zaterdag, december 31

Ik wens jullie...


zonnige zomerdagen
mooie boeken
lammetjes in de wei
krakende vorst
lekker eten
een goed gesprek
schaatsen op natuurijs
lange zomeravonden in de tuin
ontroerend mooie muziek
een goede gezondheid
glimlachend kijken naar je kinderen
rust om je heen en in jezelf
bladtrappen in de herfst
vakanties die oneindig duren
zeeën van tijd en ruimte
voldoende geld
fijn werk
uren natafelen
kijken naar mooie kunst
gloedvolle zonsondergangen
lekker niksdoen
de geur van pasgemaaid gras
zijdezachte sneeuwvlokken op je hoofd
het geluid van vroege vogels
een mooie film
verdwijnen in een verhaal
lachen, gieren, brullen
vrienden die er altijd zijn
veel chocola
verwondering
gewoonweg gelukkig zijn
twee armen om je heen
een computer die het altijd doet
windkracht zeven aan het strand
bloggen
ontroering
tevredenheid
mooie mensen om je heen
winkelen en dan precies vinden wat je zocht
een lente die niet op lijkt te houden
knapperende houtvuurtjes
liefde in je hart
en alle geluk van de wereld...

Dat 2006 maar
een fantastisch jaar
mag worden!

Dondersteen en de koekjesfabriek



Weet u nog, die vrouw van dik zeventig die altijd klaar staat voor een ander? De vrouw van wie ik het recept kreeg voor kniepertjes en spekkedikken... de vrouw die altijd voor een ander bakt? Nou, volgens mij bakt ze voor het hele dorp!
Ik had maar liefst negentig kniepertjes en ben bij dertig spekkedikken maar gestopt. Beetje jammer van al dat beslag. Ik had er gemakkelijk honderd kunnen bakken. Maar wanneer moeten we dat allemaal dan opeten?
Notitie voor mezelf: meteen het recept aanpassen!

vrijdag, december 30

Tradities

In Drenthe bestaan, rond oud en nieuw, een aantal tradities. Eén daarvan is het bakken van kniepertjes, rollegies en spekkedikken. Een kniepertie is een plat wafeltje en een rollegie is datzelfde wafeltje maar dan opgerold. De knieperties symboliseren het oude jaar. Ze liggen open, alles is bekend, er zijn geen verrassingen meer. Die eet je dus op oudejaarsavond. Het rollegie staat voor het nog onbekende, dichte, nieuwejaar. Die eet je dus op nieuwjaarsdag. En dan bij voorkeur gevuld met slagroom. Mjam. En de spekkedikken? Die brengen geluk! Je eet ze op nieuwjaarsdag. Een soort slappe wafels zijn het met daarin anijs, spek en droge worst. Om je vingers bij op te eten. Echt waar.

Zo lang als ik me kan herinneren waren er altijd wel zelfgemaakte knieperties en vaak ook spekkedikken. Maar de makers van al dat lekkers, de generatie van mijn moeder (én ouder), worden langzaam maar zeker ouder. De kans dat je ze dus -zomaar- krijgt is niet meer zo groot. Daarom besloot ik ze dit jaar zelf te gaan bakken.

Ik kreeg gisteravond, telefonisch, een bijscholing 'spekkedikken bakken voor beginners' van de vrouw die ze altijd bij mijn moeder bezorgde. Ze bakt ze zelf niet dit jaar. 'Ik zit wat in de lappenmand,' vertelde ze door de telefoon, 'het is me teveel gedoe om er dit jaar aan te beginnen.' En toen volgde een half uur lang instructies over lauwwarm water, gesmolten roomboter, en hoe belangrijk het was de ingrediënten in de juiste volgorde in het beslag te doen. 'Eérst lauwwarm water, dan de stroop en boter erin en als het beslag goed is pas dán het roggemeel er door! Als je op zaterdag wilt bakken moet je wel op vrijdagavond het beslag maken. Het is het allerlekkerste als het beslag één nacht in de koeling staat. En als je er niet uitkomt, ik ben thuis hoor. Niet aarzelen, je kunt me gewoon bellen!'

