zaterdag, december 31

Ik wens jullie...


zonnige zomerdagen
mooie boeken
lammetjes in de wei
krakende vorst
lekker eten
een goed gesprek
schaatsen op natuurijs
lange zomeravonden in de tuin
ontroerend mooie muziek
een goede gezondheid
glimlachend kijken naar je kinderen
rust om je heen en in jezelf
bladtrappen in de herfst
vakanties die oneindig duren
zeeën van tijd en ruimte
voldoende geld
fijn werk
uren natafelen
kijken naar mooie kunst
gloedvolle zonsondergangen
lekker niksdoen
de geur van pasgemaaid gras
zijdezachte sneeuwvlokken op je hoofd
het geluid van vroege vogels
een mooie film
verdwijnen in een verhaal
lachen, gieren, brullen
vrienden die er altijd zijn
veel chocola
verwondering
gewoonweg gelukkig zijn
twee armen om je heen
een computer die het altijd doet
windkracht zeven aan het strand
bloggen
ontroering
tevredenheid
mooie mensen om je heen
winkelen en dan precies vinden wat je zocht
een lente die niet op lijkt te houden
knapperende houtvuurtjes
liefde in je hart
en alle geluk van de wereld...

Dat 2006 maar
een fantastisch jaar
mag worden!

Dondersteen en de koekjesfabriek



Weet u nog, die vrouw van dik zeventig die altijd klaar staat voor een ander? De vrouw van wie ik het recept kreeg voor kniepertjes en spekkedikken... de vrouw die altijd voor een ander bakt? Nou, volgens mij bakt ze voor het hele dorp!
Ik had maar liefst negentig kniepertjes en ben bij dertig spekkedikken maar gestopt. Beetje jammer van al dat beslag. Ik had er gemakkelijk honderd kunnen bakken. Maar wanneer moeten we dat allemaal dan opeten?
Notitie voor mezelf: meteen het recept aanpassen!

vrijdag, december 30

Tradities

In Drenthe bestaan, rond oud en nieuw, een aantal tradities. Eén daarvan is het bakken van kniepertjes, rollegies en spekkedikken. Een kniepertie is een plat wafeltje en een rollegie is datzelfde wafeltje maar dan opgerold. De knieperties symboliseren het oude jaar. Ze liggen open, alles is bekend, er zijn geen verrassingen meer. Die eet je dus op oudejaarsavond. Het rollegie staat voor het nog onbekende, dichte, nieuwejaar. Die eet je dus op nieuwjaarsdag. En dan bij voorkeur gevuld met slagroom. Mjam. En de spekkedikken? Die brengen geluk! Je eet ze op nieuwjaarsdag. Een soort slappe wafels zijn het met daarin anijs, spek en droge worst. Om je vingers bij op te eten. Echt waar.

Zo lang als ik me kan herinneren waren er altijd wel zelfgemaakte knieperties en vaak ook spekkedikken. Maar de makers van al dat lekkers, de generatie van mijn moeder (én ouder), worden langzaam maar zeker ouder. De kans dat je ze dus -zomaar- krijgt is niet meer zo groot. Daarom besloot ik ze dit jaar zelf te gaan bakken.

Ik kreeg gisteravond, telefonisch, een bijscholing 'spekkedikken bakken voor beginners' van de vrouw die ze altijd bij mijn moeder bezorgde. Ze bakt ze zelf niet dit jaar. 'Ik zit wat in de lappenmand,' vertelde ze door de telefoon, 'het is me teveel gedoe om er dit jaar aan te beginnen.' En toen volgde een half uur lang instructies over lauwwarm water, gesmolten roomboter, en hoe belangrijk het was de ingrediënten in de juiste volgorde in het beslag te doen. 'Eérst lauwwarm water, dan de stroop en boter erin en als het beslag goed is pas dán het roggemeel er door! Als je op zaterdag wilt bakken moet je wel op vrijdagavond het beslag maken. Het is het allerlekkerste als het beslag één nacht in de koeling staat. En als je er niet uitkomt, ik ben thuis hoor. Niet aarzelen, je kunt me gewoon bellen!'

Een prachtmens is het. Dik zeventig jaar oud en dan nóg altijd klaar staan voor een ander. Ik ga dus vanavond het beslag maken en morgen bakken. En als het project lukt moet ik op nieuwjaarsdag maar even naar Gasselte denk ik. Want daar woont de instructrice. Dan breng ik haar wat spekkedikken, als geluk voor het nieuwe jaar.

donderdag, december 29

Opruiming

Het is vandaag opruim-dag. Ik heb, sinds de kerst achter de rug is, de kriebels. Het oude jaar moet er uit. De oude dingen moeten weg. Tijd voor nieuw, tijd voor een schone lei, tijd voor een lege bladzij. Ruimte moeten we hebben.

Vanochtend besloot ik dat de boom er eerst maar uit moest. Hij stond me in de weg en ik was klaar met kerst. Dus sleepte ik alle dozen weer van boven naar beneden, ontmantelde de boom, vulde al die dozen weer met ballen en versierselen en bracht vervolgens alles weer naar boven.

Daarna soppen. Eerst de keuken want die was tijdens de kerstdagen intensief gebruikt. Daarna de kamer. Toen stofzuigen. Dweilen. En tussendoor allerlei troep opruimen. Buiten dwarrelden sneeuwvlokken vrolijk door de lucht, binnen stond lekkere muziek op. Ik ging als een speer. Greep hier wat, poetste daar wat en ja hoor... het oude jaar is bijna verdwenen. Er is weer ruimte.

Nu nog even boodschappen halen en dan vanavond naar Norg. Dan gaan we uit eten met mijn moeder, zus en zwager. Want het is de sterfdag van mijn vader vandaag. Acht jaar geleden stierf hij. En dat herdenken we ieder jaar op gepaste wijze. Zijn wijze.

woensdag, december 28

Geluk

Voor ons in de rij stond een ouder echtpaar. Ouder dan Peer en ik. De man had een zeer artistiek hoofd, lang golvend grijs haar compenseerde een hoog kalend voorhoofd. We schuivelden met ons vloerkleed en de ovenschaal stapje voor stapje verder. Het was druk. Bere-druk. Want het was Woonsdag. Wist ik veel. Ik wilde gewoon een nieuw vloerkleed en een hapje eten.

De rij naast ons ging sneller. De man met het artistieke hoofd keek naar de rij, naar z'n vrouw en met een kort hoofdknikje werd de beslissing genomen; ze schoven één rij naar rechts. 'Als iedereen dat nou doet zijn we zó aan de beurt!,' riep Peer enthousiast. De man keek om en lachte. Ik vertelde hem dat ik altijd in de verkeerde rij sta. 'Ja,' zei hij, 'dan is de kassarol op, of de pin doet het niet...' Ik knikte. Maar ondertussen stond hij niet meer in mijn rij en ik altijd in de verkeerde... De man met het artistieke hoofd besefte dat ook en een wedstrijdje ontstond.

Hij liep ver op ons in. Keek grijnzend achterom. Maar toen stokte zijn rij en liepen wij weer in. Ik grijnsde niet. Want zo ben ik niet (...). We schuivelden en hielden elkaar nauwlettend in de gaten. Leuk was het, zo'n wedstrijdje als je toch niks beters te doen hebt.

Uiteindelijk won hij. Dik. Hij keek nog een keer achterom en lachte breed. Ik zou durven zweren dat ik hem licht zag huppelen toen hij richting de uitgang liep. 'Zo,' zei ik, 'die is ook weer gelukkig. Dat hebben we dan toch maar mooi geflikt! Nu moeten wij alleen nog even zorgen dat we ook door de kassa komen.'

Toen we eindelijk, eindelijk, ein-de-lijk aan de beurt waren kwam een jongen in een geel Ikea-shirt aanlopen. De kassajuf had onze ovenschaal bijna opgepakt toen ze hem zag aankomen. 'Oh, kom je me aflossen? Fijn!' En toen moest haar la er uit, haar spullen werden bij elkaar gegraaid, oh, bijna haar flesje water vergeten, wacht nog even... de bodywarmer moest nog mee. De jongen deed een nieuwe la er in, zijn personeelspasje door de kassa, en nog een keer, en toen, eindelijk, 'blieb'.

'Ik wou dat die man dit nog had kunnen zien,' zei Peer.
'Ja,' zei ik, 'dan was hij nóg gelukkiger geweest!'

dinsdag, december 27

Wegisweg

Mannen van stavast

In een achterkamertje op het Haagse binnenhof zaten twee ernstig kijkende mannen bij elkaar. 'Als we een echt besluit nemen,' zei de ene man erstig tegen de andere, 'dan valt dit kabinet. D66 wil absoluut niet mee in deze beslissing. Zij weigeren naar Afganistan te gaan. Hoe pakken we dit aan? Ik wil natuurlijk blijven zitten waar ik zit en dat zal voor jou toch niet anders zijn?' De andere man knikte instemmend. Hij dacht diep en lang na en toen zei hij: 'Ik heb een plan. Als we nou eens naar buiten brengen dat we vooralsnog geen besluit nemen maar dat we een voornemen uitspreken? Dan laten we de kamer het besluit nemen. Dan zijn zij de bonte hond, hebben wij geen heibel met D66 én, wat nog belangrijker is, we kunnen allemaal gewoon lekker in het pluche blijven hangen.'

