachtranen biggelden me over de wangen. Eilanders die toegaven dat ze een badkuip vol jackjes hadden, of een tuin vol schoenen. Allemaal witte schoenen. En op de vraag 'wat moet je er mee', gaf de eigenaar van de witte-schoenen-tuin volmondig toe dat er een moment komt dat hij zich dat ook af zal vragen.

Maar daar gaat het ook helemaal niet om bij dat jutten. Als er iets op het strand ligt moet je het gaan halen. Daar gaat het om. En dan kan de burgemeester wel 20 man extra politie naar het eiland laten komen maar tegen de tijd dat zij zijn gearriveerd, zéker als ze met de winterdienstregeling van Doeksen mee moeten, is het strand al lang leeg. En zit ik lachend op de bank een artikel in de krant te lezen. Hoera voor Sil. Laat hem vooral blijven jutten!

vrijdag, februari 10

Royalty's

Het voordeel van het schrijven van een boek is dat je op enig moment je royalty's krijgt uitbetaald. Wow. Bij Free Musketeers is dat 1 keer per jaar, in januari. Stelt u zich er nu vooral niet teveel bij voor en doe daar dan nog eens de helft af. Het is namelijk zo dat in dit geval de uitgever al het risico loopt én dat je je boek in heel lage oplage kunt uitgeven. De tegenprestatie daarvoor is dat de schrijver vervolgens geen hoog percentage aan royalty's krijgt. Ik zat en zit daar niet mee. Het ging mij om het uitgeven op zich. Dat was al een geweldig avontuur! En wat ben ik trots op en blij met het eindprodukt. De royalty's zijn dus een zakcentje. Leuk meegenomen. Maar meer niet.

Maar toen in januari een mailtje van de uitgever kwam waarin stond hoeveel boeken ik verkocht had was het toch wel even leuk. Toen daarbij ook nog eens vermeld werd dat ik mijn bankrekeningnummer even moest doorgeven werd het nog leuker. En toen de royalty's binnenkwamen was het toch wel even 'een momentje'. Royalty's. Misschien niet veel. Maar wel de mijne. Vanwege mijn boek. Glim. Glim. Glunder.

Maar dan. Wat doe je met dat geld? Daar moet natuurlijk iets bijzonders van gedaan worden! En dus gingen Peer en ik vandaag naar de juwelier. Waar we de opdracht gaven om deze steen in een setting te maken. Zodat het boek over Australië er voor zorgt dat de steen uit Australië ook daadwerkelijk door mij gedragen kan gaan worden.

Ik ben helemaal tevreden. Ook al weet ik nog niet wat het geintje gaat kosten. De goudsmid moet er aan te pas komen en dan krijg ik een offerte. Maar ach, dat kan toch niet meer fout gaan?

donderdag, februari 9

Speer

Ik ging als een speer vandaag. Eerst deed ik de bankzaken en maakte ik het geld over voor de reis naar Portugal. Morgen over vier weken gaan we. Hmmmm.... Toen belde ik de caravandealer om een keuring voor de caravan af te spreken en daarna kreeg ik de kolder in de kop, of het voorjaar, en sloeg ik aan het soppen.

Eerst de ramen van binnen. Toen de vloer. Toen, verhip het was even droog!, snel de ramen van buiten. Toen de bovenverdieping. Ach, dacht ik, als ik hier toch ben dan kan het bed ook wel even in de was... en zo ging het maar door. En nu ben ik moe. De borstspierenpijn is vandaag weer behoorlijk aanwezig, met dank aan Thomas, en dat is niet echt verbeterd met al dat sopwerk. Dus nu even op de bank. Benen omhoog. Laptop op schoot. Kopje koffie bij de hand. Heerlijk.

En dan om vijf uur in de Dondermobiel naar kantoor. Want vanavond ga ik met vier huidige en twee ex-collega's hier uit eten. Om afscheid te nemen van de ex-collega's. Allemaal leuke mensen om me heen én lekker eten. Betere combi is er niet!

woensdag, februari 8

Thomas (2)

We liepen gezellig naast elkaar in een vlot tempo door de sportschool. Niet dat we vooruit kwamen maar Hejemato had wel helemaal visioenen van boslucht en zwoele briesjes. Ja mensen, wat adrenaline allemaal met je kan doen!

'Zullen we net doen alsof we er niet zijn?' hijgde ik licht. Mijn collega keek me verbaasd aan. 'Zodat hij ons niet ziet,' wees ik over mijn schouder. Maar later stond hij er toch weer; Thomas, onze persoonlijk begeleider.