Een prachtmens is het. Dik zeventig jaar oud en dan nóg altijd klaar staan voor een ander. Ik ga dus vanavond het beslag maken en morgen bakken. En als het project lukt moet ik op nieuwjaarsdag maar even naar Gasselte denk ik. Want daar woont de instructrice. Dan breng ik haar wat spekkedikken, als geluk voor het nieuwe jaar.

donderdag, december 29

Opruiming

Het is vandaag opruim-dag. Ik heb, sinds de kerst achter de rug is, de kriebels. Het oude jaar moet er uit. De oude dingen moeten weg. Tijd voor nieuw, tijd voor een schone lei, tijd voor een lege bladzij. Ruimte moeten we hebben.

Vanochtend besloot ik dat de boom er eerst maar uit moest. Hij stond me in de weg en ik was klaar met kerst. Dus sleepte ik alle dozen weer van boven naar beneden, ontmantelde de boom, vulde al die dozen weer met ballen en versierselen en bracht vervolgens alles weer naar boven.

Daarna soppen. Eerst de keuken want die was tijdens de kerstdagen intensief gebruikt. Daarna de kamer. Toen stofzuigen. Dweilen. En tussendoor allerlei troep opruimen. Buiten dwarrelden sneeuwvlokken vrolijk door de lucht, binnen stond lekkere muziek op. Ik ging als een speer. Greep hier wat, poetste daar wat en ja hoor... het oude jaar is bijna verdwenen. Er is weer ruimte.

Nu nog even boodschappen halen en dan vanavond naar Norg. Dan gaan we uit eten met mijn moeder, zus en zwager. Want het is de sterfdag van mijn vader vandaag. Acht jaar geleden stierf hij. En dat herdenken we ieder jaar op gepaste wijze. Zijn wijze.

woensdag, december 28

Geluk

Voor ons in de rij stond een ouder echtpaar. Ouder dan Peer en ik. De man had een zeer artistiek hoofd, lang golvend grijs haar compenseerde een hoog kalend voorhoofd. We schuivelden met ons vloerkleed en de ovenschaal stapje voor stapje verder. Het was druk. Bere-druk. Want het was Woonsdag. Wist ik veel. Ik wilde gewoon een nieuw vloerkleed en een hapje eten.

De rij naast ons ging sneller. De man met het artistieke hoofd keek naar de rij, naar z'n vrouw en met een kort hoofdknikje werd de beslissing genomen; ze schoven één rij naar rechts. 'Als iedereen dat nou doet zijn we zó aan de beurt!,' riep Peer enthousiast. De man keek om en lachte. Ik vertelde hem dat ik altijd in de verkeerde rij sta. 'Ja,' zei hij, 'dan is de kassarol op, of de pin doet het niet...' Ik knikte. Maar ondertussen stond hij niet meer in mijn rij en ik altijd in de verkeerde... De man met het artistieke hoofd besefte dat ook en een wedstrijdje ontstond.

Hij liep ver op ons in. Keek grijnzend achterom. Maar toen stokte zijn rij en liepen wij weer in. Ik grijnsde niet. Want zo ben ik niet (...). We schuivelden en hielden elkaar nauwlettend in de gaten. Leuk was het, zo'n wedstrijdje als je toch niks beters te doen hebt.

Uiteindelijk won hij. Dik. Hij keek nog een keer achterom en lachte breed. Ik zou durven zweren dat ik hem licht zag huppelen toen hij richting de uitgang liep. 'Zo,' zei ik, 'die is ook weer gelukkig. Dat hebben we dan toch maar mooi geflikt! Nu moeten wij alleen nog even zorgen dat we ook door de kassa komen.'

Toen we eindelijk, eindelijk, ein-de-lijk aan de beurt waren kwam een jongen in een geel Ikea-shirt aanlopen. De kassajuf had onze ovenschaal bijna opgepakt toen ze hem zag aankomen. 'Oh, kom je me aflossen? Fijn!' En toen moest haar la er uit, haar spullen werden bij elkaar gegraaid, oh, bijna haar flesje water vergeten, wacht nog even... de bodywarmer moest nog mee. De jongen deed een nieuwe la er in, zijn personeelspasje door de kassa, en nog een keer, en toen, eindelijk, 'blieb'.

