vrijdag, september 29

Verhuizen

Zo zeg, dat was een hele klus. Een heel weblog verhuizen naar een nieuwe lokatie kost wel wat hoofdbrekens maar het is gelukt. Ik wilde het al heel lang, mijn eigen log in eigen beheer. Niet meer afhankelijk zijn van een provider die het soms wel en dan weer niet doet. Of die, als heel de wereld tegelijk aan het bloggen is, traag, trager, traagst wordt. Maar ja, je eigen weblog hosten dat doe je niet zomaar...

Het grootste struikelblok was niet het bouwen van het log, dat is nog wel te doen, maar het feit dat mijn trouwe lezers 24 uur per dag, zeven dagen per week en 365 dagen per jaar in staat moeten zijn om het log te openen; dát was wel even andere koek. Daar moet je namelijk zelf een server voor hebben. En die heb ik niet. Nee, nog steeds niet...

Gelukkig heb ik wel een zwager. Met een server. En hij zei: 'Dan zet je die hele handel toch op mijn server? Geen probleem hoor!' Hij hielp me zelfs met het inrichten want ik weet wel iets van computers maar soms ben ik ook wel heel, heel, hèèl erg blont! Maar het is gelukt. Er kwam een programma, die werd op de server gezet, er kwam een lay-out en er kunnen zelfs afbeeldingen ge-upload worden (dat was nog even een gedoe maar het werkt). Kortom: ik kan nu weg van hier.

En jullie zijn welkom. Natuurlijk zijn jullie welkom! Dus kom naar mijn open-weblog-feestje. Neem een drankje en een hapje. Kijk rond en doe wat je hier ook altijd doet. Je hoeft alleen maar door de deur van dit log en dan stap je zo het andere log binnen. Welkom!


ga naar het nieuwe weblog

donderdag, september 28

Amsterdam Impressies

In de trein van Groningen naar Zwolle zaten we naast twee vrouwen oet Bedum. Grünn. 'Ach, goan joe noar Amsterdam? Da's ja een prachtstad! Ik wol dat ik doar nog eens hen gun. Prachtig!'

Op het terras aan het water namen we koffie en een broodje. De zon scheen. De jassen gingen uit, de zonnebrillen op. 'Jawel,' verzuchtte Kronkels, 'dit is precies goed'.

Met de ervaring van de vorige keer nog in ons achterhoofd kochten we bij de Amsterdamse Vervoerder een dagkaart. Wat een plezier hebben we daarvan gehad. We hopten tram op, tram af. 'Ding, ding,' klonk de trambel en hup, daar gingen we weer. 'De Dam,' werd er omgeroepen. We stapten uit en gingen op zoek naar de Begijntjes.

Toen we, een beetje schuw en voorzichtig, de deur van het Begijnhof doorliepen hoorden we het meteen. Stilte. Midden in de stad en dan zo stil. Een prachtig hof is het. Een dorpje in de binnenstad. Een heerlijke plek om even te vertoeven. In het stiltecentrum waren zelfs de Amerikaanse toeristen echt stil. En dat wil best wat zeggen...

'Ding, ding', hup de tram weer in, richting Museumplein. We wandelden door de tuin van het Rijksmuseum en toen kwam Kronkels op het lumineuze idee dat we wel even 'De PC konden doen.' En dat deden we. Wat een stomme straat zeg. Overal staan auto's geparkeerd, en het heeft een uitstraling van nul. Maar dan wel al die dure, hele sjieke winkels. Rare jongens, die Amsterdammers. Ik probeerde Kronkels zo ver te krijgen dat ze bij Cartier, Armani en Frans Molenaar even net deed alsof ze er naar binnen ging, zodat ik daar een foto van kon maken. Ze wilde niet. Nou ja, volgende keer beter!

We gingen, met de benewagen dit keer, verder richting Albert Cuyp. Hij hield zich even verstopt maar gelukkig bracht de kaart van Amsterdam uitkomst. We slenterden over de markt en genoten van alles wat er te zien was. We kwamen er al snel achter dat je écht een gouden tas moet hebben, én een gouden riem én gouden schoenen. Anders ben je niet hip. Nou ja, dan maar niet hip. We dronken een geweldige koffie bij een Starbucks-achtige koffietent en toen...

'Ding, ding,' stonden we te wachten op lijn drie. En die kwam nie. Nou, dan nog maar een paar minuten wachten, misschien hadden we hem net gemist. Tegen de tijd dat wij het opgaven stonden een kleine twintig mensen te wachten op lijn drie. Maar die kwam dus echt, helemaal nie!

'Ding, ding,' lijn 14 bracht ons terug naar de Dam waar we over zouden stappen op lijn 17. Dat deden we maar die ging helemaal de verkeerde kant op. In plaats van naar de Prinsengracht gingen we naar het Centraal Station. Nou, wij zijn niet voor 1 gat te vangen hoor. We stapten uit, liepen een stukje doelloos om (provinciaaltjes hè) en stapten toen weer in precies dezelfde tram die ons terugbracht naar precies hetzelfde punt. En toen verder naar de Prinsengracht.

In de Jordaan klinkt geen 'Ding, ding'... We moesten lopen. Maar dat is in de Jordaan in het geheel geen straf. Charmant stukje Amsterdam daar. We vonden in één keer de winkel van twee jaar geleden waar ze de brievenstander niet meer hadden. Jammer. Ze hadden er wel een geweldige koelkastmagneet met de tekst: 'I'm having my period and can therefore legally kill you'. Ik vond hem te leuk om te laten liggen. Die komt vast nog wel eens van pas.

We liepen terug richting Prinsengracht en constateerden dat er 'hee, dat is raar!' geen rij stond bij het Anne Frank huis. 'Ze zijn vast net dicht,' dacht Kronkels hardop. 'Laten we er even langslopen,' zei ik. En even later zagen we dat ze én open waren tot 19.00 uur én de rijen waren verdwenen als sneeuw voor de zon.

Om zelf door de boekenkastdeur te lopen en de trap naar het Achterhuis te beklimmen is een hele bijzondere ervaring. En als je dan even later in het Achterhuis staat en beseft dat daar al die mensen hebben gewoond... als je de vloer hoort kraken onder je voeten en beseft dat ze zo stil moesten zijn dat er geen krakende vloeren te horen waren, als je de plaatjes van filmsterren ziet die Anne ophing en weet dat ze een maand voor de bevrijding overleden is... dan besef je het belang van dit huis. Opdat het nooit weer zal gebeuren.