De mannen probeerden het te verkopen in de tweede kamer. Maar er werd, een beetje lacherig zelfs, met hoofden geschud. Dit kon toch niet een echt kabinetsstandpunt zijn? Proest. Maar toen de partijen doorhadden dat deze mannen écht serieus waren ging er een vuist de lucht in. Harry van Bommel van de SP stond op en zei hier niet aan mee te willen werken. De regering moest eerst maar eens een standpunt innemen en dan zou de kamer er wel over debatteren. Dat was de gang van zaken. De regering regeert. Dat is tenminste de bedoeling...

Het eerste deel van dit blog verzon ik. Maar het bericht over Harry van Bommel hoorde ik vandaag op de radio. 'De SP vertikt het om een besluit te nemen,' zei de nieuwslezer. En ik deed, in mijn eentje, een wave voor Harry van Bommel. Want ik hou van mannen van stavast. Helemaal als ze het opnemen tegen het stelletje slapjanussen die op dit moment "de baas" zijn over ons land!

maandag, december 26

Grote jongens

Ooit was hij (de sub-zoon links op de foto) de slechtste eter die ik ooit zag. 'Dat lust ik niet,' kwam vaak voor. En hij lustte het dan ook echt niet. Hij wilde niet naar het buitenland op vakantie want daar 'praten ze raar'. 'Niks aan', die verre landen en andere culturen. Nu studeert hij internationale communicatie en woonde in verband met die studie al eens een half jaar in Finland. Op dit moment woont hij in Portugal en met ingang van februari zit hij voor een half jaar in Brussel. Koken is zijn passie. Hij riep een paar weken geleden: 'Ik heb zo'n fantastisch recept voor tiramisu.' En toen ik voorstelde dat hij dat dan maar moest maken voor tweede kerstdag was het meteen goed.

Ooit was hij (de sub-zoon midden op de foto) stil en verlegen. Hij was niet de slechtste eter, dat was zijn broer, maar echt genieten van eten was er ook niet bij. Studeren ging niet zo best. Hij haalde de MAVO en ging aan het werk. Inmiddels heeft hij een bijzonder goede baan, heeft net zijn HBO-Wiskunde afgerond, verbouwt in zijn eentje zijn huis én is dol op koken en lekker eten.

'Zullen we met de kerst allerlei hapjes eten?' vroeg de één.
'Dat is goed,' zei ik, 'wie maakt dan wat?'
'Ik maak de Tiramisu,' zei de jongste.
'Zal ik dan tappas maken?,' zei de oudste.
'En als jij dan vissoep maakt...' keek hij er lief achteraan.

En zo stonden we vanavond met z'n drietjes in de keuken. Zo gezellig. De één sneed groente. Ik gooide rivierkreeftjes in de vissoep en de ander prees bij mij Osseworst aan. 'Oh, met mosterd en uitjes, zó lekker!' En ondertussen zat sub-zoon nummer drie in de kamer achter de computer, met z'n vader.

Ik heb vandaag weer genoten. Dat moge duidelijk zijn.

Kerstpuzzel

We maken hem al zo lang als hij bestaat; de kerstpuzzel van het Dagblad van het Noorden. Een pagina vol cryptische rebussen met dit jaar als thema 'reizen'. Nou, dat moet toch een makkie zijn voor mensen die zo van reizen houden als wij. Niet dus. Het is inmiddels dag drie en we hadden er tot vanochtend nog maar 18 gevonden. Van de 40! De laagste score ooit volgens mij.

Hij komt uit op zaterdag. Dan beginnen we allemaal te puzzelen. Eerste kerstdag wordt hij dan meegenomen naar de kerstmaaltijd. Gisteren dus. En we kwamen écht niet verder dan die 18 oplossingen. Maar vanochtend... 'u hebt mail!' deed mijn computer. Collega Hejemato schreef: 'Hoeveel hebben jullie er? Wij zitten nu op 20.' We wisselden antwoorden uit. En kwamen zo weer een stapje verder.

Straks komen de jongens voor gezelligheid, cadeautjes en vissoep met tappas. Hun oma (van de kant van Peer z'n ex) maakt ook altijd de kerstpuzzel, dus misschien wordt er van die kant nog iets toegevoegd.

Terwijl ik dit blogje tik heeft Peer een collega op de MSN. 'Hoeveel hebben jullie er?'. Peer hangt de krant op naast de computer en gaat antwoorden doorgeven.

En zojuist ging de telefoon, mijn moeder. 'Volgens mij heb ik nummer acht gevonden hoor. Maar ik denk dat het niet goed is want wat heeft haring nou te maken met reizen?' Dat ik mijn liefde voor kamperen niet van huis uit heb meegekregen is bij deze dan ook meteen duidelijk.

zondag, december 25

Familiekerst

'Kan ik iets voor je doen?'
'Wat eten we?'
'Ben je ontbijtkoek aan het bak-ken??'
'Wat zijn dat dan? Gebakken noten?'
'Er zit schimmel op die kaas hoor...'

'En nou al-le-maal mijn keuken uit!!'

Het was, ondanks (of misschien ook wel dankzij) het vele bezoek in mijn keuken, erg gezellig. Ik had me van te voren een beetje zorgen gemaakt of het allemaal wel goed zou lopen en of ze het allemaal wel lekker zouden vinden. Er zaten nogal wat gerechten tussen die niet bepaald doorsnee te noemen waren. Zou, met name de jongere garde, dat wel weten te waarderen? Nou, dát was echt niet nodig geweest. Alle acht gangen gingen er in als de ontbijtkoek die geroosterd door de salade zat (hoe verzinnen ze het, maar het was erg lekker!).

'Een salade met peer en kaas,' las mijn zus hardop van de menukaart toen ik net alle salades had uitgeserveerd. 'Peer?', zei ze. 'Shit,' zei ik en holde naar de keuken om de peer te halen... Neef Jaap zat naast me aan tafel en riep: 'Oh!' toen hij de eerste hap van zijn hoofdgerecht nam. Daarna keek hij me aan met wat het best beschreven kan worden als een gelukzalige grijns. Ik gaf hem het recept maar dat was niet de bedoeling, ik moest voortaan maar voor hem komen koken, zo werd mij meegedeeld. Nichtje Jannie bouwde een toren van haar Pavlova, deed het verse fruit er op en daar weer slagroom bovenop. Haar mond ging heel ver open voor een enorme hap. Nog een gelukzalige grijns kwam mijn kant op. 'Dit is óók lekker,' zei mijn moeder toen ze haar na-muse van citrusijs naar binnen lepelde.

'Pap'. Ja hoor, ik kan het nog zeggen. Nog nét. Het was gezellig, het was lekker, het was lachen, het was kerstpuzzel, het was cadeautjes, het was warm en tijdens het hoofdgerecht bijna te hectisch, het was een heerlijke eerste kerstdag.

Iedereen riep enthousiast dat ik volgend jaar wel weer mag koken. Tja. Daar moet ik nog maar even een nachtje over slapen. Of eigenlijk 350 nachtjes.

zaterdag, december 24

Voorbereid


De tafel is gedekt.
De voorbereidingen zijn klaar.
De gasten kunnen komen.
Maar dat is morgenmiddag pas...
Wij liggen dus vanavond lekker languit
op de bank voor de buis.

Voor alle lezers van dit blog:
hele, héle fijne kerstdagen gewenst!

Voor-bereiden (2)

'Mam?'
'Ja kind..'
'Nou heb ik voor de kerst mijn twee kandelaars gepoetst..'
'Ja, dat las ik op je weblog.'
'Maar jij hebt de grote kandelaar. En nou dacht ik, misschien mag ik die wel lenen, hij staat vast prachtig, midden op tafel, tijdens dat acht gangen diner van morgen.'

Het werd even stil aan de andere kant van de lijn. Heel even dacht ik dat ze het niet goed zou vinden. En dat zou vreemd zijn, want op uitleengebied heeft mijn moeder me volgens mij nog nooit iets geweigerd.
'Nou ik er over nadenk', klonk het vanaf de andere kant van de lijn, 'ik weet helemaal niet waar ik dat ding heb gelaten!'
'Wat?!? Hoe kun je die nou kwijt zijn, zo'n prachtige kandelaar...'
Ik was werkelijk verbaasd want bij ons in de familie zijn niet veel dingen die onder de categorie pracht en praal vallen. Zo zijn we nou eenmaal niet. Er waren wel prachtige tafellakens van damast (waarvan ik er twee in mijn bezit heb) en er waren vijf verzilverde kandelaars, vier kleintjes en één grote. Mijn zus en ik kregen allebei twee kleintjes, mijn moeder hield de ene grote. En nu was ze hem kwijt? Ze beloofde te gaan zoeken en zou daarna terugbellen.

'Ik heb hem hoor! Maar hij is wel heel smerig. Dat wordt heel hard poetsen...'
'Dat vind ik niet erg. Ik heb die twee van mij ook schoon gekregen en die waren werkelijk heel erg vies.'
'Nou kind, sterkte ermee, het zijn allemaal hoekjes en bochtjes en randjes en richeltjes, wat een klus. Jij liever dan ik. Weet je wat, hou die kandelaar maar. Ik gebruik hem toch niet en we vieren immers altijd kerst bij jullie?'
'Nou... dánk je wel!'
Blij, blij, blij was ik.