'Ik wou dat die man dit nog had kunnen zien,' zei Peer.
'Ja,' zei ik, 'dan was hij nóg gelukkiger geweest!'

dinsdag, december 27

Wegisweg

Mannen van stavast

In een achterkamertje op het Haagse binnenhof zaten twee ernstig kijkende mannen bij elkaar. 'Als we een echt besluit nemen,' zei de ene man erstig tegen de andere, 'dan valt dit kabinet. D66 wil absoluut niet mee in deze beslissing. Zij weigeren naar Afganistan te gaan. Hoe pakken we dit aan? Ik wil natuurlijk blijven zitten waar ik zit en dat zal voor jou toch niet anders zijn?' De andere man knikte instemmend. Hij dacht diep en lang na en toen zei hij: 'Ik heb een plan. Als we nou eens naar buiten brengen dat we vooralsnog geen besluit nemen maar dat we een voornemen uitspreken? Dan laten we de kamer het besluit nemen. Dan zijn zij de bonte hond, hebben wij geen heibel met D66 én, wat nog belangrijker is, we kunnen allemaal gewoon lekker in het pluche blijven hangen.'

De mannen probeerden het te verkopen in de tweede kamer. Maar er werd, een beetje lacherig zelfs, met hoofden geschud. Dit kon toch niet een echt kabinetsstandpunt zijn? Proest. Maar toen de partijen doorhadden dat deze mannen écht serieus waren ging er een vuist de lucht in. Harry van Bommel van de SP stond op en zei hier niet aan mee te willen werken. De regering moest eerst maar eens een standpunt innemen en dan zou de kamer er wel over debatteren. Dat was de gang van zaken. De regering regeert. Dat is tenminste de bedoeling...

Het eerste deel van dit blog verzon ik. Maar het bericht over Harry van Bommel hoorde ik vandaag op de radio. 'De SP vertikt het om een besluit te nemen,' zei de nieuwslezer. En ik deed, in mijn eentje, een wave voor Harry van Bommel. Want ik hou van mannen van stavast. Helemaal als ze het opnemen tegen het stelletje slapjanussen die op dit moment "de baas" zijn over ons land!

maandag, december 26

Grote jongens

Ooit was hij (de sub-zoon links op de foto) de slechtste eter die ik ooit zag. 'Dat lust ik niet,' kwam vaak voor. En hij lustte het dan ook echt niet. Hij wilde niet naar het buitenland op vakantie want daar 'praten ze raar'. 'Niks aan', die verre landen en andere culturen. Nu studeert hij internationale communicatie en woonde in verband met die studie al eens een half jaar in Finland. Op dit moment woont hij in Portugal en met ingang van februari zit hij voor een half jaar in Brussel. Koken is zijn passie. Hij riep een paar weken geleden: 'Ik heb zo'n fantastisch recept voor tiramisu.' En toen ik voorstelde dat hij dat dan maar moest maken voor tweede kerstdag was het meteen goed.

Ooit was hij (de sub-zoon midden op de foto) stil en verlegen. Hij was niet de slechtste eter, dat was zijn broer, maar echt genieten van eten was er ook niet bij. Studeren ging niet zo best. Hij haalde de MAVO en ging aan het werk. Inmiddels heeft hij een bijzonder goede baan, heeft net zijn HBO-Wiskunde afgerond, verbouwt in zijn eentje zijn huis én is dol op koken en lekker eten.

'Zullen we met de kerst allerlei hapjes eten?' vroeg de één.
'Dat is goed,' zei ik, 'wie maakt dan wat?'
'Ik maak de Tiramisu,' zei de jongste.
'Zal ik dan tappas maken?,' zei de oudste.
'En als jij dan vissoep maakt...' keek hij er lief achteraan.

En zo stonden we vanavond met z'n drietjes in de keuken. Zo gezellig. De één sneed groente. Ik gooide rivierkreeftjes in de vissoep en de ander prees bij mij Osseworst aan. 'Oh, met mosterd en uitjes, zó lekker!' En ondertussen zat sub-zoon nummer drie in de kamer achter de computer, met z'n vader.

Ik heb vandaag weer genoten. Dat moge duidelijk zijn.

Kerstpuzzel

We maken hem al zo lang als hij bestaat; de kerstpuzzel van het Dagblad van het Noorden. Een pagina vol cryptische rebussen met dit jaar als thema 'reizen'. Nou, dat moet toch een makkie zijn voor mensen die zo van reizen houden als wij. Niet dus. Het is inmiddels dag drie en we hadden er tot vanochtend nog maar 18 gevonden. Van de 40! De laagste score ooit volgens mij.