We sloten de dag af door 'Ding, ding..' met de tram terug te gaan naar de Dam. Daar doken we Humphreys binnen en aten daar een zalig drie-gangen-diner. Kopje koffie na en toen nog één keer 'ding, ding...' terug naar het Centraal Station. Een topdag was het. Moe maar zeer voldaan. Volgend jaar maar weer denk ik!


klik hier voor foto's

woensdag, september 27

Amsterdam

Het is weer zover; Kronkels en Donder gaan naar de grote stad! Woe-hoe! Om half tien stap ik in de trein waar Kronkels al in zit (hoop ik want zij heeft de kortingskaart...) Dan stappen we op Amsterdam Centraal uit, steken de straat over voor koffie mét bij het leuke koffiehuis aan het water en daarna gaan we losssss....

Eerst gaan we op jacht naar een houten lectuurbak die twee jaar geleden riep dat Kronkels hem moest kopen, dat deed ze toen niet. Maar ze wilde het bij nader inzien eigenlijk wel. Heel graag zelfs. En dus gaan we op jacht naar die witte houten bak die we twee jaar geleden ergens in de Jordaan in een piepklein winkeltje zagen. Nou, hoe moeilijk kan dat zijn? Die vinden we natuurlijk zo terug.

Daarna gaan we op zoek naar het Begijnhof want we vonden het hof de vorige keer wel... maar we waren zo laat dat de poort hartstikke dicht zat. Nu maar hopen dat de Begijntjes ons er dit keer wel in willen laten. Tussendoor moeten we natuurlijk veel eten, snoepen, slenteren en genieten. Wat een rotdag zal dat worden zeg. Morgenavond verslag. En foto's!

dinsdag, september 26

Troost

Toen we afgelopen zaterdag thuis kwamen van het in de rij staan voor kaarten voor Bert Visscher deed ik de computer aan, en begon te tikken.

'Beste Bert,' tikte ik. 'We stonden in de rij voor kaarten en kregen ze niet. Want er waren gewoonweg teveel liefhebbers en te weinig kaarten. En nou denk je natuurlijk dat ik bij jou om kaarten ga vragen. Maar nee Bert, dat doe ik niet. Want er zijn niet meer stoelen dan er stoelen zijn en mensen bij elkaar op schoot zetten kan immers niet? Voor je het weet word je beschuldigd van ongewenst intiem gedrag! En dat moeten we niet hebben. Maar Bert, weet je, ik vind het wél sneu. Vooral ook voor de mensen die met me mee zouden gaan. Dusss... is een kleine troost misschien te regelen?'

Dat was afgelopen zaterdag. Vandaag was er post. Van Bert Visscher himself (of van zijn impressariaat, maar wie let er op dat soort details?). Hij stuurde een beetje troost. Het is misschien geen enorm cadeau, geen bos bloemen, geen vrijkaarten of backstage-pasjes, maar leuk vind ik het wel. Ik neem hem morgen mee naar mijn werk. En dan mag hij, een aantal weken lang, tussen Kronkels en mij in staan. Daarna gaat hij naar Skwebbel, die mag hem dan een poosje koesteren. En mijn neefje Jaap wil hem vast ook wel een poosje. Reizende troost, dat maken we er van.

Maar, eh Bert? Wat ik me wel afvraag... Is die smiley nou om ons uit òf toe te lachen?

maandag, september 25

Collec-tante

Terwijl ik op mijn laptop bezig ben uit te zoeken hoe ik eindelijk mijn eigen weblog kan gaan hosten en Peer samen met zwager Chris achter Peer z'n laptop bezig is de boel daar goed draaiend te krijgen gaat de deurbel. Ding. Dong.

Ik kijk achterom om te zien of Peer opstaat. Maar hij zit vastgezogen aan het beeldscherm. Ik zet de laptop van schoot en wandel richting de voordeur. Door het gordijn zie ik een onbekende vrouw op de stoep staan. Ik open de deur en zie dat ze collecteert. 'Wilt u misschien iets geven voor de Nierstichting?' vraagt ze. Ik draai me al weer om richting woonkamer en roep: 'Ja hoor, even de portemonnee pakken...'

Als ik de kamer binnenkom vraag Peer wie er op de stoep staat. 'Nierstichting,' zeg ik. 'Nierstichting?' Peer kijkt verbaasd. 'Die zijn toch al geweest??' Vanaf de stoep hoor ik de vrouw een kleine gil slaken. 'Oh nee hè?' roept ze richting kamer. 'Dat meent u niet! Ik wist het niet meer zeker, ik moest nog een paar huizen doen, oh gut... sorry hoor, sorry!' Ik kan haar in de kamer helemaal voelen blozen en pak ondertussen mijn portemonnee. Dan loop ik terug naar de voordeur met een grote grijns op mijn gezicht.

Ze ziet mijn portemonnee en kleurt nog harder. 'Nee hoor, echt niet doen,' stamelt ze, 'ik vind het zo erg, ik dacht echt dat ik hier nog niet geweest was!' Ik begin hard te lachen, doe wat geld in de bus en zeg dat het niet erg is. Ze verontschuldigd zich nog een keer en vertrekt dan.

Als ik lachend terugkom in de kamer zegt Peer: 'Ach, nu klopt het ook weer, we hebben toch twee nieren?' Ik stel me ondertussen voor hoe deze collec-tante straks thuiskomt met dit verhaal. Misschien heeft ze ook wel een log...

zondag, september 24

Hete Bliksem

Vroeger, bij mijn moeder thuis, aten we nog wel eens stamppot zoete appels; Hete Bliksem. Zalig was het. En ook na 'vroeger' at ik ze nog wel eens bij mijn moeder, als ze eens een partijtje van de speciale zoete appeltjes kreeg. Zelf maakte ik de Hete Bliksem nog nooit.

'Wil je een portie zoete appeltjes?' vroeg mijn moeder me gisteren aan de telefoon, 'dan kun je zelf eens stamppot zoete appels maken,' kwam er achteraan. Ik riep meteen enthousiast dat ik dat wel wilde. Leuk! en Lekker! Dacht ik...
Nou lekker kan het nog wel worden, dat wel. Maar leuk is toch écht anders. Ik kreeg vandaag twee kilo aangeleverd in een plastic zak. Vanavond begon ik enthousiast te schillen. En na een stuk of tien van die piepkleine appeltjes wist ik het.