Peer, die toch al in Norg was, bracht de kandelaar mee naar huis en ik begon te poetsen. Tjonge, dat viel niet mee zeg. Mijn moeder had groot gelijk met haar hoekjes, gaatjes, randjes en richeltjes. Zucht. Mijn linkerpols ging er helemaal zeer van doen.

Maar toen kreeg Peer een helder idee. Ik zag het gebeuren. Hij holde de trap op naar zolder en kwam even later terug met een geweldig hulpmiddel. De kandelaar ging er helemaal van glimmen. En ik ook.

vrijdag, december 23

Voor-bereiden

Kleren laten bezorgen
(voor 't eerst van mijn leven)

De laatste proefbaksels
(geweldig gelukt)

Damast strijken, zilver poetsen
(bijna klaar)

Amuselepels schoonmaken
(want nieuw)

Donder gaat lekker!

donderdag, december 22

Arbeidsvoorwaardengesprek

'Kun jij donderdagmiddag met Jannie naar Beilen?' vroeg zus me twee dagen geleden. Nichtje Jannie, nét zestien lentes jong, had een weekendbaantje geregeld bij het GGZ. En nou moest ze naar het hoofdkantoor voor een arbeidsvoorwaardengesprek. Zus zat omhoog. Ze kon vandaag niet weg van haar werk en aangezien ik vrij was...

'Tuurlijk!' zei ik. 'En wat is precies de bedoeling?'
'Nou, ik denk dat je misschien wel mee moet naar het gesprek zelf, ze is nogal zenuwachtig. Eerste keer hè, dat is behoorlijk eng.'

En zo reed ik vanmiddag met nichtje Jannie richting Beilen. Ze zat naast me in de auto te friemelen met het briefje waarop de routebeschrijving stond. Af en toe hoorde ik een licht zenuwachtige zucht.
'Je vind het toch niet écht eng?'
'Nou... écht wel!'
'Maar wat is er dan eng aan zo'n gesprek. Ze legt alleen maar uit wat je contract inhoudt en dan teken je en dan gaan we weer naar huis.'
'....'
'Stelt niks voor hoor. Echt niet'
'Eh... tante Dondersteen?'
'Ja kind.'
'Ga je dan wel mee naar binnen?'
'Als jij dat écht wilt, maar dan moet je dat wel zelf zeggen tegen de mevrouw van personeelszaken'
'Moet dat echt. Kun jij niet even voorgaan? Even uitzoeken hoe het zit.'
'Nee, het is jouw gesprek. Jij moet het regelen.'
Friemel, friemel, zucht.

Ondertussen reden we Beilen binnen.
'Waar moeten we eigenlijk zijn bij het GGZ?'
'Huh? Nou, gewoon, bij het GGZ'
'Ja maar wáár, in welk gebouw?'
'Eh? Gebouw? Nou, hét GGZ-gebouw natuurlijk...'

We reden het terrein op en werden omringd door gebouwen, borden, routes, nog meer gebouwen.
'Oh. Jee. Ze hebben hier dus heel veel gebouwen... '
'Ja. Net als bij het GGZ in Assen waar jij gaat werken. Wat had je dan verwacht?'
'Nou, één gebouw. Dat was toch genoeg geweest?'
Ik stopte bij het hoofdgebouw en ging even vragen. Daar bleek ook personeelszaken gevestigd te zijn. Even later zaten we te wachten op de personeelsmevrouw. Toen ze er aan kwam steeg naast me het zenuw-gehalte tot een hoogtepunt. Ik moest wel even glimlachen. Zo schattig...
'En wie is dit?' vroeg de personeelsmevrouw.
'Dat is mijn tante!'
'Wil je graag dat ze bij het gesprek zit?'
'Eh... Ja... Eh... Best...'
'Nou dan doen we dat toch?'

En zo zaten we even later om tafel. Voor ons het contract en een enorme map vol informatie over de werkgever, pensioenen, hepatitis-inentingen, personeelsvereniging etc. etc. etc.
'Ben je met de auto gekomen?' vroeg de personeelsmevrouw aan Jannie.
'Ja...'
'Als je dan even dit formulier invult krijg je de reiskosten vergoed.'

Jannie keek naar het formulier. Kleurde nog roder. Ik zag haar denken. Wat moest ze hier nou mee. Want ze was wel met de auto maar het was niet haar auto dus had ze eigenlijk geen recht op die vergoeding. Toch? Voorzichtig draaide ze haar hoofd om en keek me aan. Ik barstte in lachen uit.

'Je mag natuurlijk die vergoeding later uitbetalen aan je tante,' lachte de personeelsmevrouw.
'Of een bloemetje voor me kopen,' vulde ik aan.

Helemaal opgelucht tekende nichtje Jannie het declaratieformulier. En even later haar aller-aller-allereerste contract. Zo stoer. Zo gaaf. Zo écht!

woensdag, december 21

Moederliefde

Terwijl ik vanmiddag achter de computer op mijn werk zat hoorde ik opeens, vanaf het bureau aan de overkant: 'Maar dat dóé je toch ook niet!'

Ik keek op, was er met mijn hoofd niet helemaal bij, want de brief waar ik mee bezig was bleek best lastig te zijn. Aan het hoofd van Kronkels te zien was ze bloedserieus en zéér verontwaardigd. Ze zag mijn vragende blik.

'Ja, nou... dat dóé je je kind toch ook niet aan!' zei ze nog een keer verontwaardigd. Ik snapte er helemaal niks van. Een kort knikje van Kronkels richting de radio bracht uitkomst. 'Het was eerste kerstdag, ne-gen-tien-een-en-zestig,' zong Youp van 't Hek ons toe.

Ik begon hard te lachen. 'Je kunt wel merken dat jij moeder bent!,' zei ik, 'want dit valt absoluut onder de catagorie onvoorwaardelijke moederliefde.' Ze keek nog steeds een beetje verbolgen maar moest ook wel om zichzelf lachen.

'Ja nou...' zei ze nog een keer, 'die stomme Flappie ook...'

dinsdag, december 20

Enquête

Het hotel waar we afgelopen weekend verbleven boekte ik via het internet. Klikkerdeklik. En klaar. Stelt niets voor. Tijdens het zoeken naar het meest geschikte hotel voor ons las ik de reacties die vorige hotelbezoekers op de site hadden achtergelaten. 'Help me onthouden dat ik ook even zo'n recentie plaats,' zei ik tegen Peer toen we zondag naar huis reden. Maar ik vergat het natuurlijk. En Peer ook. Als je eenmaal weer thuis bent heb je meteen weer duizenden andere dingen te doen.

Vandaag ontving ik een mailtje van de hotel boekings-site. Of ik mee wilde werken aan de klanten-recenties. En dat wilde ik wel want ik was het immers toch al van plan? Ik klikte dus door naar hun site en vulde allerlei vragen in. Ze vroegen wat er goed was aan het hotel en wat er minder goed was en of er nog iets verbeterd kon worden. Ik vulde lustig in en klikte door. Nog een paar vragen...

'In welke categorie valt u?' was de laatste vraag. Ha! Een meerkeuze vraag. Altijd gemakkelijk. Ik las de mogelijkheden door.
Bent u:
Reiziger alleen? Eh... nee.
Een jong paar? Nou, nee, dat toch ook niet meer, we zijn al veertien jaar samen.
Familie met jonge kinderen? Nee. Dat zéker niet.
Familie met oudere kinderen? Nee, ook niet. We waren gewoon met z'n tweetjes.
Groep? Nee, twee is toch niet echt een groep...

Er bleef één mogelijkheid over. En ik moest hem wel aanklikken. Omdat al die bovenstaande mogelijkheden afvielen. Een kwestie van deductie, beste Watson. En nu is het dus officieel. We zijn, volgens deze site althans, een ouder paar. Ook al ben ik nog maar 42 lentes jong!

En dan ga ik nu maar even zitten huilen in een hoekje als u het niet erg vindt.

maandag, december 19

Wijze raad

Jaren geleden werd ik behandeld door een haptonoom. Vanwege stressklachten. Omdat ik altijd maar aardig gevonden wilde worden. En ik vond het vreselijk belangrijk dat iedereen tevreden was over mij en wat ik deed. Al die zaken bij elkaar opgeteld leidde tot hyperventilatie in optimale vorm. Tintelende vingers, een pijnlijk gevoel op de borst... 'Man, ik denk dat ik dóódga!' Dat was niet zo. Het was wel het begin van de behandeling door genoemde haptonoom. Eén van de betere stappen in mijn leven. Maar dat bleek later pas. In het begin vond ik hem helemaal niet aardig, die haptonoom, veel te confronterend.

Hij leerde me eerst weer ademhalen. En toen om rust te nemen en voor mezelf op te komen. En al doende leerde ik dat mensen me toch wel aardig vonden. Daar hoefde ik helemaal niet zoveel moeite voor te doen. Dat was het moment dat de behandeling overging van confronterend naar verfrissend. De onaardige haptonoom bleek een aardige en vooral ook wijze man te zijn.

Eén van de belangrijkste lessen was het omgaan met stress. 'Als het zó druk op je werk wordt dat je het niet meer overziet,' zo sprak de wijze man, 'dan kun je eigenlijk nog maar één ding doen. Je zet een hele dikke, vette streep onder die dag. Neem jezelf voor dat alles wat je na die streep nog doet meegenomen is. Besef dat er morgen weer een dag is. Op die manier wordt het een optelsom. Druk + druk, dikke streep... = rust.' Als je dat niet doet kan druk + druk leiden tot verstikking en daar schiet niemand iets mee op.