Toen we, na een kwartiertje stevig stappen, de apparaten uitgezet hadden nam hij ons mee naar het fitnessgedeelte van de sportschool. 'Vorige week hebben jullie apparaat zes tot en met tien gedaan?' We knikten timide, beide wisten we nog precies hoe het gevoeld had. We hadden borstspieren, zo was gebleken. Nou, om meer precies te zijn: we hadden borstspieren-pijn gehad. Best veel ook.

'We doen vandaag apparaat één tot en met vijf en dan kunnen jullie zes tot en met tien er gewoon zelfstandig achter aan doen. Laten we beginnen! Ieder apparaat 15 keer en dat drie keer herhalen.' We keken elkaar aan met zo'n blik van 'vooruitdanmaar' en begonnen. Na de eerste vijf apparaten was Thomas al heel tevreden over ons. Wij hadden inmiddels beide een hoogrode kleur en een stuk minder praatjes als een half uurtje eerder. 'Dan kunnen jullie je nu verder wel redden hè?' We knikten.

Hejemato ging op het apparaat wat ons vorige week de borstspierenpijn had opgeleverd. Ik stapte op het apparaat er naast. 'Zeven... acht..... negen.... tien......' hijgde mijn collega, 'el-luffff.....' Ze keek om zich heen. Thomas was nergens te zien. 'Elf is ook best goed!' concludeerde ze. We giegelden als twee bakvissen die iets doen achter de rug van de hoofdmeester om. We maakten het rondje wel af maar deden niet op ieder apparaat 15 keer de oefening en al he-le-maal niet drie keer die vijftien keer. Ik zeg het u, tegen de tijd dat je tot tien hebt geteld en tegelijkertijd gewicht hebt geduwd, geschoven of getrokken, dan wordt tellen best moeilijk.


Thomas kwam langslopen. Wij gingen rechtop zitten, en trokken en duwden dat het een lieve lust was. 'Gaat het goed?' vroeg de persoonlijk begeleider. 'Jahaaaaaa!' hijgden we in koor. En aan het eind van het rondje fitness fietsten we nog de voorgeschreven vijftien minuten. En daar deden we pre-cies tien minuten over...

dinsdag, februari 7

Telefoon-angst

Het was vandaag haar vierde dag. Onze nieuwe stagiaire begon vorige week aarzelend maar zeer enthousiast aan haar stage bij ons welke maar liefst tien maanden gaat duren. We begonnen rustig aan. Ze werd het gebouw rondgeleid, ging hier en daar kennismaken en moest vooral meekijken. Veel meekijken. Maar nu, dag vier, wordt de werkstress door ons een beetje verhoogd. Ze hielp me vanochtend met de post, ruimde veel op en maakte, naast wat standaard briefjes, ook haar eerste eigen briefje. Alles ging gesmeerd. Totdat ik zei...

'Kijk, het bedrijf van deze brief, die moet even gebeld worden. Want we kunnen hier zo niet mee verder, we hebben meer informatie nodig...'
Slik, deed de stagiaire.
'Het is niet eng hoor, je moet gewoon vantevoren goed voor jezelf duidelijk hebben wát je precies wilt weten.'
Ze vroeg me vervolgens het hemd van mijn lijf. Om te weten te komen wat ze dan precies te weten moest zien te komen.
We gingen eerst verder met de post. Met de lunch. Met het verzenden van enorme bergen werk en toen, het was inmiddels vier uur geworden, zei ik...

'Je moet ook nog bellen hè?'
'Oh, eh... ja....,' verzuchtte ze.
'Als je wilt wil ik het wel een keer voordoen hoor!'
'Nee, dat hoeft niet. Maar ik vind het wel spannend.'
'Nou dat mag. Het is tenslotte de eerste keer.'
Ze ging er eens goed voor zitten en zette nog eens voor zichzelf op papier wat ze zou gaan vragen. Toen pakte ze de hoorn. Ik kon een glimlach niet onderdrukken.

'Hee! Je mag me niet uitlachen hoor!' giegelde ze.
'Nee, beloofd, ik zal niet lachen!'
'En als ik helemaal, totaal af ga... dan blijft het tussen ons okee?'
'Dát is goed!'

Nou vraagt u zich natuurlijk af of ze ook afging. Maar als dat zo was, had ik er niet over mogen schrijven, dat was de deal. Dus nee, ze ging niet af. Want ja, hij ging wel over. Maar nee, er werd niet opgenomen. Maar deze stagiaire? Daar gaan we nog veel plezier van hebben. Zij komt er wel.

maandag, februari 6

Laik-it?