Hij komt uit op zaterdag. Dan beginnen we allemaal te puzzelen. Eerste kerstdag wordt hij dan meegenomen naar de kerstmaaltijd. Gisteren dus. En we kwamen écht niet verder dan die 18 oplossingen. Maar vanochtend... 'u hebt mail!' deed mijn computer. Collega Hejemato schreef: 'Hoeveel hebben jullie er? Wij zitten nu op 20.' We wisselden antwoorden uit. En kwamen zo weer een stapje verder.

Straks komen de jongens voor gezelligheid, cadeautjes en vissoep met tappas. Hun oma (van de kant van Peer z'n ex) maakt ook altijd de kerstpuzzel, dus misschien wordt er van die kant nog iets toegevoegd.

Terwijl ik dit blogje tik heeft Peer een collega op de MSN. 'Hoeveel hebben jullie er?'. Peer hangt de krant op naast de computer en gaat antwoorden doorgeven.

En zojuist ging de telefoon, mijn moeder. 'Volgens mij heb ik nummer acht gevonden hoor. Maar ik denk dat het niet goed is want wat heeft haring nou te maken met reizen?' Dat ik mijn liefde voor kamperen niet van huis uit heb meegekregen is bij deze dan ook meteen duidelijk.

zondag, december 25

Familiekerst

'Kan ik iets voor je doen?'
'Wat eten we?'
'Ben je ontbijtkoek aan het bak-ken??'
'Wat zijn dat dan? Gebakken noten?'
'Er zit schimmel op die kaas hoor...'

'En nou al-le-maal mijn keuken uit!!'

Het was, ondanks (of misschien ook wel dankzij) het vele bezoek in mijn keuken, erg gezellig. Ik had me van te voren een beetje zorgen gemaakt of het allemaal wel goed zou lopen en of ze het allemaal wel lekker zouden vinden. Er zaten nogal wat gerechten tussen die niet bepaald doorsnee te noemen waren. Zou, met name de jongere garde, dat wel weten te waarderen? Nou, dát was echt niet nodig geweest. Alle acht gangen gingen er in als de ontbijtkoek die geroosterd door de salade zat (hoe verzinnen ze het, maar het was erg lekker!).

'Een salade met peer en kaas,' las mijn zus hardop van de menukaart toen ik net alle salades had uitgeserveerd. 'Peer?', zei ze. 'Shit,' zei ik en holde naar de keuken om de peer te halen... Neef Jaap zat naast me aan tafel en riep: 'Oh!' toen hij de eerste hap van zijn hoofdgerecht nam. Daarna keek hij me aan met wat het best beschreven kan worden als een gelukzalige grijns. Ik gaf hem het recept maar dat was niet de bedoeling, ik moest voortaan maar voor hem komen koken, zo werd mij meegedeeld. Nichtje Jannie bouwde een toren van haar Pavlova, deed het verse fruit er op en daar weer slagroom bovenop. Haar mond ging heel ver open voor een enorme hap. Nog een gelukzalige grijns kwam mijn kant op. 'Dit is óók lekker,' zei mijn moeder toen ze haar na-muse van citrusijs naar binnen lepelde.

'Pap'. Ja hoor, ik kan het nog zeggen. Nog nét. Het was gezellig, het was lekker, het was lachen, het was kerstpuzzel, het was cadeautjes, het was warm en tijdens het hoofdgerecht bijna te hectisch, het was een heerlijke eerste kerstdag.

Iedereen riep enthousiast dat ik volgend jaar wel weer mag koken. Tja. Daar moet ik nog maar even een nachtje over slapen. Of eigenlijk 350 nachtjes.

zaterdag, december 24

Voorbereid


De tafel is gedekt.
De voorbereidingen zijn klaar.
De gasten kunnen komen.
Maar dat is morgenmiddag pas...
Wij liggen dus vanavond lekker languit
op de bank voor de buis.

Voor alle lezers van dit blog:
hele, héle fijne kerstdagen gewenst!

Voor-bereiden (2)

'Mam?'
'Ja kind..'
'Nou heb ik voor de kerst mijn twee kandelaars gepoetst..'
'Ja, dat las ik op je weblog.'
'Maar jij hebt de grote kandelaar. En nou dacht ik, misschien mag ik die wel lenen, hij staat vast prachtig, midden op tafel, tijdens dat acht gangen diner van morgen.'