'Daarom kookt de moderne vrouw geen ouderwetse recepten,' verzuchtte ik. 'Wij hebben hier toch helemaal geen tijd voor zeg.' Maar ik schilde stug door. Daarna kookte ik ze kort en straks gaan ze de vriezer in. Zodat we twee keer Hete Bliksem kunnen eten. En daar zal het dan ook wel bij blijven...

zaterdag, september 23

De Rij

'Oh, Donder, dit is niet goed hoor,' zei Skwebbel toen we vanochtend, heel vroeg, Stadskanaal binnenreden. Doel van de reis: kaarten scoren voor Bert Visscher. En zo te zien waren we niet de enige. 'Man, wat een rij!' klonk het nog een keer vanaf de achterbank.

We hadden uitgerekend dat we in De Rij maximaal 625 mensen voor ons konden hebben. Als het er meer waren dan hadden we pech gehad. Terwijl we langs De Rij liepen werd duidelijk dat het er om zou spannen. Als ze allemaal 2 of 3 kaarten zouden kopen hadden we mazzel. Kochten ze allemaal het maximale aantal van vier...

De Rij leidde een soort van eigen leven. Mensen leerden elkaar wat kennen, grapjes werden gemaakt, pepermuntjes uitgewisseld. Om ons heen kwam Stadskanaal tot leven. Er werd een marktje opgebouwd. De EHBO-vereniging richtte een stand in.

'Ta-tuuuu, ta-tuuuuu, ta-tuuuuu... ' klonk het toen maar liefst vier brandweerwagens, drie politie-auto's én drie ambulances aan kwamen rijden. Wij bleven staan waar we stonden, want De Rij was belangrijker dan al het andere. De grote ladderwagen reed op de rij af. 'Nou okee dan, dan gaan we wel even aan de kant. Heel even maar hoor'. We lieten alle hulpdiensten door die zich vervolgens opstelden op de informatiemarkt. Af en toe klonk de sirene en stonden kinderen óf te stralen van plezier óf klemden ze zich vast aan het been van hun moeder. Zo'n sirene klonk best loeihard als je er vlakbij stond!

'Eh... meneer de brandweerman?' riep een meisje vanuit de rij omhoog richting de brandweerman die in het bakje zat aan het eind van de lange arm. De brandweerman keek naar beneden. Hij had helemaal niet gerekend op zo'n zeshonderd toeschouwers bij het opbouwen van deze informatiemarkt... 'Uw vlag hangt verkeerd om hoor!' riep ze naar boven. En toen zagen we het allemaal: "REEWDNARB" stond er te lezen. De Rij had lol, de brandweerman iets minder.


Oma voor ons kreeg gedurende de ochtend haar kleinkinderen op visite. 'We kwamen even kijken hoe het met je gaat,' sprak de moeder van de kindertjes. Oma gaf aan dat het heel gezellig was in De Rij. Wij knikten instemmend. Want dat was het zeker.

Skwebbel en ik besloten na bijna twee uur dat we nu toch echt koffie moesten hebben. En even later stonden we bij Bakker Bart wéér in een rij.

'Wij hebben de laatste kaarten hoor,' sprak de man die glunderend het theater uit kwam. De Rij weigerde dat te geloven. En zie je wel, na hem kwam nog een meisje met kaarten. We konden nog steeds mazzel hebben maar begonnen ons er toch op voor te bereiden dat het niet zou gaan lukken. Voor ons nog 'maar' zo'n honderdvijftig wachtende mensen.

En toen kwam de man. De man met gezag. De man met het hoofd in standje 'oh, mensen wat spijt het me verschrikkelijk'. Op was het. Over en uit. We hadden het net niet gered. Nou ja, net niet... voor ons nog zeker honderd man die het ook niet gered hadden. 2.400 kaarten waren in drie uur tijd verdwenen. Maar wij hadden ons niet verveeld.

De man achter ons kwam vervolgens met de uitspraak van de dag: 'Het is maar goed dat we een beetje achteraan zijn gaan staan, nu hebben we ons mooi € 42,00 bespaard!'

vrijdag, september 22

donderdag, september 21

Brutaaltje

Toen ik zojuist terugfietste van bieb en C1000 zag ik dat een aantal kinderen op straat een voetbalveld hadden uitgezet. Twee pilonnen aan de ene kant en een heel stuk verderop ook twee pilonnen. Dat waren natuurlijk de doelen, dat was duidelijk. Er tussenin stonden een stuk of vier jongetjes met een voetbal. Ze waren nog niet begonnen.

Voor ik verder vertel wil ik eerst even iets uit de wereld helpen. Wellicht denkt u nu 'ach wat zielig, die kinderen moeten op straat spelen omdat er weer eens geen ruimte voor ze is gemaakt!' Niets is minder waar. Er is hier, aan het eind van ons blok, een speeltuintje. Aan de andere kant van de wijk is een groot grasveld met een paar bomen. En, alsof dat nog niet genoeg is, achter ons huis ligt een mega-groot voetbalveld, in de winter ook wel ijsbaan genoemd. Daar mogen ze naar hartelust spelen, er staan zelfs echte doelen! Ze moeten er alleen even voor omlopen. En dat doen ze niet en dus wordt er op straat een veld uitgezet. Op zich niks mis mee natuurlijk totdat...

Ik fietste richting 'voetbalveld' en voor me aan liep, op de weg, een oud echtpaar. Beide dik in de tachtig denk ik. Ze gingen niet meer zo hard en kuierden, in het septemberzonnetje, richting voetbalveld. Eèn van de jongetjes, een knulletje niet ouder dan vijf jaar, met blonde stekeltjes op zijn hoofd, stond in het 'doel' aan de kant waar wij vandaan kwamen. Hij keek achterom en zag het oudere echtpaar aan komen lopen. Ik was inmiddels ter hoogte van hem toen ik tot mijn stomme verbazing het mannetje op behoorlijk pissige toon tegen het oude echtpaar hoorde zeggen:

'Kom op zeg, een beetje doorlopen hoor!'

Ik keek verbaasd achterom en riep: 'Nou ja zeg!'
Maar tot mijn nog grotere verbazing versnelde het oudere echtpaar hun pas en spraken ze, verontschuldigend: 'Ja, ja, we gaan al hoor!'