Vanmiddag om 13.30 uur zette ik een dikke vette streep. Vanwege druk + druk. En dat gaf zoveel rust dat ik toch nog heel veel werk af kreeg én met een tevreden gevoel naar huis ging.

zondag, december 18

Weekend-impressies

Door dikke sneeuwbuien reden we met niet meer dan honderd kilometer per uur westwaarts. Kerstmuziek klonk uit de radio.

Het hotel was gevestigd in een oud huis. De trap kraakte nostalgisch toen we ons koffertje naar boven brachten. Ik keek uit het raam en slaakte een kreet van verrassing: 'Ik zie de zee! Peer, kijk nou... de zee!'

Toen we de straat uitliepen richting het strand kwamen we in de wind terecht. Westerstorm. Pal tegen. Opeens was ik Peer kwijt. Toen ik achterom keek zag ik hem de straat doorrennen. Achter zijn muts aan.

Golven beukten zo hard tegen de onderkant van de Pier dat het water over de railing sloeg. Wij zaten binnen, in het restaurant, achter een warme chocolademelk met slagroom én gebak. We voelden de Pier af en toe trillen van het gebeuk van de golven. 'Wow,' riepen we.

We wandelden over de bijna verlaten boulevard richting het restaurant. Ik stak mijn hoofd nog iets dieper in mijn sjaal en stopte mijn handen in de zakken van mijn jas. 'Oh, wat hou ik toch van dit soort verlatenheid,' verzuchtte ik. 'Lege badplaatsen in de winter, dat is écht heel erg fijn!'

In de ontbijtzaal werden we opgewacht door een statige oude meneer. Keurige broek. Overhemd. Spencer. Mooi oud hoofd met grijs golvend haar. 'Wenst u koffie of thee mevrouw?' vroeg hij. En heel even voelde het alsof we een butler hadden. 'Koffie graag,' zeiden we.

'Klik. Klik. Klik. Klik' deed mijn fototoestel. 'Hoeveel foto's heb je nou al van het Kuhrhaus?' vroeg Peer. 'Eh.. ik denk, door de jaren heen, misschien wel honderd,' zei ik lachend. Maar als je verliefd bent op zo'n mooi gebouw, dan wil je daar toch heel veel foto's van maken? Bovendien. Het licht is iedere keer nét even anders. Dus ik moest wel. Klik. Klik. Klik.

We liepen gearmd het hele stuk van het Zwarte Pad tot aan de vuurtoren. Praten, wandelen, foto's maken en heel veel diep inademen. Er gaat niets boven zilte lucht.

De openingsact van The Lion King bracht tranen in mijn ogen. Zo mooi. Zo sprookjesachtig mooi. Dat is met geen pen te beschrijven. En dat doe ik dus ook niet. Maar als u, lezer van dit blogje, nog niet bent geweest en wel van plan bent om te gaan maar nog niet geboekt hebt om welke reden dan ook: Ga wel. Boek. Doe het nu. Mis dit niet. U zou uzelf tekort doen.

vrijdag, december 16

Inloop-kerk

We gingen, na het eten, even naar Norg. Daar was een kerstmarktje op de Brink. Er waren kraampjes, er was warme worst en glühwein, er was zelfs een klein ijsbaantje voor de kinderen aangelegd. Heel sfeervol.
Gezellig was het niet. Er waren heel weinig mensen op de markt afgekomen. Zij hadden denk ik allemaal naar het weerbericht gekeken en waren binnen gebleven. En dus hadden we de ruimte. We slenterden langs de kraampjes waar ik een prachtige ketting voor mezelf tegenkwam. 'Hee hallohoo... jij bent van mij, wist je dat?' De ketting wist het niet. Maar zat even later, nadat ik de mevrouw in de kraam wat euro's had betaald, in mijn jaszak.

We keken een poosje naar de hummeltjes die voortkrabbelden op het kunstijs en bibberden er lustig op los. Want koud was het. Erg koud zelfs. 'De kerk is open,' zei mijn moeder opeens, 'ik geloof dat daar een boekenmarkt is.'

In de kerk was het aangenaam warm. Er was geen boekenmarkt maar achter in de kerk speelde de plaatselijke harmonie mooie kerstmuziek. Een inloopconcert was het. Mensen kwamen binnen, zaten een poosje te luisteren en gingen weer weg. Een vrouw schoof haar kinderwagen tussen de banken, knooptje haar jas los en ging zitten. Even rust. Twee vrouwen bespraken, in de bank achter ons, hun kleine probleempjes. Kinderen speelden in het middenpad. En de harmonie speelde steeds maar door.

We zaten naast elkaar in de harde kerkbank te luisteren naar de muziek en werden langzaam weer warm. En terwijl ik daar zat bedacht ik dat dát nou precies is wat een kerk zou moeten zijn. Een warme plek om zomaar naar binnen te lopen. En er ook weer uit. Wanneer je maar wilt.

donderdag, december 15

Vrijheid van meningsuiting

Ik was net even in ons oude dorp. De dorpsgek die daar de laatste máánden iedereen óf bijna tot wanhoop heeft gedreven óf weg heeft gejaagd doet nu net alsof het allemaal een grapje was. Maar genoeg is genoeg, hoor, zo verklaart ze/hij/het nu. Als niemand meer rot doet dan houdt ze/hij/het er mee op. Yeah, right. En waarom geloof ik daar nou helemaal niks van?

Op de vraag waarom Henny steeds zo aangevallen werd antwoordde ze/hij/het: "wat henny betreft die heeft een paar dingen gezegd, waar ik niet zo blij mee was".

Dat is op 20six dus al voldoende om vieze gore porno in je blog te krijgen. En niet één keer, nee, iedere keer als je je neus om het hoekje van de deur steekt daar. Omdat je ooit iets gezegd hebt waar iemand niet zo blij mee was. En, alsof dat nog niet genoeg is, we moeten daar dus kennelijk ook nog een begrip voor hebben?!?! Pardon?

Wat een zielig type. Sorry hoor. Maar dat moest er even uit!
En dan is dit hoofdstuk wat mij betreft nu afgesloten. De Dorpsgek kan terug naar Schoonvergeten.


Henny, ik weet het wel, ik moet me er niet over opwinden maar opvreten is zó ongezond voor me. ;-)

woensdag, december 14

Driedubbelellende

Ik ging met grote tegenzin naar haar toe. Maar het moest. De dubbele wortelkanaalbehandeling van een paar weken geleden zou vandaag worden afgewerkt. Fluitje van een cent. Nog even schoonmaken, nieuwe vulling er op en klaar. Ein-de-lijk klaar. Zo stond het in de planning.

Er werd niet verdoofd. De zenuw was immers inmiddels op non-actief gezet en in principe zou ik niks meer voelen. Aldus mijn aardige Zuid-Afrikaanse tandartsmevrouw. 'En als u wel ies voel dan moet u eve zeggen, dan verdoof wij alsnog.' Ik blijf het een grappig taaltje vinden en knikte dus lachend dat ik het begreep. De behandeling begon. En ja hoor.. 'Aughwww!!!' gorgelde ik. 'Oei, das nie bes... ik gao snel even verdoof',' zei de tandarts. De verdoving deed zijn werk. De behandeling ging verder. 'Het is toch raor hoar,' mompelde de tandarts. Ze keek eens naar het computerscherm waar inmiddels een serie van acht foto's te zien was. Allemaal van deze ene kies. Ze keek weer naar mijn kies, of eigenlijk keek ze in mijn kies, en toen weer naar het computerscherm. De boor kwam er bij. 'Nog eve een stukkie boare...' mompelde ze weer. En weer keek ze met een grote frons richting computer. Het haakje kwam er bij ze zette kracht en toen...


'A-ha!, Ik wis het, ik wis het!' ze danste nog net geen rondje.
'Dus daar wordt jij blij van,' zei de assistente lachend.
'Joa, nou en of!' jubelde mijn tandarts.
Ik nam zelf aan het gesprek niet deel want op dat moment zaten er twee keer vier vingers, een haakje, een boor, een hele serie watten en een afzuigding in mijn mond. Dat praat wat moeizaam, dat kan ik u verzekeren.Toen alles weer uit mijn mond was vroeg ik wat er aan de hand was.

'Kijk,' zei de tandarts terwijl ze naar de foto wees, 'Daar is één wortelkanaal en daar is nog één wortelkanaal. Beide heb ik de vorige keer behandeld. Maar kijk nou nog eens, daar, verstopt achter het linker wortelkanaal zit er nog ééntje. Heel bijzonder, drie kanalen. Hij had zich verstopt, was op de eerste foto's niet te zien én ik kon er haast niet bij. Maar nu is hij open en ik ben blij.' Jubel, jubel, juich, juich.


Zij blij. Nou ik nog. Want ik lag weer een heel uur lang op mijn kop vandaag (het is de kies linksboven en dan he-le-maal achterin) en daar word je echt niet vrolijk van. Daarnaast zit ik weer met twee dagen van die smerige napijn én moet ik in januari nóg een keer voor een nabehandeling. En dat zal dan, net als vandaag, de laatste keer zijn?