Gisteren stuurde Henny me foto's van Portugal. Ze was er in 2002 ook en in het kader van het hoognodige voorpretgebeuren (zó lekker als dat is!) kreeg ik alvast een vleugje Algarve toegestuurd. Ik bladerde met Peer door de foto's totdat we de foto van de kettingen zagen. Gezamenlijk schoten we in de lach, Peer en ik.

Jaren geleden waren we op Tenerife. Een zálig eiland. Het was prachtig weer, en zelfs in maart stonden we toen 's avonds nog in korte broek naar huis te bellen. We liepen 's avonds door de stad van slenter, slenter. Op de boulevard zaten artiesten cartoons te tekenen van toeristen, obers stonden voor hun eettentjes en probeerden je naar binnen te lokken door te wijzen op de verse vis in de vitrine. Mannen verkochten horloges in alle soorten en maten vanaf een kleed op de grond. En wij deden van slenter, slenter.

Voor ons liep een man en vrouw. De vrouw zag ze -natuurlijk- het eerst; de stelling met klossen vol gouden kettingen. In alle soorten en maten. Per meter te koop. En echt niet duur hoor! Ze streelde met haar hand langs één van de klossen. Mooi vond ze het. De man deed z'n mond open en in een onvervalst zwaar Londens accent kwam er:

'Like it?' (het klonk als laikit)
'Yeah...' verzuchtte de vrouw.
'Want it?' (wonttit)
'No,' zei de vrouw.
'Thought so!' zei de man triomfantelijk.

We konden ons lachen maar net inhouden en liepen achter het stel aan, de souvenirwinkel binnen. De vrouw pakte van alles even op. Even voelen. En dan deed de man z'n riedeltje. 'Laikit? Wontit? Thoughtso!'

En sinds die zwoele voorjaarsavond hebben Peer en ik iets nieuws in onze relatie. Als wij gaan winkelen dan komt er een moment dat Peer het zat is. En ik zeg er eerlijk bij, Peer is een top-shopper, hij houdt het heel lang vol. Maar er komt een moment dat hij zegt: 'Laik-it?'

En dan weet ik pre-cies hoe laat het is. Tijd om naar huis te gaan!

zondag, februari 5

Kunstkenners

In het Noordelijk Scheepvaartmuseum in Groningen slenterde ik, samen met Peer en mijn moeder, van ruimte naar ruimte. Ik rook de geur van teer en touw. Ik zag op foto's hoe het vroeger was. Ik ging trappetje op, trappetje af. Daar hou ik wel van, echt zo'n sluip-door-kruip-door museum. Ik ging een trappetje af en stond oog in oog met een levensgroot schilderij van een maritieme grootheid. En groot was ie.

Naast me kwamen twee jongentjes staan van een jaar of zes. Ze keken, onder de indruk, op naar het enorme schilderij. 'Hij kijkt wel streng, vind je ook niet?' vroeg ik aan het ene jongetje. Hij knikte zo hard dat z'n hoofd er bijna afviel. 'En,' zei het andere jongetje met ontzag in zijn stem, 'hij heeft ook een héééle dikke buik!'

'Ik weet wel hoe dát komt,' zei het eerst jongetje.
Ik keek hem vragend aan.
'Hij heeft veel te veel koekjes gegeten!'

Leuk was het, in het Scheepvaartmuseum. Erg leuk. Dus als u in eens in het prachtige Groningen bent... Ik kan evenwel niet garanderen dat de zesjarige kunstkenners er dan ook zullen zijn.

Veurjaor

Gisteren zat ik de hele dag al een beetje in Portugal. Zon, zee, ligbedden bij een zwembad, eten aan de boulevard, slenteren langs het strand. Ik was er al helemaal. Met die gedachte ging ik naar bed. En, vlak voor we gingen slapen, zei ik tegen Peer: 'zullen we morgen een stuk gaan fietsen?' Peer knikte instemmend en vier ogen gingen dicht.

Toen ik vanmorgen wakker werd en het gordijn van de slaapkamer opentrok zuchtte ik van pure onmacht. Wat een verschrikkelijke grijze wereld! Motregen miezerde zachtjes naar beneden. Ik opende het slaapkamerraam en hoorde een vogel dapper de eerste klanken van het voorjaar zingen. 'Je bent nog iets te vroeg hoor,' zei ik tegen het vogeltje. Het trok zich er niks van aan en floot vrolijk verder.