Het moet toch werkelijk niet gekker worden in dit land. Vorige week was in het nieuws dat opvoeders geen corrigerende tikken meer uit mogen delen. Nou was ik in dit geval niet de opvoeder maar oh, wat jeukten mijn handen zeg. Dat respectloze kleine onderdeurtje had ik graag de oren eens gewassen.

woensdag, september 20

Kanjers

Ze was jarig, onze collega Hejemato, en dus moest er getrakteerd worden. Eerst even tellen met z'n hoe-velen we waren vandaag en toen, hup!, op de fiets richting bakker.

Ze kwam terug met een hele grote doos en daarin lagen een stuk of twaalf appelkanjers. Oh, oh, oh... appelkanjers. Ik weet niet of je ze kent maar als dat niet het geval is en je komt ze tegen bij een goede bakker: koop ze! Doe je zelf een lol zeg.

'Ze zijn nog warm,' sprak onze collega terwijl ze haar jas uittrok. 'Kopje koffie d'r bij?' We knikten want spreken was, vanwege het hoge vochtgehalte in onze mond, niet mogelijk. Even later zaten we met onze ogen dicht te genieten. 'Ik was weer op dieet gegaan,' sprak ik met een mond vol van die heerlijk knapperige kruimelkorst, 'en dan kan ik echt heel goed nee zeggen tegen vanalles en nog wat, maar dit... '

Vervolgens aten we om een uur of één, omdat het woensdag was, een broodje van Frans. Okee, dat kon dan nog net zo'n broodje met sla, oude kaas en zongedroogde tomaatjes (...) maar toen werd het drie uur. Collega kwam terug uit de keuken en sprak de magische woorden: 'Er zijn er nog een paar over... zullen we...?' Ik schudde hard van nee. Echt heel hard. Maar even later zat ik toch achter een kanjer, een halve weliswaar maar toch een kanjer.

Het was een kanjer van een dag vandaag. Een foute dag, maar oh, zo lekker! En om het helemaal goed af te maken gingen we ook nog eens niet sporten! Want als je dan toch de fout in gaat kun je het maar beter heel goed aanpakken nietwaar?

dinsdag, september 19

Speldje

Toen ik haar leerde kennen, nu 37 jaar geleden, was ze net als ik zes jaar oud en net als ik gek van paarden. In de jaren die volgden zaten we meer op de manege dan thuis. Gouden tijden waren het. Een super-jeugd.

Toen we groter werden en heel langzaam maar zeker gingen beseffen dat je zult moeten werken om de kost te verdienen bleef zij bij haar liefde voor paarden. Ze deed de opleiding voor instructrice in Deurne en ging daarna paardrijles geven. Ik sloeg een andere weg in en kwam in de admistratieve sector terecht.

Door de jaren heen hielden we contact. We kregen relaties, er kwamen kinderen, er was lief en leed. De jaren kabbelden voort. Soms zagen we elkaar zomaar een jaar niet. Dan troffen we elkaar een aantal keren vlak achter elkaar. Maar altijd was het als vroeger.

En een paar jaar geleden zei ze opeens: 'Ik ga iets heel anders doen, een heel andere richting uit, ik ga stoppen met paardrijlessen geven, ik ga in de zorg werken'. Mijn mond viel open van verbazing. Van alle beroepen die ik bedacht zou kunnen hebben als zijnde 'bij haar passend' zou de zorgsector nooit in me opgekomen zijn. Maar ze deed het toch maar even. Ze begon aan de opleiding en werkte daarbij 32 uur per week in een verpleeghuis met dementerende bejaarden (nou ook niet bepaald de meest makkelijke categorie patiënten). Daarnaast runde ze een huishouding want ze had immers ook nog een man en kind die aandacht verdienden.

Ik zag niet veel van haar, de laatste drie jaar. Ze bleef zich verontschuldigen, ik bleef roepen dat ze daar mee op moest houden, en steeds weer kwam er achteraan: 'Na mijn diplomering...'

En vandaag was het zover. Ik nam eerder vrij van mijn werk en reed op de fiets naar haar feestje dat hier in Assen plaatsvond. Daar werd drie jaar keihard werken beloond en zag ik hoe ze haar speld 'Verzorgende IG' uitgereikt kreeg. Tjonge, op haar veertigste een totaal nieuwe weg ingeslagen. 'Ik ben bere-trots op je,' vertelde ik haar toen ik een bos bloemen overhandigde. Ze straalde helemaal, vanwege al die mensen die voor haar gekomen waren, vanwege al die bossen bloemen maar vooral vanwege het feit dat die drukke jaren achter de rug waren en ze nu weer 'gewoon' verder kan met haar leven.

zondag, september 17

Dromen

De één koopt iedere twee of drie jaar een gloednieuwe auto. De ander investeert in een prachtige, state-of-the art, keuken. Weer een andere laat z'n tuin helemaal onder architectuur aanleggen. Wij zijn van het reizen. Dat doen we het liefst van alles.

Maar reizen kost geld, soms zelfs veel geld, en dus komen de echte, verre reizen niet ieder jaar voor. Vanwege onze Bruin die dàt niet steeds maar weer kan trekken. Maar volgend jaar, zo hebben we bedacht, mogen we weer! Whoepie.

En dus zit ik al een hele lange tijd op het internet op zoek naar een reis die in ons wensenstraatje past. Het wordt, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, Thailand. Vanwege de totaal andere wereld, de tempels, de olifanten en de apen, de Mekong-rivier, de giga-stad Bangkok. Vanwege bergstammen als het langnek-volk (zie foto), de prachtige tropische stranden. En natuurlijk ook vanwege het lekkere eten.

Na veel geklik kwamen we hierop uit, een vijftiendaagse rondreis met daaraan vastgeplakt een verlenging van een aantal dagen in een lekker hotel aan het strand. We gaan pas volgend jaar hoor, en er kan dus nog vanalles veranderen, maar dromen kan altijd. En ik droomde heel erg lekker!

zaterdag, september 16

Groot onderhoud

Onze blogprovider is bezig zijn diensten te verbeteren. Er is daarom een nieuwe beta-versie verschenen waarmee gebruikers de boel uit kunnen testen en fouten op kunnen sporen.

Ik heb zo'n beta-versie en kom daardoor én de nieuwe mogelijkheden tegen maar ook de nieuwe fouten. Eèn daarvan is dat ik niet meer kan reageren bij mede blogspot-bloggers die nog geen nieuwe versie hebben en hun log hebben ingesteld op 'alleen mede-blogspotters mogen reageren'. Zij horen dus helaas even niets meer van me waarvoor mijn excuses. Er wordt door Blogger hard gewerkt om dit probleem op te lossen.