PS: ondanks bovenstaande ging ik wel gewoon door met proefkoken voor de kerst (met mijn eeuwige dank aan de uitvinder van de paracetamol). Vandaag testen we het koude voorgerecht. Bij Peer staat het resultaat. Ook maakte ik nog een pavlova met fruit/slagroom vulling. Maar die is te groot uitgevallen. We nemen hem mee naar mijn moeder om hem daar soldaat te maken...

Cadeautje

Onze provider bestaat deze maand 12,5 jaar. En daar zijn ze blij mee. Om de feestvreugde te verhogen kwam bij de Consumentenbond hun ADSL-abonnement ook nog eens als beste uit de test. En daar zijn ze ook al zo blij mee.
Vanwege die feestvreugde kwam er vanmorgen een mailing met de post. Het was cadeautjestijd. Als je de Spamfilter van XS4all ging gebruiken kreeg je, gratis en voor niets, een vergroting van je mailboxen naar 500Mb. Maar wat nóg leuker was... De eerste 12.500 mensen die reageerden konden een gratis XS4ALL T-shirt krijgen. Ik klikte, klikte, klikte nog één keer... en werd vervolgens de eigenaar van zo'n kekkie T-shirt. Peer is er vast heel blij mee!

dinsdag, december 13

Koopzegels

'Goedenmiddag!'
'blieb...'
'blieb...'
'blieberdebliep...'
'Wilt u koopzegels?
Wilt u de bon?
Prettige avond!'

'Goedenmiddag!'
'blieb...'
'blieb...'
'blieberdebliep...'
'Wilt u koopzegels?
Wilt u de bon?
Prettige avond!'

Nou niet denken dat ik dit keer wél vlot geholpen werd.
De eerste klant wilde graag koopzegels maar de kassa-dame kon niet tellen. Het moest drie keer over. De tweede klant wilde géén koopzegels. Maar liet al haar boodschappen vallen. En zo werd het toch nog een lange wacht.

Maar sowieso: hoe hopeloos ouderwets zeg! Koop-zegels! Om op een kaart te plakken?! We leven in de moderne tijd hoor. De jaren vijftig zijn al lang voorbij. Iedereen heeft tegenwoordig pasjes. Met chips. Of magneetstrips. Of beide! En dan verkoop je, als grootste kruidenier van het land, nog steeds koop-zegels? Kom op zeg, ga eens echt op de kleintjes letten en zie hoeveel tijd dat kost in de rijen bij de kassa! Tsssss.

maandag, december 12

Proefbakken (2)

Nee echt.
Ik ben al-tijd de rust zelve.
Niet snel kwaad te krijgen.
Maar ik laat me potjandrie toch niet op mijn kop zitten door eiwitten die niet stijf willen worden?
Nou dan!


PS: het ruikt hier (alweer) zalig.

Proefbakken

Nou moet u niet allemaal gaan denken dat ik een ontzettende keukenprinses ben hoor. Want ik deed het voor het eerst vanmiddag. Proefbakken. Nog nooit eerder gedaan. Maar vanwege dat zesgangenmenu (zie blogje hieronder) en allerlei onbekende recepten leek het me wel zo verstandig. Eén van de toetjes die een hele goede kans maakt om keus-van-de-kerst te worden is een amandelmerinque met karamelroom. Toen ik het plaatje zag liep het water me al in mijn mond en toen ik het recept begon te lezen...

Diepe zucht. 'Eiwitten,' mompelde ik, 'ik wist het wel! Grrrrr.... ei-witten! Ik kan me herinneren dat dat jaren geleden al eens héél erg fout ging'. Nog een diepe zucht, nog eens bladeren. Maar uiteindelijk besloot ik het toch nog eens te proberen. Met twee eieren. En zonder de stress van 'over-een-uur-staan-hier-tien-mensen-die-willen-eten'.

Ik waste alle onderdelen die in ging gebruiken eerst heel goed af. Want eiwitten kunnen niet tegen vet. Ik pastte vervolgens het truukje van mijn moeder zorgvuldig toe. Eerst alles even inwrijven met citroensap, had ze gezegd, dan is het echt, zeker weten, goed ontvet. Ik scheidde vervolgens de dooiers van de witten. Dat was een eitje. Ik goot de eiwitten voorzichtig vanuit het superontvette schaaltje in de superontvette beslagkom. Snufje zout erbij en het kloppen kon beginnen. En ging door. En maar door. En maar door... En wat er ook gebeurde; weer werden de eiwitten niet stijf! Lobbig, dat was het woord wat eventueel, als je het heel ruim nam, van toepassing kon zijn op de mix in de kom. Een dun, licht lobbig mengsel. Ach, what the heck, ik was nu toch bezig dus hup, suikers er bij in, beetje bloem erbij en het dunne spul werd in kleine klodders uitgegoten over de bakplaat. Een uur lang in de oven en toen...

Krijg nou wat, ze zagen er wél uit als schuimkoekjes. Gladde, totaal vormloze, schuimkoekjes en zeker niet de amandelmerinques die het hadden moeten zijn, maar toch, schuimkoekjes waren het. Ik proefde er voorzichtig ééntje. Hmmm... en nog lekker ook. Peer kwam thuis en proefde de rest. Er is er nu nog maar één over. Dus de conclusie moet zijn: proefbaksel mislukt maar het resultaat mag er tóch zijn!

PS: alle tips ten aanzien van het kloppen van eiwitten zijn meer dan welkom. Dat moge duidelijk zijn.

Plannen

Oorspronkelijk kom ik uit de horeca. Mijn ouders hadden eerst een café, toen een café-restaurant en daarna een hele succesvolle pannekoekenboerderij. Ja, ik weet wel dat daar een 'n' tussen hoort. Maar als je een groot deel van je leven in een pannekoekenboerderij hebt gewoond klopt het woord pannenkoekenboerderij gewoonweg niet. Maar dat terzijde.

Ik ben dus opgegroeid met het organiseren van grote evenementen. Bruiloften, partijen, buffetten, kerstdiners. Het was de normaalste zaak van de wereld. Nu zit ik al jaren niet meer in die sector maar bloed kruipt waar het niet gaan kan.

'Zal ik dit jaar eens weer een ouderwets kerstdiner maken?' vroeg ik mijn moeder een paar weken geleden. 'We hebben nu al jarenlang een buffet gehouden op eerste kerstdag, ik wil nu wel weer eens iets anders.' Mijn moeder protesteerde niet. En ook zus, die ik een dag later aan de telefoon had was zeer enthousiast. 'Wat moet ik dan doen?' vroeg ze. 'Nou niks eigenlijk, laat mij maar lekker gaan. Misschien dat ik wat serviesgoed van je kom lenen want met zes gangen kom ik vast borden tekort!' Het plan was helemaal goedgekeurd, en toen begon het plannen...

Er komen tien mensen eten en ik wil op z'n minst zes gangen. Ik dook dus in kookboeken en surfde over het internet. Het begint er op te lijken. De soep, het warme voorgerecht en het hoofdgerecht zijn wel zo'n beetje klaar. Op papier dan hè? Maar over het koude voorgerecht én over het toetje kan ik maar niet beslissen. Er is veel te veel lekkers. Veel te veel keus. Ik zag een heerlijk kaastimbaaltje maar ook een salade van rucola/peer/gorgonzola/noten... Ik zag geweldige taarten als toetje maar kwam ook een recept tegen van een pavlova gevuld met ijs en slagroom. En als er teveel keus is, dan weet ik het niet meer.

Nou ja, ik heb nog even de tijd. Nu eerst maar eens een boterham met rookvlees. Want tot aan de kerst moet de broekriem maar even aangehaald. En dat kan eigenlijk niet meer. Want de sinterklaas was ook al zo gezellig en lekker.

zondag, december 11

Druk

'Kunnen we nog even langs de Praxis,' vroeg ik Peer toen we vanaf de kerstmarkt in Norg terugreden naar Assen. 'Wat wil je dan bij de Praxis?' vroeg Peer. 'Even nog rode ballen halen voor in de boom...' Ik had gisteravond de boom opgetuigd. En daar waar ik voorgaande jaren koos voor strak met zilver, of paars, of blauw, of wit, had ik dit jaar gekozen voor warm. Beertjes hangen in de boom. Met rode kerstmutsjes op. Zó gezellig. Maar hij was nog wat kaal. Vandaar de plotselinge behoefte aan rode ballen.
Toen we bij de Praxis het grote parkeerterrein op wilden rijden stonden we al in de file. Het was niet een beetje druk, het was mega-druk. Heel Assen had besloten om op deze zondagmiddag te gaan shoppen. Wij lieten ons er niet door uit het veld slaan en gingen naar binnen. Even rode ballen halen en dan er weer uit. Dat was een strak plan.

En toen we door de kerstafdeling schuifelden begon ik met mijn favoriete 'treiter'-spelletje.
'Ik ben blij dat het niet zó druk is,' zei ik op heel serieuze toon tegen Peer. Het pubermeisje dat vlak voor me liep keek vernietigend achterom. Zij was tegen haar zin meegesleept naar dit mega-spektakel, dat was wel duidelijk. Even later..
'Ik ben blij dat het niet zo druk is...' De vrouw van mijn leeftijd keek me aan en begon heel hard te lachen. Bijna hysterisch te lachen. Zij was al véél te lang binnen! Weer tien meter verder...
'Ik ben blij dat het niet zo druk is...' Een man draaide zich om met open mond. Dat kón ik toch niet echt menen? Ik begon te lachen. Hij kon het niet echt waarderen geloof ik. Ook tegen zijn zin in de Praxis zeker.