Het werd even stil aan de andere kant van de lijn. Heel even dacht ik dat ze het niet goed zou vinden. En dat zou vreemd zijn, want op uitleengebied heeft mijn moeder me volgens mij nog nooit iets geweigerd.
'Nou ik er over nadenk', klonk het vanaf de andere kant van de lijn, 'ik weet helemaal niet waar ik dat ding heb gelaten!'
'Wat?!? Hoe kun je die nou kwijt zijn, zo'n prachtige kandelaar...'
Ik was werkelijk verbaasd want bij ons in de familie zijn niet veel dingen die onder de categorie pracht en praal vallen. Zo zijn we nou eenmaal niet. Er waren wel prachtige tafellakens van damast (waarvan ik er twee in mijn bezit heb) en er waren vijf verzilverde kandelaars, vier kleintjes en één grote. Mijn zus en ik kregen allebei twee kleintjes, mijn moeder hield de ene grote. En nu was ze hem kwijt? Ze beloofde te gaan zoeken en zou daarna terugbellen.

'Ik heb hem hoor! Maar hij is wel heel smerig. Dat wordt heel hard poetsen...'
'Dat vind ik niet erg. Ik heb die twee van mij ook schoon gekregen en die waren werkelijk heel erg vies.'
'Nou kind, sterkte ermee, het zijn allemaal hoekjes en bochtjes en randjes en richeltjes, wat een klus. Jij liever dan ik. Weet je wat, hou die kandelaar maar. Ik gebruik hem toch niet en we vieren immers altijd kerst bij jullie?'
'Nou... dánk je wel!'
Blij, blij, blij was ik.

Peer, die toch al in Norg was, bracht de kandelaar mee naar huis en ik begon te poetsen. Tjonge, dat viel niet mee zeg. Mijn moeder had groot gelijk met haar hoekjes, gaatjes, randjes en richeltjes. Zucht. Mijn linkerpols ging er helemaal zeer van doen.

Maar toen kreeg Peer een helder idee. Ik zag het gebeuren. Hij holde de trap op naar zolder en kwam even later terug met een geweldig hulpmiddel. De kandelaar ging er helemaal van glimmen. En ik ook.

vrijdag, december 23

Voor-bereiden

Kleren laten bezorgen
(voor 't eerst van mijn leven)

De laatste proefbaksels
(geweldig gelukt)

Damast strijken, zilver poetsen
(bijna klaar)

Amuselepels schoonmaken
(want nieuw)

Donder gaat lekker!

donderdag, december 22

Arbeidsvoorwaardengesprek

'Kun jij donderdagmiddag met Jannie naar Beilen?' vroeg zus me twee dagen geleden. Nichtje Jannie, nét zestien lentes jong, had een weekendbaantje geregeld bij het GGZ. En nou moest ze naar het hoofdkantoor voor een arbeidsvoorwaardengesprek. Zus zat omhoog. Ze kon vandaag niet weg van haar werk en aangezien ik vrij was...

'Tuurlijk!' zei ik. 'En wat is precies de bedoeling?'
'Nou, ik denk dat je misschien wel mee moet naar het gesprek zelf, ze is nogal zenuwachtig. Eerste keer hè, dat is behoorlijk eng.'

En zo reed ik vanmiddag met nichtje Jannie richting Beilen. Ze zat naast me in de auto te friemelen met het briefje waarop de routebeschrijving stond. Af en toe hoorde ik een licht zenuwachtige zucht.
'Je vind het toch niet écht eng?'
'Nou... écht wel!'
'Maar wat is er dan eng aan zo'n gesprek. Ze legt alleen maar uit wat je contract inhoudt en dan teken je en dan gaan we weer naar huis.'
'....'
'Stelt niks voor hoor. Echt niet'
'Eh... tante Dondersteen?'
'Ja kind.'
'Ga je dan wel mee naar binnen?'
'Als jij dat écht wilt, maar dan moet je dat wel zelf zeggen tegen de mevrouw van personeelszaken'
'Moet dat echt. Kun jij niet even voorgaan? Even uitzoeken hoe het zit.'
'Nee, het is jouw gesprek. Jij moet het regelen.'
Friemel, friemel, zucht.

Ondertussen reden we Beilen binnen.
'Waar moeten we eigenlijk zijn bij het GGZ?'
'Huh? Nou, gewoon, bij het GGZ'
'Ja maar wáár, in welk gebouw?'
'Eh? Gebouw? Nou, hét GGZ-gebouw natuurlijk...'