Eenmaal beneden nam ik een kop koffie en besloot te doen als het vogeltje. Als het voorjaar dan nog niet in het weer zou zitten, dan zou ik het voorjaar wel in mezelf zoeken. De winterbanner ging van mijn log, bloesem kwam er voor in de plaats. Zonnig blauw vormde de achtergrond. En om het af te maken haalde ik Ede Staal terug naar het log zodat hij kon zingen over het feit dat het 'veurjaor word'n zal. Want het komt altied wel goud...' (klik op de player)

zaterdag, februari 4

Stoppen met roken

Bijna zes jaar geleden stopten Peer en ik met roken. Op een vrijdagavond. Koude kalkoen. Het was genoeg geweest. Ik weet nog hoe het was, die eerste zaterdag. De hele dag had ik maar één ding in mijn hoofd: roken, roken, roken, roken, roken, roken. En niks anders. Maar na een week werd het al beter en na twee weken had ik eindelijk een beetje het gevoel dat ik het heus wel ging redden zonder die verslavende gewoonte.

Dus toen Skwebbel twee weken geleden aankondigde te stoppen deed ik haar een aanbod. 'Zal ik je, twee weken lang, dan iedere dag iets mafs sturen per email? Als ondersteuning, als hart onder de riem zeg maar?' Dat zag Skwebbel wel zitten en dus dook ik op de virtuele surfplank en ging het internet op. Zoekend naar puzzeltjes, gekke foto's, maffe dingen over roken. Iedere dag stuurde ik iets. Tot afgelopen donderdag. Want toen waren de twee weken voorbij. 'Maar nu niet denken dat het over is,' schreef ik Skwebbel, 'want morgen komt Le Grande Finale'.

Die Grande Finale bestond uit een website met een foto van Skwebbel zelf, juttend op het wad. Ze doet niets liever dan zoeken, peuren met stokjes, kijken onder stenen, in de hoop iets te vinden wat 'haar roept' zoals ze dat zelf zegt. In die foto had ik de tien laatste linkjes verstopt. Ik stuurde hem op en Skwebbel ging virtueel jutten. Ze vond er zes. En stuurde de foto terug met de volgende tekst:

'Dit is nu geen puzzelfoto meer, dit is een puzzel bon. Print hem uit. Stop hem in je tas. En ga naar het winkelcentrum Peelo. Daar moet je uitzoeken bij welke winkelier je hem in kunt leveren. Veel plezier!'

In ons winkelcentrum zijn welgeteld negen winkels. Dat had dus een leuke puzzeltocht kunnen worden. Ware het niet dat de buurvrouw van Skwebbel de bloemenzaak in dat centrum runt. Ik ging dus naar Bloemiste Dineke en liet daar de bon zien. Ze bestudeerde hem alsof ze niet wist waar het over ging. 'Heb jij deze bon uitgegeven?' vroeg ze aan haar assistente. 'Nee hoor!' was het antwoord. Ik zei niks en keek glimlachend toe. 'Welke kleur wil je?' vroeg Dineke lachend. 'Nou, eh... mag het ook iets met hyacinten zijn?' vroeg ik. Dat mocht. Dineke ging naar buiten en kwam binnen met een megagrote bak vol hyacinten. 'Ah, joh, dat is te gek hoor!' riep ik nog. Maar er was niet tegen te praten. Ik kreeg de mini-voorjaars-tuin gewoon mee naar huis.

'Wil je de bon houden?' vroeg Dineke.
'Nee dank je, ik heb hem in de computer! Maandag print ik hem opnieuw uit. Tot dan hé!' Lachend verliet ik de winkel.

Dat zijn nog eens leuke cadeautjes! En wat ook zo'n leuk cadeautje is, we (Henny, Skwebbel en ik) hebben onze reis geboekt! Bij Vaya.nl. Vrijdag 10 maart gaan we naar de Portugese zon, naar hier (klik op 'meer foto's'). Fijn, fijn, fijn!!

vrijdag, februari 3

Doof

Eind 2004 kreeg ik een aanbod van Lycos. Een jaar lang gratis webhosting met domeinnaamregistratie. Dat aanbod kon ik niet laten lopen. Gratis! Dat is voor niks mensen. Kom d'r maar bij en slaaaaa je slag.

Al binnen een maand bleek dat de hosting bar slecht was. Ik had mijn weblog naar daar verhuisd maar de deur van mijn log zat zo vaak op slot dat ik uit pure wanhoop maar terug ging naar mijn oude stekkie. Mijn domeinnaam hield ik. Dat vond ik wel stoer. En toen werd het eind 2005. Het jaar was om. Ik stelde dus bij Lycos in dat ik JA mijn domeinnaam wilde houden en NEE geen hosting meer van Lycos wilde. Ik kreeg, als reactie hierop, maar liefst zeven standaardmailtjes waarin stond dat ik mijn instellingen wel goed moest zetten voor 16 januari 2006. Maar dat had ik al lang gedaan. Dus na het zesde mailtje of zo, mailde ik maar eens terug. Ik wilde JA! mijn domeinnaam houden en NEE! zéér zeker niet!! het hostingpakket verlengen. Als ik een provider wilde met slechte service kon ik desnoods ook nog wel ergens anders naar toe.