Voor de rest is het wellicht even behelpen. Je moet iedere keer je gegevens opnieuw invoeren, heb ik begrepen. Dat kun je omzeilen door als 'anonymous' of 'other' te reageren en dan gewoon je naam in te voeren. Dat is ook invoeren maar scheelt wel! Hoe dan ook; hou vol, het wordt beter. Hoop ik!

vrijdag, september 15

Zebrapad-stelling

Als je bij ons de wijk uitrijdt dan kom je eerst een fietspad tegen en daar pal naast een zebrapad. En bij ons in de wijk is het zo dat fietsers én voetgangers voorrang hebben. Dus toen ik vanochtend de wijk uitreed om naar mijn werk te gaan en ik de jongetjes zag ging ik, zoals een goed automobilist betaamd, op de rem.

Het oudste jongetje stond rechts van mij, hij was al aan de overkant. Het jongere jongetje, zo'n koddig klein mannetje, stond links van mij, hij moest dus nog oversteken. Ik was gestopt om hem veilig naar de overkant te laten gaan maar... hij ging niet. Hij keek een beetje benepen mijn richting uit en ik zag de twijfel als een enorme wolk boven zijn hoofd hangen. Het oudere jongetje stond vanaf de overkant met zijn arm te wenken, 'kom dan,' zei de arm, 'kom maar snel, steek maar over, het mag want die mevrouw is gestopt.' Het kleine kereltje deed echter niks. Hij bleef staan waar hij stond. Ik ook. En het oudere jongetje ook. De laatste begon wel steeds driftiger te gebaren. Hij was oud genoeg om te snappen dat ik daar niet voor mijn lol stond te wachten, hij wist dat ik onderweg was ergens naar toe. 'Toe nou, schiet nou toch eens op,' gebaarde zijn arm weer. Maar het kleine kereltje deed niks.

Ik zag hem denken, en peinzen. Hij kneep zijn ogen er een beetje bij dicht, zo hard dacht hij na. Ik snapte er helemaal niks van. Wat had dit mannetje? Zebra-angst? Strepen-vrees? Waarom stak hij nou niet over? We stonden inmiddels mooi vast. Ik kon niet bewegen want stel je voor dat hij toch ging lopen, maar hij kon ook niet bewegen kennelijk. En het oudste jongetje was al aan de overkant, die ging niet terug.

En toen zag ik het, de oorzaak van al deze 'ellende'. Hij kleine kereltje keek achterom met een licht bevreesde blik in zijn ogen. En daar, heel in de verte zag ik haar aankomen; zijn moeder. Achter een kinderwagen en gezellig kleppend met een vriendin die naast haar liep. Ze had natuurlijk gezegd: 'bij het zebrapad moet je wachten! Denk er goed om! Niet oversteken hoor. Wachten tot ik er ook ben!' Op zich een goed advies, er rijden tenslotte behoorlijke idioten rond in dit soort woonwijken. Maar in dit geval zorgde de moeder in kwestie wel voor een pracht van een zebra-pad-stelling!

donderdag, september 14

Ruzie?

Terwijl ik bezig ben deze foto te maken zit boven op de pergola een ekster. Zodra hij in de gaten heeft dat ik, vlak onder hem, ook interesse heb voor de druif begint hij hard te schreeuwen.

Het is ieder jaar om deze tijd hetzelfde liedje; de vogels vinden dat zij recht hebben op de druif, hij hangt immers buiten en zij hebben honger? En ik vind dat ik recht heb op de druif, ik geef hem immers water gedurende warme, droge periode's? Peer snoeit hem in december altijd terug. En we geven hem extra kalk. Bovendien hebben wij hem geplant. In mijn idee is het toch echt onze druif.

Waar het op neer zal komen, net als in voorgaande jaren is dat de vogels de bovenste druiven opeten en dat de hangende trossen voor ons zijn. Zodat we toch weer jam kunnen maken. Nog een week of twee wachten denk ik...

woensdag, september 13

Verliezer



joe win som , joe loes som...
En even voor de duidelijkheid:
ik verloor dus. Boel veel.
En toch blijft JijBent leuk.

dinsdag, september 12

Alarm

Het was midden in de nacht, Peer en ik waren diep in slaap toen een enorm geloei ons wekte. 'Wheeeeepppp.... wheeeeeepppp...' klonk het. Ik rukte me uit dromenland en werd langzaam wakker. Met de nadruk op langzaam. Peer was gelukkig sneller van begrip.

'Wat is dát voor herrie?' vroeg ik slaapdronken.
'Dat is ons brandalarm', zei Peer die al naast het bed stond.
En ja hoor, toen was Donder ook wakker!

Peer liep de trap al af terwijl ik bezig was te bedenken wat er mee moest, wat ik aan moest, waar alles lag.
'Peer?' riep ik naar beneden.
'Jahaaaa?' klonk het naar boven.
'Heb je al brand ontdekt?'
'Nee hoor, hier is niks aan de hand.'

Ik liet me, gerustgesteld, terugzakken op de rand van mijn bed. Over adrenaline gesproken zeg. Peer controleerde ondertussen het hele huis, van kelder tot zolder én weer terug. Voor de zekerheid. Maar er was echt niets aan de hand.

Er zijn dus twee conclusies:
a. de batterij was leeg
b. we stoppen er nu een Duracel in.
Want geloof me, dit wil je niet al te vaak meemaken!

maandag, september 11

Zielig

Bij mijn mannelijke collega S. speelde zich vanmiddag een enorm drama af. Hij sneed zich aan een papiertje. En dat doet zeer, dat weten we allemaal. Zelfs de vrouwen onder ons zullen niet ontkennen dat een papiersneetje pijn kan doen. Maar collega S. wist het behoorlijk te overdrijven. Ik benadruk hierbij nogmaals dat hij van het mannelijk geslacht is...

'Oh.... oeh hee...,' sprak S. met veel drama, 'het trekt helemaal!'
Ik keek hem meewarig aan.
'Als ik het tegen het licht hou kan ik er bijna doorheen kijken,' sprak hij terwijl hij de gewonde hand omhoog hield.
Ik begon te glimlachen.
'Ik schrok echt ènorm toen ik me sneed,'voerde hij het drama op, 'ik dacht nog, ja hoor, daar gààt mijn duim'.
Ik lag inmiddels bijna onder mijn bureau van het lachen.
'Het is echt een enorme wond hoor!' Hij keek er wanhopig bij.
'Het is een hele, hele, vuile pijn. Echt waar.'