We reden het terrein op en werden omringd door gebouwen, borden, routes, nog meer gebouwen.
'Oh. Jee. Ze hebben hier dus heel veel gebouwen... '
'Ja. Net als bij het GGZ in Assen waar jij gaat werken. Wat had je dan verwacht?'
'Nou, één gebouw. Dat was toch genoeg geweest?'
Ik stopte bij het hoofdgebouw en ging even vragen. Daar bleek ook personeelszaken gevestigd te zijn. Even later zaten we te wachten op de personeelsmevrouw. Toen ze er aan kwam steeg naast me het zenuw-gehalte tot een hoogtepunt. Ik moest wel even glimlachen. Zo schattig...
'En wie is dit?' vroeg de personeelsmevrouw.
'Dat is mijn tante!'
'Wil je graag dat ze bij het gesprek zit?'
'Eh... Ja... Eh... Best...'
'Nou dan doen we dat toch?'

En zo zaten we even later om tafel. Voor ons het contract en een enorme map vol informatie over de werkgever, pensioenen, hepatitis-inentingen, personeelsvereniging etc. etc. etc.
'Ben je met de auto gekomen?' vroeg de personeelsmevrouw aan Jannie.
'Ja...'
'Als je dan even dit formulier invult krijg je de reiskosten vergoed.'

Jannie keek naar het formulier. Kleurde nog roder. Ik zag haar denken. Wat moest ze hier nou mee. Want ze was wel met de auto maar het was niet haar auto dus had ze eigenlijk geen recht op die vergoeding. Toch? Voorzichtig draaide ze haar hoofd om en keek me aan. Ik barstte in lachen uit.

'Je mag natuurlijk die vergoeding later uitbetalen aan je tante,' lachte de personeelsmevrouw.
'Of een bloemetje voor me kopen,' vulde ik aan.

Helemaal opgelucht tekende nichtje Jannie het declaratieformulier. En even later haar aller-aller-allereerste contract. Zo stoer. Zo gaaf. Zo écht!

woensdag, december 21

Moederliefde

Terwijl ik vanmiddag achter de computer op mijn werk zat hoorde ik opeens, vanaf het bureau aan de overkant: 'Maar dat dóé je toch ook niet!'

Ik keek op, was er met mijn hoofd niet helemaal bij, want de brief waar ik mee bezig was bleek best lastig te zijn. Aan het hoofd van Kronkels te zien was ze bloedserieus en zéér verontwaardigd. Ze zag mijn vragende blik.

'Ja, nou... dat dóé je je kind toch ook niet aan!' zei ze nog een keer verontwaardigd. Ik snapte er helemaal niks van. Een kort knikje van Kronkels richting de radio bracht uitkomst. 'Het was eerste kerstdag, ne-gen-tien-een-en-zestig,' zong Youp van 't Hek ons toe.

Ik begon hard te lachen. 'Je kunt wel merken dat jij moeder bent!,' zei ik, 'want dit valt absoluut onder de catagorie onvoorwaardelijke moederliefde.' Ze keek nog steeds een beetje verbolgen maar moest ook wel om zichzelf lachen.

'Ja nou...' zei ze nog een keer, 'die stomme Flappie ook...'

dinsdag, december 20

Enquête

Het hotel waar we afgelopen weekend verbleven boekte ik via het internet. Klikkerdeklik. En klaar. Stelt niets voor. Tijdens het zoeken naar het meest geschikte hotel voor ons las ik de reacties die vorige hotelbezoekers op de site hadden achtergelaten. 'Help me onthouden dat ik ook even zo'n recentie plaats,' zei ik tegen Peer toen we zondag naar huis reden. Maar ik vergat het natuurlijk. En Peer ook. Als je eenmaal weer thuis bent heb je meteen weer duizenden andere dingen te doen.

Vandaag ontving ik een mailtje van de hotel boekings-site. Of ik mee wilde werken aan de klanten-recenties. En dat wilde ik wel want ik was het immers toch al van plan? Ik klikte dus door naar hun site en vulde allerlei vragen in. Ze vroegen wat er goed was aan het hotel en wat er minder goed was en of er nog iets verbeterd kon worden. Ik vulde lustig in en klikte door. Nog een paar vragen...