Een half uurtje en vijf keer 'ik ben blij dat..' later stonden we bij de kassa.
Met rode ballen en pretogen van de lol. Eenmaal thuis werden de rode ballen toegevoegd aan de boom. 'Zo, dan kan nu de kerst beginnen!' riep ik enthousiast.

'Miauw...' klonk het aan mijn voeten.
'Nee Noes, het is nog maar drie uur, nog láng geen etenstijd!'
'Miauauauwwwww....'
'Wat? Nee. Echt. Nou moet het niet gekker worden. Dat kán toch niet!'
'Mi-hi-au-au-auwwww...'
'Nou goed, voor deze ene keer dan.' Ik vond nog een miniboompje op zolder en zette hem naast de bank. De lichtjes gingen aan en zo heeft Noes nu ook zijn eigen boom. Om onder te liggen.

Wat zegt u? Verwend? Echt wel. Tot op al z'n kattenbotten.

zaterdag, december 10

Afzetterij

'We staan morgen op de rommelmarkt, in Eelde', schreef iemand me gisteravond. En aangezien de rommelmarkt in Eelde altijd wel leuk is om even rond te struinen gingen Peer en ik vanochtend richting veilinghallen. Eerst maar even op zoek naar de ons bekende rommelverkoopsters. Het was ze eigenlijk niet druk genoeg, maar ze hadden dikke pret met z'n tweetjes en hun standgeld van € 17,50 per persoon hadden ze inmiddels al terugverdiend.

Peer en ik slenterden even later de rommelmarkt over. We zagen veel troep maar ook veel prachtige spullen. Mooie kastjes, prachtig serviesgoed, boeken-boeken-boeken... Slenter, slenter. Even hier kijken, even daar neuzen. Heerlijk.

Tegen een uur of één begon de maag wat te knorren.
'Zullen we een hapje gaan eten?' vroeg ik.
'Hmmm, lekker,' zei Peer, 'ik heb wel zin in een patatje!'
We gingen naar het eetcafe (stelt u zich er vooral niet teveel bij voor) en liepen langs het buffet. Twee flesjes chocomelk waren zo gescoord maar patat...
'Verkopen jullie hier ook patat?' vroeg ik aan het meisje dat net de kopjes stond bij te vullen.
'Ja hoor!' En weg was ze weer, zonder onze bestelling op te nemen. Ik liep dus maar door naar de kassa. De enige andere plek waar ook een meisje zat.
'Waar kan ik hier patat bestellen?'
'Dat kunt u bij mij doen, dan komen we het zo brengen.'
'Oh, okee dan, we willen graag twee kleine porties patat.'
Ze schreef een briefje en begon de bestelling aan te slaan op de kassa.
'Dat is dan negen euro vijftig,' jubelde ze vrolijk.
'Par-don?!? Ne-gen eu-ro vijf-tig!? Dat kan toch niet kloppen!' riep ik uit. Ik had tenslotte alleen maar twee flesjes chocomelk en twee kleine porties patat besteld. Verder niets. Dat kon toch nooit bijna tien euro kosten? Ooit was dat bijna twee-en-twintig gulden...
De kassa-dame vond het bedrag kennelijk ook wat hoog want ze corrigeerde de bestelling en begon helemaal overnieuw.
'Nee, echt, het is negen euro vijftig,' zei ze even later. De verbaasdheid klonk door in haar stem.
'Wat kost die patat dan precies?'
'Eh... even kijken hoor, twee euro negentig per stuk...'
'Ahhh... écht niet!' riep ik uit.
'Sorry mevrouw, het staat hier echt, een kleine portie friet kost €2,90...'
'Nou, laat dat maar lekker zitten dan. Ik heb opeens mijn buik vol van jullie friet.'
Ze corrigeerde nogmaals de bestelling. Ik rekende de twee chocomelk af en ging naar Peer toe die zich aan een tafeltje zat te verheugen op zijn frietjes.

'Sorry schat, geen friet,' zei ik nog steeds verontwaardigd, 'dat kost hier € 2,90! Per portie! En het gaat me niet om die drie euri maar er zijn grenzen hoor!' Peer keek een beetje teleurgesteld. Maar even later aten we bij de oliebollenkraam allebei een enorme appelbol. Met krenten. En rozijnen. En poedersuiker. Voor drie euro. To-taal.

Tuin-visite



vrijdag, december 9

Beroemd

Gisteren werd bij Kronkels thuis een pakje bezorgd. In dat pakje zat mijn boek. Meneer Kronkels had de boekenklok wel horen luiden maar had geen flauw idee waar de klepel hing. Hij wist wel van een boekje en Australië maar dat ik dat boekje zelf had geschreven was hem ontgaan. Kronkels zelf was niet thuis, zij was samen met mij, héél hard aan het werk. En dus maakte meneer Kronkels het pakje open.

MikMak, de bijna drie jaar oude dochter van de heer en mevrouw Kronkels, was beter bij de tijd. Toen haar vader het boekje uit de verpakking haalde wees ze naar het boek en riep hard: 'Llllllllloely'. Zo noemt ze me, Loely. Omdat ze de R nog niet kan zeggen. Zo schattig...

Meneer Kronkels keek stomverbaasd van zijn dochter naar dat boekje over Australië waar zij zo enthousiast op wees. 'Roely?' vroeg hij. 'Nee MikMak, dit is toch niet Roely? Dit is een boek! B-oe-k!' Maar MikMak hield voet bij stuk, de schat, en bleef wijzen en zeggen dat het toch echt om Loely ging. Meneer Kronkels vond het maar vreemd. En om zijn dochter te bewijzen dat het echt een boek was en niet de collega van haar moeder draaide hij het boek om. En daar, op de achterflap, zag hij mijn foto. Loely zelf. Krijg nou niks...

Ik hoorde het verhaal vandaag en zat te glimmen van trots. Niet trots vanwege dat boek. Nee mensen, wat veel belangrijker is: ik ben her-kend! Dit is wat beroemd zijn inhoudt. Okee, ik werd alleen nog maar herkend door een kind van bijna drie, maar dat doet er niet toe. Want het is toevallig wel een heel slim kind van bijna drie!

donderdag, december 8

Opsomming

Eén nummer dertig. Twee keer nummer 38, zonder paprika maar met iets anders. Eén fles wijn, wat bitterlemon, koffie met taart, Irish Coffee. Nog meer koffie en nog meer drinken. Goede gesprekken. Pittige gesprekken. Lachen. Nog harder lachen. Communicatiestoornissen leidend tot hilarische misverstanden.

En eenmaal terug bij Henny thuis één hulphond in opleiding die last had van hormonen of de pubertijd. 'Go to bed,' gaf Henny als opdracht. Yara sprong hoog. Sprong laag. Draaide drie keer om haar as. Maar did not go to bed. Want het was veel te gezellig..

woensdag, december 7

Keuzes

Ik heb een probleem. Ik kan niet kiezen. Wel als het gaat om de belangrijke zaken in het leven. Dat kost geen enkele moeite. 'Gaan we links of rechtsaf? Gaan we naar The Lion King of naar Jesus Christ Superstar? Gaan we wel of niet aan 't werk morgen.' Allemaal makkelijke keuzes. In een fractie van een seconde beslis ik. En daar kom ik dan, in principe, ook niet meer op terug.

Maar zet me niet in een restaurant. Waar ik moet kiezen tussen soms wel honderd dingen die ik allemaal lekker vindt. Urenlang kan ik dubben over vis of vlees, voorgerecht of niet. Toetje met of zonder slagroom. Aardappeltjes of friet. Sausje d'r bij of niet. Moeilijk, moeilijk. Ik beslis. Dan kom ik er op terug. Vervolgens kies ik wat anders. Dan verander ik nóg een keer van mening. En ondertussen drijf ik mijn tafelgenoten tot pure wanhoop.

En u ziet het hier boven. Een klein gedeelte van de menukaart van de pizzeria. Morgen ga ik daar eten met Henny en Skwebbel. De vorige keer dat ik er was koos ik nummer dertig (tomatensaus, kaas, champignons, ham, spek, artisjokken, gorgonzola). En die was hemels! Zó lekker. Ik roep dan ook al weken, met zeer grote stelligheid: 'Ik neem nummer dertig!' Maar nu ik zo zit te lezen op die menukaart...

Standaard


Gisteravond was ik er bijna de hele avond zoet mee; het verzendklaar maken van mijn boek voor de familie in Australië. Van alle familie die daar woont zijn er nog vier die Nederlands spreken en het ook nog kunnen lezen. Ik had alle vier een exemplaar beloofd. 'Wanneer is je boek klaar?', vroeg de oudste van de vier mij vorige week nog. 'Als alles meezit gaat hij volgende week op de post, dan heb je hem voor de kerst,' was mijn antwoord. Ik kon haar bijna op en neer zien springen van ongeduld.

Ik keek op de site van de TPG die tegenwoordig TNT heet maar als je dan weer doorklikt toch TPG blijkt te zijn (snapt u het nog?) en daar zag ik dat deze pakketjes mij per stuk €3,15 zouden kosten als ik ze per standaard post zou verzenden. De snelle post, 'Priority' genaamd, kostte €4,90. Oei. Dat scheelde zo maar zeven euro op de totale zending. Tot mijn grote opluchting doet de standaard post er 15 dagen over. Een week langer dan de snelle jongens van de priority post. Het is vandaag de zevende, zo rekende ik in mijn hoofd, plus vijftien is tweeëntwintig. Ruim op tijd voor de kerst dus.