Lycos snapte het niet. Of wilde het niet snappen. En dus stuurde ik ze op 11 december 2005 een laatste mailtje. Dat ik mijn domeinnaam wilde houden en dat ik echt, heus, werkelijk waar géén pakket wilde bij Lycos. Ik gaf ze tot 16 december 2005 de tijd om te reageren.

Vandaag kreeg ik bericht. Ja, vandaag. 3 Februari 2006. Met excuses dat het zo lang had geduurd maar ze gingen er nu echt mee aan de slag. Ik mailde terug. Dat ja, mijn domeinnaam verlengd was inmiddels, dat ik een rekening had gehad, dat ik betaald had en dat ze daar dus af moeten blijven! En dat ik neeeeeeheeeeeee, geen pakket meer heb bij Lycos, dat ik mijn pakket ergens anders onder heb gebracht en dat ze ook daar dus vooral af moeten blijven.

Ik kreeg heel snel, echt waar, binnen vijf minuten een mailtje terug met de volgende tekst:
"Dankje voor je e-mail. Wij willen onze excuses aanbieden dat we je e-mail helaas niet in korte tijd kunnen beantwoorden. We verzekeren je dat we er alles doen om de situatie op te lossen zodat we je support kunnen bieden op het niveau dat je van Lycos kunt verwachten. Dankje voor je begrip."

Ik vrees dus dat ze hier, rond juni of zo, nogmaals op terug zullen komen. Zucht.

donderdag, februari 2

Rozen

Er zijn mannen, die nemen ze nooit mee.
Er zijn mannen, die nemen ze alleen mee op verjaar- en/of trouwdagen.
Er zijn mannen, die nemen ze alleen mee als er wat goed te maken valt.

En er zijn mannen...
die nemen ze gewoon mee.
Zo af en toe. Zomaar.
*zucht*

woensdag, februari 1

Vier maanden

Stel je voor, je bent elf jaar jong en het land waarin je woont is in oorlog. Twee groepen moorden elkaar uit. Iedere dag, dag-in-dag-uit, leef je met de mogelijkheid dat jij er morgen niet meer bent. En dus vlucht je. Naar Nederland.

In 1999 kom je aan in dat kikkerland waarvan je de taal niet spreekt, de cultuur niet kent. Dat is wennen. Maar je bent een vechter en dus leer je de taal, je gaat naar school, je stort je op je toekomst alsof het morgen nog steeds de laatste dag kan zijn.

En dan krijg je te horen dat je terug moet naar je land. De oorlog is voorbij. Je status was maar tijdelijk. Tijd om terug te reizen. Je ouders gaan alvast, en jij wilt ook wel maar wat je het allerliefst wilt is je opleiding afmaken. Nog maar vier maanden, dat is alles wat je vraagt. Vier maanden, zodat je je VWO-opleiding op zak hebt waardoor je ook werkelijk iets kunt gaan betekenen in dat land dat zich langzaam herstelt van die verschrikkelijke periode.

En dan komt, geloof het of niet, de politie je van school halen. Op een doodgewone school, in het democratiasche Nederland, wordt je opgepakt door de politie en in een cel geplaatst. En dat terwijl je dacht dat het allemaal goed geregeld was. Je dacht dat je mocht blijven om je opleiding af te maken. Je dacht dat het goed was, die vier maanden.

In de rechtszaal, met tranen in je ogen, smeek je de rechter om die vier maanden. Die vier maanden die voor jou, en voor je land, een verschil kunnen maken. Laat me nog vier maanden blijven, vraag je. Dan ga ik terug. Met mijn diploma, waar ik al die afgelopen jaren in Nederland in vrijheid zo hard voor heb gewerkt. Vier maanden nog... toe...

Taida is tijdelijk weer vrij gelaten. Maar de toezegging dat ze die vier maanden mag blijven heeft ze nog niet. Ik vind dat mensen die ergens zo overtuigd voor knokken gesteund moeten worden. Dus tekende ik. Voor Taida. Samen met inmiddels dik 17.000 22.000 25.000 27.000 anderen! Maar dat kunnen er natuurlijk best nog wat meer worden. Zodat Verdonk het snapt. Een zetje in de goede richting is daarbij niet overbodig lijkt me.


(met dank aan Merel Roze)