'In welke categorie valt u?' was de laatste vraag. Ha! Een meerkeuze vraag. Altijd gemakkelijk. Ik las de mogelijkheden door.
Bent u:
Reiziger alleen? Eh... nee.
Een jong paar? Nou, nee, dat toch ook niet meer, we zijn al veertien jaar samen.
Familie met jonge kinderen? Nee. Dat zéker niet.
Familie met oudere kinderen? Nee, ook niet. We waren gewoon met z'n tweetjes.
Groep? Nee, twee is toch niet echt een groep...

Er bleef één mogelijkheid over. En ik moest hem wel aanklikken. Omdat al die bovenstaande mogelijkheden afvielen. Een kwestie van deductie, beste Watson. En nu is het dus officieel. We zijn, volgens deze site althans, een ouder paar. Ook al ben ik nog maar 42 lentes jong!

En dan ga ik nu maar even zitten huilen in een hoekje als u het niet erg vindt.

maandag, december 19

Wijze raad

Jaren geleden werd ik behandeld door een haptonoom. Vanwege stressklachten. Omdat ik altijd maar aardig gevonden wilde worden. En ik vond het vreselijk belangrijk dat iedereen tevreden was over mij en wat ik deed. Al die zaken bij elkaar opgeteld leidde tot hyperventilatie in optimale vorm. Tintelende vingers, een pijnlijk gevoel op de borst... 'Man, ik denk dat ik dóódga!' Dat was niet zo. Het was wel het begin van de behandeling door genoemde haptonoom. Eén van de betere stappen in mijn leven. Maar dat bleek later pas. In het begin vond ik hem helemaal niet aardig, die haptonoom, veel te confronterend.

Hij leerde me eerst weer ademhalen. En toen om rust te nemen en voor mezelf op te komen. En al doende leerde ik dat mensen me toch wel aardig vonden. Daar hoefde ik helemaal niet zoveel moeite voor te doen. Dat was het moment dat de behandeling overging van confronterend naar verfrissend. De onaardige haptonoom bleek een aardige en vooral ook wijze man te zijn.

Eén van de belangrijkste lessen was het omgaan met stress. 'Als het zó druk op je werk wordt dat je het niet meer overziet,' zo sprak de wijze man, 'dan kun je eigenlijk nog maar één ding doen. Je zet een hele dikke, vette streep onder die dag. Neem jezelf voor dat alles wat je na die streep nog doet meegenomen is. Besef dat er morgen weer een dag is. Op die manier wordt het een optelsom. Druk + druk, dikke streep... = rust.' Als je dat niet doet kan druk + druk leiden tot verstikking en daar schiet niemand iets mee op.

Vanmiddag om 13.30 uur zette ik een dikke vette streep. Vanwege druk + druk. En dat gaf zoveel rust dat ik toch nog heel veel werk af kreeg én met een tevreden gevoel naar huis ging.

zondag, december 18

Weekend-impressies

Door dikke sneeuwbuien reden we met niet meer dan honderd kilometer per uur westwaarts. Kerstmuziek klonk uit de radio.

Het hotel was gevestigd in een oud huis. De trap kraakte nostalgisch toen we ons koffertje naar boven brachten. Ik keek uit het raam en slaakte een kreet van verrassing: 'Ik zie de zee! Peer, kijk nou... de zee!'

Toen we de straat uitliepen richting het strand kwamen we in de wind terecht. Westerstorm. Pal tegen. Opeens was ik Peer kwijt. Toen ik achterom keek zag ik hem de straat doorrennen. Achter zijn muts aan.

Golven beukten zo hard tegen de onderkant van de Pier dat het water over de railing sloeg. Wij zaten binnen, in het restaurant, achter een warme chocolademelk met slagroom én gebak. We voelden de Pier af en toe trillen van het gebeuk van de golven. 'Wow,' riepen we.

We wandelden over de bijna verlaten boulevard richting het restaurant. Ik stak mijn hoofd nog iets dieper in mijn sjaal en stopte mijn handen in de zakken van mijn jas. 'Oh, wat hou ik toch van dit soort verlatenheid,' verzuchtte ik. 'Lege badplaatsen in de winter, dat is écht heel erg fijn!'

In de ontbijtzaal werden we opgewacht door een statige oude meneer. Keurige broek. Overhemd. Spencer. Mooi oud hoofd met grijs golvend haar. 'Wenst u koffie of thee mevrouw?' vroeg hij. En heel even voelde het alsof we een butler hadden. 'Koffie graag,' zeiden we.