Toen ik even later naar het archief moest durfde ik hem bijna niet alleen te laten. Stel je toch voor dat hij in zijn eigen drama ging geloven. Ik liep dus binnen bij de receptioniste en legde haar het hele drama uit. Ze schaterde. ‘Wil je wel even op hem letten, want ik moet naar het archief, en het is echt niet vertrouwd dat hij alleen zit hoor, hij kan wel flauwvallen!’ De receptioniste beloofde goed op te passen. Toen ik weer terugkwam stond ze bij ons in de deuropening. ‘Hij leeft nog hoor!’ zei ze toen ik aan kwam lopen. ‘Maar zielig is hij wel’.
Collega S. stak een pruillip naar voren en zei: ‘Ja nou....’

Zulk leuk spul; mannen!

zondag, september 10

Groeten

Ik doe het express, ik geef het toe. En ik heb het altijd al gedaan, zo lang als ik leef al. In den beginne was het gewoon omdat het zo hoorde. Iedereen deed het toen, in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. En tot mijn grote genoegen ben ik niet de enige die het doet, vele Drenten (en wellicht ook Groningers, Friezen en andere provincialen) doen het ook nog steeds.

Dus toen wij vanochtend over het Balloërveld fietsten deed ik het weer.

'Moi!'
'Goeiemorgen!'
'Môge!'
'Ah moi!'

En de tegenliggers zijn vervolgens altijd in twee categorieën te verdelen: Drenten en import (zo worden de de zogenaamde "Drentenieren" en/of toeristen hier genoemd). De Drenten steken vaak één wijsvinger omhoog, waarbij ze de handen wel beide aan het stuur van de fiets houden, en zeggen dan 'moi' terug. Of één van de andere standaard begroetingen. Dat kan ook.

De import daarentegen zie je altijd even schrikken. Hun hoofd gaat iets omhoog, er komt een licht verbaasde blik in hun ogen en vervolgens komt er 'Eh... dag!' waarna ze doorfietsen. Daarbij halen ze soms nog gevaarlijke capriolen uit door achterstevoren op hun fiets te gaan zitten om mij na te kijken. 'Wie was dat?' vragen ze zich vervolgens af. 'Waar ken ik dat mens van? Is het misschien familie van de buurvrouw of zo?'

Ik ben ze na drie trappen fietsen al vergeten maar tussen die "import" zitten vast een aantal die zich de hele dag af blijven vragen wie ik nou eigenlijk was. Want zij zijn het kennelijk niet meer gewend, dat je elkaar gewoon groet. Nou wij wel groeten hier wel hoor, en ik blijf het ook gewoon doen. Omdat het aardig is maar ook, ik geef het eerlijk toe, vanwege de reacties van de import. Want dat is altijd lachen!






klik hier voor foto's
Nieuw!! als er nieuwe foto's op mijn Flickr staan staat dit logo in het vervolg onder aan een blogje. Je hoeft alleen maar even op de camera te klikken om doorgelinkt te worden naar de foto's.

zaterdag, september 9

Schier

Mijn moeder en tante gingen vandaag naar Schiermonnikoog. Ze hebben daar een huisje gehuurd en gaan er een weeklang vakantie houden. Lange tijd geleden hadden we al afgesproken dat Peer en ik ze vandaag naar Lauwersoog zouden brengen. Een paar weken terug hadden we daarbij bedacht dat, als het lekker weer zou zijn, wij gewoon mee zouden gaan op de boot om een dagje te fietsen op Schier. En mooi weer was het.

We huurden twee fietsen en één mandje en reden langs de dijk. Nou ja, we reden, en stopten, en reden, en stopten, en reden... want we moesten natuurlijk wel, om de haverklap, foto's maken. En één filmpje.

In het dorp dronken we koffie bij Bernstorff. 'Hee, zag je wie daar op het terras zat?' siste Peer me toe. Ik had niets gezien, was helemaal gefixeerd op de pruimentaart. 'Hij van Barend en Van Dorp!' zei Peer. 'Welke van Barend en Van Dorp?' vroeg ik. Maar dat wist Peer niet. Het bleek Van Dorp te zijn. Met vrouw. Zomaar op Schier.

We reden het dorp uit richting vuurtoren. Bij het allereerste duin wisten we het weer. Klimmen... maar daarna ook shoeffffffff..... dalen!

Op het enorm brede strand stond een felgekleurd kinderfietsje. Hij werd van twee kanten gefotografeerd. 'Is dit niet een beetje overdreven?' vroeg ik Peer terwijl ik afdrukte. 'Ah welnee, je moet dit soort onderwerpen goed vastleggen,' zei Peer. Klikkerdeklik.

De wind was hard, de golven hoog, de meeuwen krijsten en wij stonden daar en dachten aan de man die vanmiddag in Spanje begraven werd. Uit mijn jaszak haalde ik een grote kiezel, ooit gevonden op het strand van Altea in Spanje, vlakbij de praktijk van mijn zwager. Peer gooide de kiezel met een grote zwaai in zee. We konden niet zien of het water er door bewoog. Maar ik denk van wel. We waren blij dat we de begrafenis toch hadden kunnen regelen, verdrietig om wat gebeurd was en ook nog steeds een beetje boos. Maar de tijd slijpt scherpe randen weg, net als water dat bij stenen doet. Waarna het mooie kiezels worden.

We waren op het juiste moment op de juiste plaats vandaag. Na de enerverende week waren we erg toe aan wind in ons haar en zilte lucht in onze neuzen. Het was echt even bijtanken. En herdenken. Dat ook.

donderdag, september 7

Begraven

Toen de ouders van Peer, járen geleden, besloten definitief naar Spanje te verhuizen was dat een keus voor de eeuwigheid. Ze kochten namelijk twee graven in de gemeente La Nucia. Omdat ze ook na hun dood in Spanje wilden blijven. Peer z'n vader overleed al voor ik mijn relatie met Peer begon, Peer z'n moeder overleed acht jaar geleden. En wij besloten, unaniem, dat vader en moeder eigenlijk samen in èèn graf zouden moeten liggen. Want dat gaf hun relatie beter weer dan elk in een eigen graf. En zo geschiedde. Peer z'n moeder werd bijgezet in het graf van Peer z'n vader en het graf ernaast bleef leeg. Maar dat graf was wel al gekocht, voor de eeuwigheid zelfs... Mijn zwager gaf destijds aan dat hij dat graf dan graag op zijn naam wilde hebben en dat vonden wij geen van allen een probleem.