Op het postkantoor leverde ik de pakjes af. De dame legde het eerste pakje op de weegschaal, drukte wat toetsen in en daar verscheen €4,90 in het schermpje. Voor ik mijn mond open kon doen was de zegel al geprint.
'Eh... mevrouw... ik wil ze gewoon als standaard post versturen hoor.'
'Oh? Eh... Ja... Nou... Maar ik heb de zegel al geprint.'
'Dat kan wel zijn, maar daar heb ik toch niet om gevraagd? Dit soort pakketjes versturen is al duur genoeg, dus graag standaard!'
'Maar weet u wel hoe lang het dan dúúrt voordat ze in Australië zijn?!?'
'Ja, dat weet ik, 15 dagen. En wat is daar precies mis mee?'
'Nou, dat is toch best heel lang, vijftien dagen! En eigenlijk worden ze nooit meer gebruikt, die standaard zegels, iedereen kiest voor priority.'
'Ik kan me de tijd nog heugen dat de post naar Australië er standaard zes weken over deed. Wat is dat toch met al die haast? Op tijd aankomen is gewoon een kwestie van op tijd vertrekken. Dat is in het verkeer zo. En met de post is het niet anders. Standaard-zegels dus graag.'
Tussen ons gezegd en gezwegen voelde ik me een behoorlijk oude trut toen ik dat zei, van die zes weken en zo, maar dat liet ik natuurlijk niet blijken. Ik straalde gewoon mijn jeugdige zelfvertrouwen uit.

Ze zuchtte diep en printte de standaardzegels uit. Eén pakje was over het gewicht gegaan en daardoor in een ander tarief terecht gekomen. Een ander pakje met een kalender erin werd er nog bij opgeteld. 'Dat is dan €18,55,' zei de post-dame. Ik zag haar denken. En rekenen. En toen... 'Dan hebt u zich nu toch meer dan €8,00 bespaard!' riep ze verrast uit.

Laat mij dus maar gewoon lekker standaard zijn. Dat is wel zo realext. En dan laat ik het graag aan anderen over om alles op alles zetten zodat ze als priority over kunnen komen.

dinsdag, december 6

Mail-cadeautjes

Na een drukke dag op kantoor kom ik thuis. Licht aan. Eerst even Noes aaien die jammerlijk miauwt omdat hij eten eist. Nou, Noes moet nog maar even wachten, ik ga eerst even op de bank. Benen omhoog, laptop aan. Even de dag van me af laten glijden. Nog even niet koken. Eerst even niks.
In mijn mailbox zie ik de mailtjes binnenkomen. De Dondersteen-mailbox scoort, dus er zijn reacties op mijn blog. Leuk! Hotmail scoort altijd want daar komt alle rotzooi binnen. En tot mijn grote vreugde verschijnt er ook een (1) achter de map 'reünie'. Dat zijn kleine cadeautjes, die reünie-mailtjes.

Wie zou het dit keer zijn? Ik klik het mapje aan en zie een onbekende achternaam bij de afzender. Dan is het een vrouwelijke oud-klasgenoot, die, net als ik, getrouwd is en haar mans naam heeft geadopteerd. Ik klik het mailtje open en zie dat hij van Ina komt. Meteen is er een beeld bij de naam. We zaten samen op de lagere school, zij stil en verlegen, ik altijd aan het woord. Maar wat me vooral ook bij staat is al die jaren dat we samen naar de MAVO fietsten. Vier kilometer heen, vier kilometer terug. Dag in, dag uit. In weer en wind. Kletsen, huiswerk bespreken, giegelen maar ook dagen dat we helemaal nergens over spraken. Dan hadden we het alleen maar druk met het fietsen. Fietsen tegen zo'n koude oosten-wind of van die dikke, vette herfstbuien.

Dertig jaar later ga ik ook haar dus weer zien. En dat is fijn. Erg fijn zelfs. Ik ben, bij ieder mailtje dat in die reünie-box binnenkomt, blijer dat ik het zelf ben gaan organiseren. Want elk van die mailtjes is een mooi cadeautje. En wat is er nou lekkerder dan dit soort cadeautjes als je thuis komt na een lange, drukke dag op het werk?

maandag, december 5

Ede Staal

Zus belde gisteravond. 'Heb je zin om morgen mee te gaan? Ik moet naar de acupuncturist en dit keer kan je zwager niet mee. Met z'n tweetjes is wel zo gezellig!' Dat vond ik ook wel dus we spraken af dat ze om half één op de stoep zou staan.

Ik stapte bij haar in de auto en hoorde dat ze een zender op de radio aan had met muziek die absoluut niet de mijne was. 'Mag hij misschien op een andere zender?' vroeg ik. 'Grijp maar even onder je stoel, daar ligt de map met CD's, zoek maar wat uit,' was het antwoord. Ik greep en hoefde niet lang te zoeken. 'Ede Staal!' riep ik blij, 'mag ik daar een kopie van? Ik ben de mijne kwijt!' Ondertussen schoof ik de CD van Groninger zanger in de speler.

'Man, man, man... wat een boudel', sprak Ede ons toe. En terug in de tijd ging ik. Het was 29 december 1997. Mijn vader was eerder die middag overleden en we moesten we ons bezighouden met de voorbereiding van de rouwdienst. Welke sprekers, welke muziek, wie-wat-wanneer... Allemaal van die zaken waar je eigenlijk niet op zit te wachten maar die toch moeten gebeuren. Dat de muziek van Ede Staal onderdeel uit zou maken van die dienst stond buiten kijf. Mijn vader was dol op de muziek van Ede, wij allemaal trouwens. Als Ede begint te zingen dan zie je het vlakke Groninger land. Prachtig.

'Maar welk nummer kiezen we dan?' vroeg zus in 1997 tijdens de voorbereiding van die afscheidsdienst. Dat wisten we eigenlijk niet zo goed. 'Duw maar een bandje in de cassetterecorder en dan moeten we maar even luisteren,' werd er gezegd. Dat was een goed plan. Zus pakte een tape van Ede Staal en stopte hem in de cassette-recorder. Ze drukte op play en het allereerste wat we hoorden was: 'Man, man, man... wat een boudel'. (vert.: man, man, man... wat een toestand!!)

Het was alsof mijn vader, vanuit een andere wereld, ons toch nog even wilde laten lachen. Alsof hij ons even wilde laten weten dat je altijd moet blijven relativeren. En dat is hem bijzonder goed gelukt. Het is sindsdien zo dat ik, als ik dat nummer hoor, nog weer moet glimlachen. Om mijn vader.


(in de rechterbovenhoek van dit blog vind je een player, als je op de startknop drukt hoor je Ede zelf).

zondag, december 4

TZ IRL

Mijn nichtje J. van zestien is in alle opzichten een puber. Giebelend gaat ze door het leven. Ze houdt zich bezig met dingen zoals school en huiswerk, maar dat is bijzaak. Eigenlijk draait het maar om één ding: jongens. Zo herkenbaar is het. Ooit was ik zelf zestien en al-tijd verliefd...

En net als vroeger bij haar oude, half bejaarde, tante Dondersteen heeft nichtje J. vaak verkering. Heel vaak. Ik zal niet zeggen dat haar vriendjes iedere week wisselen maar toch zeker één keer per maand is er een nieuwe vlam. Ik kan dat allemaal niet zo goed bijhouden dus meestal vraag ik mijn zus wat de laatste stand van zaken is. Opdat ik geen al te grote blunders bega als ik toevallig één van die vriendjes tegenkom. 'Zooo... dus dit is Bauke?' En dat dan blijkt dat Bauke al láng is ingeruild voor Didi, die inmiddels vervangen werd door Pytrik, die het veld moest ruimen voor Jochem die vervolgens vervangen werd door René die van plaats ruilde met William, die opgevolgd werd door Martijn waarna Johan kwam die inmiddels ook al weer verdwenen is...

Vandaag vierden we sinterklaas bij zus en zwager thuis. Ik had van te voren begrepen dat er op dit moment even geen vlam was in het leven van nichtje J. Maar daar was tussen mijn laatste telefoontje met zus en vandaag al weer verandering in gekomen want de mobiel van nichtje J. piepte zich het leplazerus vandaag. 'Piep-piep' ging het en nog voor ze haar mobiel greep verschoot ze al van kleur. Zou het? Zou hij? Alweer een SMS? Dan keek ze, vervolgens een giebel en dan weer die kleur. Ja hoor hij was het! Patrick heet de nieuwste vlam. Dat hoeft u niet op te slaan hoor, het is maar tijdelijk.

'Lees eens voor?' vroeg ik aan nichtje giebel. En dat deed ze. Er kwam een tekst als 'hoe is het met jou, met mij is het goed, wat ben je aan het doen?' en toen las ze voor: 'kus, kus, kus, TZ, TZ, Patrick'.
'Huh? Wát SMS't hij??'
Giebel.
'Kus, kus...'
'Ja, dát snap ik nog wel...'
'En dan TZ...' Giebel. Kleur. Giebel.
'Wat is dan in hemelsnaam TZ?' vroeg ik verbaasd. Ik kon er werkelijk niks bij bedenken.
'Tongzoen...' giebelde nichtje J.