'Klik. Klik. Klik. Klik' deed mijn fototoestel. 'Hoeveel foto's heb je nou al van het Kuhrhaus?' vroeg Peer. 'Eh.. ik denk, door de jaren heen, misschien wel honderd,' zei ik lachend. Maar als je verliefd bent op zo'n mooi gebouw, dan wil je daar toch heel veel foto's van maken? Bovendien. Het licht is iedere keer nét even anders. Dus ik moest wel. Klik. Klik. Klik.

We liepen gearmd het hele stuk van het Zwarte Pad tot aan de vuurtoren. Praten, wandelen, foto's maken en heel veel diep inademen. Er gaat niets boven zilte lucht.

De openingsact van The Lion King bracht tranen in mijn ogen. Zo mooi. Zo sprookjesachtig mooi. Dat is met geen pen te beschrijven. En dat doe ik dus ook niet. Maar als u, lezer van dit blogje, nog niet bent geweest en wel van plan bent om te gaan maar nog niet geboekt hebt om welke reden dan ook: Ga wel. Boek. Doe het nu. Mis dit niet. U zou uzelf tekort doen.

vrijdag, december 16

Inloop-kerk

We gingen, na het eten, even naar Norg. Daar was een kerstmarktje op de Brink. Er waren kraampjes, er was warme worst en glühwein, er was zelfs een klein ijsbaantje voor de kinderen aangelegd. Heel sfeervol.
Gezellig was het niet. Er waren heel weinig mensen op de markt afgekomen. Zij hadden denk ik allemaal naar het weerbericht gekeken en waren binnen gebleven. En dus hadden we de ruimte. We slenterden langs de kraampjes waar ik een prachtige ketting voor mezelf tegenkwam. 'Hee hallohoo... jij bent van mij, wist je dat?' De ketting wist het niet. Maar zat even later, nadat ik de mevrouw in de kraam wat euro's had betaald, in mijn jaszak.

We keken een poosje naar de hummeltjes die voortkrabbelden op het kunstijs en bibberden er lustig op los. Want koud was het. Erg koud zelfs. 'De kerk is open,' zei mijn moeder opeens, 'ik geloof dat daar een boekenmarkt is.'

In de kerk was het aangenaam warm. Er was geen boekenmarkt maar achter in de kerk speelde de plaatselijke harmonie mooie kerstmuziek. Een inloopconcert was het. Mensen kwamen binnen, zaten een poosje te luisteren en gingen weer weg. Een vrouw schoof haar kinderwagen tussen de banken, knooptje haar jas los en ging zitten. Even rust. Twee vrouwen bespraken, in de bank achter ons, hun kleine probleempjes. Kinderen speelden in het middenpad. En de harmonie speelde steeds maar door.

We zaten naast elkaar in de harde kerkbank te luisteren naar de muziek en werden langzaam weer warm. En terwijl ik daar zat bedacht ik dat dát nou precies is wat een kerk zou moeten zijn. Een warme plek om zomaar naar binnen te lopen. En er ook weer uit. Wanneer je maar wilt.

donderdag, december 15

Vrijheid van meningsuiting

Ik was net even in ons oude dorp. De dorpsgek die daar de laatste máánden iedereen óf bijna tot wanhoop heeft gedreven óf weg heeft gejaagd doet nu net alsof het allemaal een grapje was. Maar genoeg is genoeg, hoor, zo verklaart ze/hij/het nu. Als niemand meer rot doet dan houdt ze/hij/het er mee op. Yeah, right. En waarom geloof ik daar nou helemaal niks van?

Op de vraag waarom Henny steeds zo aangevallen werd antwoordde ze/hij/het: "wat henny betreft die heeft een paar dingen gezegd, waar ik niet zo blij mee was".

Dat is op 20six dus al voldoende om vieze gore porno in je blog te krijgen. En niet één keer, nee, iedere keer als je je neus om het hoekje van de deur steekt daar. Omdat je ooit iets gezegd hebt waar iemand niet zo blij mee was. En, alsof dat nog niet genoeg is, we moeten daar dus kennelijk ook nog een begrip voor hebben?!?! Pardon?

Wat een zielig type. Sorry hoor. Maar dat moest er even uit!
En dan is dit hoofdstuk wat mij betreft nu afgesloten. De Dorpsgek kan terug naar Schoonvergeten.


Henny, ik weet het wel, ik moet me er niet over opwinden maar opvreten is zó ongezond voor me. ;-)