Jaren gingen voorbij en nu is het dan zover dat er iets met dat lege graf moet gaan gebeuren. Ik belde dus met de begrafenisondernemer in Spanje en vertelde hem het verhaal van het lege graf. Hij ging vervolgens naar de gemeente La Nucia om te onderzoeken of het graf was overgezet op naam van mijn zwager. Zijn onderzoeksresultaten waren schokkend. Volgens de gemeente is er geen enkel graf in La Nucia dat onze naam draagt. Niet voor mijn zwager maar... ook niet van mijn schoonouders! 'Hè? Geen graf op naam van mijn schoonouders? Nou, ze liggen er toch echt begraven hoor. Ik was er bij dat mijn schoonmoeder begraven werd en drie maanden geleden zijn we er nog geweest. Toen lagen ze er nog!' De begrafenisondernemer was hoogst verbaasd. 'Ik moet vandaag naar een vergadering in La Nucia en zal persoonlijk gaan kijken hoe de situatie ter plekke is,' zei hij. 'Kunt u me even precies zeggen waar ik het graf van uw schoonouders kan vinden?' Ik gaf hem dus gedetailleerde aanwijzingen over bij welk hek hij moest zijn en in welke muur, in welke rij en onder welke naam mijn schoonouders begraven liggen. We wachten de resultaten van dat onderzoek maar even af. Maar bizar is het wel.

Mijn zwager had overigens niets geregeld. Het graf staat dus niet op zijn naam, dat is wel duidelijk, maar hij had ook geen begrafenisverzekering afgesloten. Er is dus niets. En nu mag de familie het oplossen. Gelukkig is begraven in Spanje goedkoper dan in Nederland maar dan nog, het is een heel gedoe en het blijft heel veel geld.

En daarom heb ik aan de lezers van dit blog de volgende vraag: 'Hoe goed is jouw uitvaartverzekering geregeld?' Besef goed dat, als je niets regelt, je de familie opzadelt met een rekening van zo'n achtduizend euro. En dat is geen leuke nalatenschap. Dus misschien moet je het effe checke. Want doodgaan hoort bij het leven. En het kan nog járen duren hoor, voor die verzekering aangesproken gaat worden, maar zo lang moet je natuurlijk niet wachten. Want dan is het echt te laat.

woensdag, september 6

Storten

Het was best een mega-klus. Al onze oude dossiers, die met ordner en al ooit naar de kelder waren verhuisd, moesten omgezet worden in archiefdozen. Afgelopen vrijdagmiddag waren Kronkels en ik er de hele middag zoet mee. En al doende kwamen we er achter dat we heel erg veel ordners overhielden. Toen alles was omgezet in dozen begonnen we de ordners te sorteren op 'her te gebruiken' of 'weg te gooien'. En aan het eind van de dag waren er toch zeker een kleine honderd ordners rijp voor de vuilnisbak. Tja, en zo groot is de vuilnisbak op ons werk niet.

Er werd besloten dat we ze wel naar de stort konden brengen. En dus reed ik vandaag de Dondermobiel voor en gooide de achterklep los. Kronkels en ik stouwden de 'wagen' tot aan de nok vol met oude orders en reden toen naar de gemeentewerf. Daar aangekomen ging de milieupas in de automaat, werden we gewogen (oei) en mochten we het terrein oprijden. Bij de stortkoker zaten twee gemeentemedewerkers op een bankje in de zon. Hun knal-oranje overalls verblinden me bijna toen ik de auto naast ze neerzette.

'Heren, wat zitten jullie daar prachtig, zo in het zonnetje!'
'Ja hè, dat vinden wij nou ook. Wat komen jullie brengen?'
'Ordners, heel veel ordners. Kijk maar, een hele auto vol.'
'Zo hee, wat jammer dat Andries er vandaag niet is, hij is dol op ordners.'
'Nou, deze zijn niet meer te gebruiken hoor, het mechaniek is stuk, waar kunnen we ze dumpen?'
De mannen wezen op de stortkoker en bleven, bij gebrek aan een hark of schoffel, maar gewoon op hun bankje hangen.

Kronkels en ik gingen aan de slag met het uitladen van de Donder-station-mobiel. Ondertussen babbelden we met de beide, oh zo hardwerkende, gemeentemannen. Over de bommelding die vandaag pal voor onze neus in het gebouw tegenover ons plaatsvond. Spannend hoor! Of er ook TV bij aanwezig was, wilden ze weten. Dat konden we bevestigen, de lokale zender stond met de neus vooraan.
'Nou, wij willen met jullie ook wel op TV hoor,' zei de ene man in oranje overal tegen ons.
'Dan zal je toch echt eerst iets aan je outfit moeten doen,' zei ik, 'want deze kleur trek ik écht niet!'

Even later reden we de weegbrug weer op. En daar bleek dat we in slechts een paar minuten 45 kilo lichter waren geworden. Zo snel ben ik nog nooit afgevallen! :-)

dinsdag, september 5

Mobiel shoppen

Dit keer gaat er eens een logje niet over de rij vòòr me bij de kassa maar over de rij àchter me. Dat is verfrissend!

Achter collega Hejemato en mij stonden twee mannen te wachten tot wij klaar waren met afrekenen. Aan hun kleding te zien waren ze werkzaam in de bewakingssector. En toen ging het mobieltje van de man die pal achter me stond...

'Ja... met mij!'
...
'Ja, daar sta ik maar nee, dat gaat niet meer.'
....
'Ja, ik sta wèl bij de supermarkt maar ik kan geen boodschappen voor je meenemen.'
...
'Nee echt niet, ook al zou ik nog zo graag willen.'
....
'Nee lieverd, echt niet, want ik sta al in de rij bij de kassa. Voor me mensen, achter me mensen, je kent dat wel.'
....
'Hahahahaha.... je gelooft me niet?'
....
'Nou ik sta echt, echt, ècht waar in de rij bij de kassa!'

Waarop zijn collega achter hem roept:
'Hij staat in de rij hoor, echt waar!'
en de kassajuf aansluit...
'Echt waar, hij staat in mijn rij hoor!'
en ik..
'Geloof hem nou maar, hij staat in de rij hoor!'