Weer iets geleerd. TZ is een tongzoen. En die stuur je tegenwoordig via een mobiele telefoon, die tongzoen. Soms denk ik wel eens dat de wereld achteruit gaat. Want in mijn tijd was een tongzoen nog wat hij zegt te zijn. Een zoen waarbij de tong betrokken was. En ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het - wat dit betreft althans - vroeger dus écht beter was. Of zou nichtje J. ook wel eens echt TZ'en met Patrick? Als ze hem IRL ziet?

zaterdag, december 3

Ding-dong Sinterklaasje

Na lang beraad (zie blogje hieronder) besloten Peer en ik tot de volgende aanpak. Ik zou de beide enveloppen aan de deur van de schuur van de buren plakken, dan aanbellen, dan wegrennen. In die volgorde. De achtertuin lieten we dit jaar maar achterwege. Vanwege Spike, de jonge, enthousiaste, herder.

Ik pakte de enveloppen, deed héél zachtjes onze eigen voordeur open en liep op mijn tenen richting het huis van de buren. Dat op mijn tenen lopen sloeg natuurlijk nergens op maar dat gaat helemaal vanzelf als je met geheime missies bezig bent.
Ik liep het pad van de buren op, heel voorzichtig en zachtjes. Vanwege Spike, de herder. Hij bleef stil. Ha! Die had ik toch maar mooi voor het lapje gehouden. Ik sloop naar de deur van het schuurtje, plakte de enveloppen op het raam van de schuurdeur en draaide me 180 graden om mijn as. Mijn rechterarm strekte zich richting de voordeurbel. Mijn linkerbeen stond al in de 'ik-hol-zo-heel-hard-weg-stand'. Spike was nog steeds stil. 'Goed zo Spike, nog even houden zo!', dacht ik. Mijn vinger raakte de bel, ik drukte en er gebeurde... niks. Geen geluid. Shit. De bel stond uit. Dat gebeurt wel vaker want de buurman werkt in de beveiliging en als hij nachtdienst heeft gedraaid zetten ze de bel er af zodat hij overdag kan slapen. Geen bel, Donder moest dus over naar plan B.
Ik sloop weer op mijn tenen richting keukenraam en gaf vervolgens een keiharde roffel op het raam.

Terwijl de hond als een gek begon te blaffen en twee kinderstemmen riepen 'wat was dát!?!', ging ik, nog steeds op mijn tenen, in de spurt richting eigen voordeur. Een bijzonder gezicht, dat kan ik u vertellen. Een vrouw van 42 die op haar tenen over straat rent... Eenmaal thuis stoof ik de openstaande voordeur in en liet hem vervolgens op een kier staan om te horen wat er naast ons gebeurde. 'Mààààm.... er zitten briefjes aan de schuurdeur!' riep een buurmeisje. 'Pak ze er maar af,' hoorde ik de buurvrouw zeggen, 'dan gaan we binnen kijken wat er in staat.'

Bij de buren is pakjesavond begonnen. En wij moeten nu weer een jaar wachten voor we op onze tenen rennend over straat kunnen.

Sinterklaas spelen

'Ding-dong', deed de voordeurbel. Peer stond op en even later zat de buurvrouw bij ons aan de koffie. En dat is altijd gezellig.

'Hee..' begon de buurvrouw.
'Ja hoor, dat is goed!' riepen wij in koor.
Ze begon te lachen. 'Ik heb nog helemaal niks gevraagd...'
En dat was ook niet nodig. Want vandaag is het 3 december én het is zaterdag. En dus moeten we 'aan de bak' zoals dat zo mooi heet. Wij spelen namelijk al jaren sinterklaas en zwarte piet voor de buren. Niet dat wij een tafelkleed omslaan en onszelf met roet besmeren, dat niet. De beide buurmeisjes krijgen ons niet te zien. Maar wél te horen!

In voorgaande jaren deden we vaak aan synchroon-kloppen. Peer stond dan in de achtertuin van de buren en ramde op het raam, kloppen is in dit geval een understatement, en ik stond tegelijkertijd voor het huis van de buren en sloeg daar tegen de ramen. Binnen heerste dan schrik alom en buiten maakten Peer en ik ons razendsnel uit de voeten. De mand met cadeautjes, van te voren door de buurvrouw bij ons afgegeven, lieten we dan achter. Soms in de tuin, soms bij de voordeur.

Maar die meiden van hiernaast worden ook ouder en ze kunnen nu beide lezen. Dat opent nieuwe perspectieven. Vorig jaar hingen we dus een brief op hun schuurdeur. Een rijm-brief waarin stond dat de cadeautjes door de bezorgpiet keurig waren afgeleverd op nummer 38. En veel plezier ermee. Met de groeten van de Sint. Maar zij wonen helemaal niet op 38. Daar wonen wij. En dus kwamen twee buurmeisjes met hoog-rode wangen bij ons aanbellen. De brief in de hand, want dat was immers bewijsmateriaal! Er stond inderdaad een mand cadeautjes op onze stoep maar ja, die gaven wij niet zomaar af natuurlijk. Wie zegt dat dat niet gewoon onze cadeautjes waren? 'Kijk dan!' riep het oudste buurmeisje op hoge toon, 'mijn naam staat er op, en daar... die is van mijn zusje, en die van pappa en voor mamma zit er vast ook iets in, dit is écht onze mand!!' We konden niet anders dan toegeven natuurlijk. Ik moet er nu nog om glimlachen.

Dit jaar zijn de cadeautjes verstopt op de slaapkamer van de buren zelf (nog even niks zeggen hoor, hou het geheim). Ik maakte twee raadsel-rijmen. Voor elk buurmeisje één. Er staat onder andere in dat de cadeautjes te vinden zijn waar pa, pa is en soms moe. Als ze nu samen de twee gedichtjes met cryptische aanwijzingen uitpluizen dan komen ze er wel achter.

Nu moeten Peer en ik alleen nog even verzinnen hoe we het huis zullen besluipen dit jaar. Want er is, ten opzichte van vorig jaar, één ding veranderd in de situatie. De buren hebben sinds een paar maanden een grote, jonge, zeer enthousiaste herdershond. En hij hoort, zo weten we inmiddels, al-les. Even onopgemerkt door de tuin sluipen is er niet meer bij vrees ik.

Driek van Wissen

Vandaag schreef Driek, over de Belgische terroriste die alleen zichzelf opblies, het volgende...



... een zaterdag die met dit soort humor begint kan niet meer stuk.

vrijdag, december 2

Winter

Sinds ik hier naar toe ben verhuisd ben ik al aan het mieren met de lay-out. Ik was op zoek naar een winterstand. Met een eigen banner. En winterkleurtjes. Dat lukte alsmaar niet. Maar nu heb ik dan eindelijk een template gevonden waarin je veel aan kunt passen zodat er ook nog leesbare tekst overblijft. Want de verpakking mag er dan wel leuk uit zien... het gaat tenslotte om de inhoud.

Ik ben nu eindelijk op de goede weg. Het is nog niet klaar. Ik blijf prutsen. Dat vind ik namelijk héél lekker om te doen (en leerzaam!). Dus niet schrikken als je hier de komende tijd steeds een andere verpakking tegenkomt. De inhoud blijft 'gewoon Dondersteen'. Dat beloof ik.

Bemoeienis

Het was de week van de bemoeienis. Mijn bemoeienis wel te verstaan. En eigenlijk bemoeide ik me vooral met zaken die mijn zaken helemaal niet zijn...

Zo bemoeide ik me met de inzet van stagiaires, met de agenda van de allerhoogste baas, met een nieuwe baan voor een collega, met de vuilnis... En vandaag bemoeide ik me zelfs met drie echtscheidingsconvenanten, door ze voor een jurist wiens secretaresse vrij was, na te kijken. Hij kreeg van mij een 9+, want je moet niet overdrijven... Ik bemoeide me tussendoor zelfs nog even met de telefooncentrale en de receptie omdat de collega daar héél nodig moest plassen en je die werkplek niet onbemand kunt laten.

Ik bemoeide me dus met van alles en nog wat. Tussen al die bemoeienissen door probeerde ik ook nog mijn eigen werk te doen. En dat kwam deze week niet af. Ik kan dus niet anders dan concluderen dat ik me volgende week weer alleen maar met mijn eigen zaken ga bemoeien. De rest moet iemand anders dan maar oppakken...

donderdag, december 1

Groot en klein

In huize Peer-Donder hebben we twee auto's. We spreken hier in dit huis van 'de echte auto', dat is de bolide waar Peer in rijdt, en het kleintje, de Dondermobiel. Dat is de auto waar ik me in mag voortbewegen. Peer is in het voordeel, zo hoor ik u denken. Maar dat is niet echt zo want Peer maakt de meeste kilometers. Ik ga alleen maar naar mijn werk en doe de boodschappen met de Dondermobiel.

Sinds vandaag is er echter iets in de verhouding rechtgetrokken. We hebben een echte camera, de Minolta Dimage Z1, en die is van mij.
Maar sinds vanavond hebben we nóg een camera, een leuk kleintje, en die is van Peer. Want op fotografisch gebied maak ik de meeste kilomters.
Maar nou vind ik dat ienie-mienie-cameratje, een HP M415, zó schattig dat ik me afvraag: 'Hoe krijg ik Peer zo ver dat hij hem aan mij uitleent?'