En het werd helemaal hilarisch toen de man zei:
'Wat? Schat? Liefje?? Ha-lo-hoo....?? Ik geloof dat de lijn wegvalt hoor!' Hij tikte met zijn telefoon drie keer op het hekje bij de kassa. 'Nee schat, ik hoor je niet meer, ik ga hangen hoor!'

Rijen bij de kassa kunnen dus wel leuk zijn!

maandag, september 4

Boos

Ik log maar even niet vandaag. Ik ben te boos om te loggen geloof ik. Mijn zwager in Spanje had niks geregeld, zo hoorden we vandaag. He-le-maal niks. En of wij het nu maar even willen oplossen met elkaar. En aan die oplossing hangt ook nog eens een behoorlijk prijskaartje. En dus ben ik boos. Dat, in combinatie met 'van de doden niets dan goeds', leidt er toe dat ik beter maar niets meer kan zeggen. Tot morgen.

zondag, september 3

Regelen

Het haardje in de serre brandde er lustig op los. Op tafel stond een prachtig bos rozen en daarnaast lag het adresboekje van schoonzus. Er moesten mensen gebeld worden om ze op de hoogte te brengen van het overlijden van mijn zwager. Er moest met Spanje gebeld worden om te regelen dat zijn overlijden daar ook werd aangekondigd.

En toen kwam toch het moment dat we moesten bellen met een begrafenisondernemer in Spanje. Gelukkig was het een Nederlander. Gelukkig was hij begripvol. Want gezien de relatie tussen mijn zwager en ons, of liever gezegd het jarenlang ontbreken van die relatie, weten we niets. Peer z'n beide ouders zijn in Spanje begraven en het graf naast dat van hun is gereserveerd voor mijn zwager of zou door hem gereserveerd worden, zo had hij ons destijds verteld. En dat was alles. We weten niet of hij verzekerd is en waar hij dan verzekerd is. Of hij zijn zaken geregeld heeft of niet. Of er iemand is die wèl op de hoogte is. We weten echt niet hoe het nu verder gaat. Toen we in juni bij hem waren hebben we over al deze zaken om opheldering gevraagd en de antwoorden waren niet echt duidelijk en helder. Hij zou het regelen, zei hij toen. Maar of dat ook gebeurt is?

De begrafenisondernemer zei: 'ik kan nu niet zoveel omdat het zondag is, ik ga wel even uitzoeken of hij naar het tanatorio (een combinatie van crematorium en rouwcentrum) is overgebracht en morgen duik ik in de papieren. Daarna bel ik u terug, is dat goed?' Dat was meer dan goed.

De eerste stap is genomen. En dan nemen we de volgende stap. En dan de volgende. En dan de volgende. Totdat het klaar is, zo'n 2.400 kilometer verderop.

zaterdag, september 2

Oleanders

We bleven ons er over verbazen toen we in juni naar Spanje reden. Oleanders, oleanders en nog eens oleanders. In allerlei kleuren van wit tot roze tot dieppaars en op de meest vreemde plekken. Overal zagen we ze. Langs het kronkelende weggetje naar het ziekenhuis waar Peer z'n broer opgenomen was zagen we ze in het stoffige Zuid-Spaanse zand. De middenberm van de snelweg was door de oleanders één lang roze-wit lint geworden. In een droge, dorre rivierbedding waar helemaal niks meer wilde groeien zagen we een enorme wolk van roze en paars. Overal oleanders.

'Tot in lengte van dagen zullen de oleanders ons herinneren aan deze week,' zei schoonzus Els. Het was een week van verdriet geweest, van afscheid nemen van een ernstig zieke broer, van spullen uitzoeken en van praten. De week van de oleanders was het.

Wij gingen terug naar Nederland, mijn zwager bleef ernstig ziek achter in Spanje. We hielden telefonisch contact met hem maar de afgelopen week nam hij zijn toestel niet meer op. Gisteren hoorden we van zijn nederlandse huisarts in Spanje dat het heel, heel slecht met hem ging. En vanochtend kregen we te horen dat hij vannacht heel rustig in zijn slaap is overleden. De huisarts had tot op het laatst aan zijn bed gezeten. Vooral dat laatste was voor ons heel belangrijk. Hij was toch niet alleen geweest.

'Jullie komen me niet begraven hoor,' had zwager in juni nog gezegd, 'wat een onzin. Zorg er maar voor dat ik een mooie steen op mijn graf krijg later, dat heb ik liever.' We gaan dus niet halsoverkop naar Spanje nu. We gaan vandaag wel naar Oosterbeek, naar de zus van Peer, omdat je elkaar op dit soort momenten even vast wilt houden. Een telefoongesprek is dan echt niet genoeg.

En zojuist kochten we een oleander, die gaan we morgen in haar tuin zetten. Omdat die tot in lengte van dagen ons zal herinneren aan de man die niet meer is en de week dat we afscheid van hem namen.

vrijdag, september 1

Bruiloft

Vorige week kregen we een mailtje waarin stond dat Jannie en Bill aanstaande maandag gaan trouwen. Ik was helemaal blij en oh, wat zou ik graag bij dat feest aanwezig zijn, maar dat gaat niet lukken. Van mijn werk vrij krijgen, dat had ik nog wel voor elkaar gekregen, maar de reistijd van 42 uur totaal, die nekt je. :-)

Ik ging dus op zoek naar een alternatief. Als rechtgeaarde Nederlander denk je dan meteen: we sturen een bloemetje. Ook in Australië hebben ze bloemisten en die zullen toch ook wel bezorgen? Ik klikte mezelf een slag in de rondte maar kwam er al snel achter; een bloemetje sturen was nogal prijzig (10 dollar = 6 euro).

Ik gaf niet op en klikte door en kwam zo terecht bij Jimmy's baskets in Mackay. En Jimmy is the man! Bloemen vielen af, dat was duidelijk, maar Jimmy bezorgt wijn, bier, chocola en teddyberen! Ik klikte me dus door Jimmy's site en selecteerde een fles bubbels. Daarna voegde ik nog een kaart toe met een leuke eigen tekst.

En aanstaande maandag stapt, aan de andere kant van de wereld, een man (of vrouw) in een auto om vervolgens aan te bellen bij Bill en Jannie. Zij doen dan de deur open en nemen ons cadeautje in ontvangst. Wat is het toch een geweldige uitvinding, dat internet!